ECLI:NL:RBROT:2025:5303
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 24 april 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar verzoek door verweerder. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 385,- niet tijdig had betaald. De griffier had eiseres op 26 februari 2025 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de mededeling dat dit binnen twee weken voldaan moest zijn. De brief was op 3 maart 2025 afgehaald, maar eiseres heeft pas op 27 maart 2025 betaald. De rechtbank concludeerde dat er geen verontschuldiging was voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiseres had geen goede reden gegeven voor het verzuim, en de rechtbank kon het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet beoordelen. Het betaalde griffierecht zou worden teruggestort, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van K.A. Dos Santos, griffier.