ECLI:NL:RBROT:2025:5304
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 24 april 2025, in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, wordt beslist over het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen door verweerder op haar verzoek. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank wijst op de verplichting om griffierecht te betalen volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze zaak bedraagt het griffierecht € 385,-. De griffier heeft eiseres op 26 februari 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen twee weken moest worden voldaan. Uit informatie van PostNL blijkt dat de aangetekende brief op 3 maart 2025 is afgehaald. Eiseres heeft echter het griffierecht pas op 27 maart 2025 betaald, zonder een geldige reden voor het verzuim te geven. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, waardoor zij het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Eiseres ontvangt het betaalde griffierecht terug, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van K.A. Dos Santos, griffier.