ECLI:NL:RBROT:2025:5300
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door Dienst Toeslagen en niet-ontvankelijkheid door niet betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 24 april 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen behandeld. Eiseres had een verzoek ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 53,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, wat betekent dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim.
De rechtbank legt uit dat de griffier eiseres op 21 februari 2025 per aangetekende brief heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat dit binnen twee weken moest gebeuren. De aangetekende brief is echter niet afgehaald door eiseres, wat voor haar rekening en risico komt. Een tweede brief is op 20 maart 2025 per gewone post verzonden, maar eiseres heeft het griffierecht pas op 21 maart 2025 betaald, wat te laat is. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, waardoor zij het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht teruggestort, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van K.A. Dos Santos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 april 2025. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, met een termijn van zes weken voor indiening van een verzetschrift.