ECLI:NL:RBROT:2025:5270

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
11310583 CV EXPL 24-23601
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en de toewijzing van een creditnota in een verzetzaak

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de eiseres, United Dutch Breweries B.V. (UDB), een vordering ingesteld tegen Xuan Ye International B.V. (Xuan Ye) voor betaling van een factuur van € 18.850,20, die betrekking heeft op de verkoop en levering van 2.118 trays bier. UDB heeft de bierlevering op 8 maart 2023 naar China verzonden en heeft de factuur op 3 maart 2023 aan Xuan Ye gestuurd. Xuan Ye heeft echter betwist dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en heeft aangevoerd dat UDB een creditnota heeft toegezegd ter hoogte van het factuurbedrag.

De kantonrechter heeft op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in deze verzetzaak. De rechter heeft geoordeeld dat UDB inderdaad een creditnota van € 18.850,20 aan Xuan Ye heeft toegezegd, en dat deze toezegging bindend is. Hierdoor is de vordering van UDB afgewezen en is het eerdere verstekvonnis vernietigd. De kantonrechter heeft ook bepaald dat UDB de proceskosten moet vergoeden aan Xuan Ye, die zijn begroot op € 1.221,-. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, zelfs als een van de partijen in hoger beroep gaat.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en afspraken tussen partijen in commerciële transacties, en bevestigt dat toezeggingen gedaan door bevoegde vertegenwoordigers bindend zijn, zelfs als er later geschillen ontstaan over de voorwaarden van de overeenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11310583 CV EXPL 24-23601
datum uitspraak: 28 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
United Dutch Breweries B.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres,
gedaagde in verzet
gemachtigde: mr. L.M. Ravestijn, advocaat te Amsterdam,
tegen
Xuan Ye International B.V.,
gevestigd te Sommelsdijk (gemeente Goeree-Overflakkee),
gedaagde, tevens eiseres in verzet
gemachtigde: mr. I.N. Maaskant, advocaat te Hoofddorp.
De partijen worden ‘UDB’ en ‘Xuan Ye’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 16 juli 2024, met bijlagen 1, 2 en 4 tot en met 9;
  • het verstekvonnis van deze rechtbank van 8 augustus 2024 met zaaknummer 11222986 CV EXPL 24-18072;
  • de verzetdagvaarding van 11 september 2024, met bijlagen 1 tot en met 9;
  • het antwoord in oppositie, met bijlagen 10 en 11;
  • het e-mailbericht van 6 november 2024 van Xuan Ye, met bijlage 10;
  • de spreekaantekeningen van Xuan Ye.
1.2.
Op 28 januari 2025 is de zaak tijdens een zitting met partijen besproken. Namens UDB is verschenen [persoon 1] , directeur, bijgestaan door de gemachtigde. Namens Xuan Ye waren aanwezig [persoon 2] , middellijk bestuurder, en [persoon 3] , voormalig werknemer, bijgestaan door de gemachtigde.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
UDB stelt dat zij een overeenkomst heeft gesloten met Xuan Ye met betrekking tot de verkoop en levering van in totaal 2.118 trays bier van het merk Craft Nation. UDB heeft deze partij bier op 8 maart 2023 per containerschip naar de haven van Xiamen in China laten vervoeren. Bij factuur van 3 maart 2023 heeft UDB hiervoor een bedrag van
€ 18.850,20 (op basis van een prijs van € 8,90 per tray) bij Xuan Ye in rekening gebracht.
2.2.
UDB vordert betaling van de factuur van € 18.850,20, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand en buitengerechtelijke kosten van primair € 2.827,50 en subsidiair € 963,50. UDB verzoekt tevens om een certificaat af te geven conform artikel 53 van de Verordening 1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
2.3.
In het genoemde verstekvonnis is de vordering toegewezen, met uitzondering van het gevorderde certificaat en met dien verstande dat de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke kosten van € 963,50 zijn toegewezen.
2.4.
Xuan Ye is het niet eens met de vordering en het verstekvonnis. Zij voert onder andere aan dat er geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen met betrekking tot de verkoop en levering van 2.118 trays bier, dat de daadwerkelijke wederpartij van UDB Richer Group is, dat ook Richer Group geen definitieve order heeft geplaatst bij UDB en dat UDB aan Xuan Ye heeft toegezegd om een creditnota ter hoogte van de factuur van
€ 18.850,20 te zullen verstrekken.
2.5.
De kantonrechter wijst de vordering van UDB af. Het verstekvonnis wordt dus vernietigd. Hierna wordt uitgelegd waarom de kantonrechter tot deze beslissing gekomen is.
UDB heeft een creditnota van € 18.850,20 toegezegd aan Xuan Ye
2.6.
[persoon 4] , voormalig werkneemster van UDB, heeft per e-mailbericht bevestigd een creditnota aan Xuan Ye te zullen verstrekken die gelijk is aan het factuurbedrag van
€ 18.850,20 met betrekking tot de levering van 2.118 trays bier door UDB (productie 7, pagina 7 bij verzetdagvaarding). Dit betreft dus de volledige onderhavige vordering. Dat is tussen partijen ook niet in geschil. Deze toezegging is zonder enig voorbehoud gedaan.
Het verweer van UDB dat [persoon 4] niet bevoegd was om deze toezegging te doen slaagt niet. [persoon 4] was op dat moment sales manager China bij UDB. Xuan Ye heeft onweersproken gesteld dat eerdere orders altijd via [persoon 5] (voormalig senior sales manager bij UDB) verliepen en dat hij de contractonderhandelingen namens UDB deed. Bij e-mailbericht van 15 februari 2023 (productie 6, pagina 5 van de verzetdagvaarding en productie 10 bij antwoord in oppositie) heeft [persoon 5] uitdrukkelijk [persoon 4] als zijn opvolgster binnen UDB geïntroduceerd met ingang van eind februari 2023. Dat [persoon 4] de taken van [persoon 5] had overgenomen vindt bovendien steun in de schriftelijke verklaring van [persoon 6] (voormalig medewerker van UDB) van 30 oktober 2024 (productie 10 van Xuan Ye). Het procesdossier bevat ook veel correspondentie met [persoon 4] over de onderhavige kwestie. Xuan Ye mocht er onder de gegeven omstandigheden dan ook vanuit gaan dat [persoon 4] bevoegd was om namens UDB de toezegging tot het verstrekken van een creditnota te doen.
Het voorgaande betekent dat UDB gebonden is aan deze toezegging en dat Xuan Ye de factuur van € 18.850,20 reeds hierom niet is verschuldigd. De vordering van UDB wordt daarom afgewezen. Gelet hierop kunnen de overige verweren van Xuan Ye verder onbesproken blijven. De nevenvorderingen (rente, buitengerechtelijke kosten en het gevorderde certificaat ex artikel 53 van de Verordening 1215/2012) delen in het lot van afwijzing van de hoofdsom. De conclusie is dat het verstekvonnis wordt vernietigd.
UDB moet de proceskosten betalen
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van UDB, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die UDB aan Xuan Ye moet betalen op
€ 1.086,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 543,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.221,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis moet worden betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt voor wat betreft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het op 8 augustus 2024 door de kantonrechter te Rotterdam tussen partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 11222986 CV EXPL 24-18072;
opnieuw rechtdoende:
3.2.
wijst de vordering van UDB af;
3.3.
veroordeelt UDB in de proceskosten, die aan de kant van Xuan Ye worden begroot op € 1.221,-;
3.4.
verklaart dit vonnis voor zover het de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
764