Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De kern van het geschil
Provisional Acceptance’-fase. De Wildert stelt van niet en heeft, mede, daarom de aannemingsovereenkomst beëindigd. Ecorus verzoekt de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te bevelen om aan de hand daarvan te kunnen beoordelen of het zonnepark aan de voorwaarden voor
Provisional Acceptancevoldoet. De Wildert verzet zich hiertegen. Na de mondelinge behandeling hebben partijen zich uitgelaten over de aan de deskundige te stellen vragen. De rechtbank is voornemens het verzoek toe te wijzen en de door haar aangepaste vragen aan de deskundige voor te leggen. Partijen dienen zich, om hierna te bespreken redenen, nader uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige.
2.De procedure
- het verzoekschrift van 8 mei 2024, met producties 1 tot en met 20;
- de oproepbrieven van deze rechtbank van 30 mei 2024, waarin mondelinge behandeling is bepaald op 25 september 2024;
- het verweerschrift van 16 september 2024, met producties 1 tot en met 9;
- de akte houdende overlegging producties van Ecorus tegen de datum van de mondelinge behandeling van 25 september 2024, met producties 21 tot en met 25;
- de mondelinge behandeling van 25 september 2024, waarvan zittingsaantekeningen zijn gemaakt;
- de akte van De Wildert van 22 oktober 2024, met één bijlage;
- de akte van Ecorus van 4 november 2024;
- de brief van De Wildert van 11 november 2024;
- de brief van Ecorus van 13 november 2024;
- het bericht van deze rechtbank van 18 november 2024;
- de brief van Ecorus van 29 november 2024;
- de brief van Ecorus van 30 januari 2025;
- het bericht van deze rechtbank van 18 februari 2025.
3.De feiten
Construction Completion’, ‘
Provisional Acceptance’ en ‘
Final Acceptance’.
Provisional Acceptanceals bepaald in de EPC-overeenkomst. De EPC-overeenkomst bepaalt hierover, voor zover van belang:
1.3 Definitions
Provisional Acceptancehebben partijen een procedure gevoerd bij de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam. Bij vonnis van 8 november 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld, kortgezegd en voor zover van belang, dat:
- het aan Ecorus is om aannemelijk te maken dat de gebreken aan het zonnepark moeten worden aangemerkt als ‘
- partijen als professionele partijen aan elkaar verbonden zijn middels de EPC-overeenkomst, en dat het duidelijk is dat voor hen de noodzaak bestaat om een onafhankelijk deskundigenonderzoek te laten verrichten, onafhankelijk of partijen uiteindelijk de samenwerking willen voortzetten of niet.
notice of rejection of the works’ gezonden, onder verwijzing naar artikel 11.6 van de EPC-overeenkomst: De Wildert zegt Ecorus aan de EPC-overeenkomst te ontbinden, verzoekt Ecorus het zonnepark te ontmantelen en vordert terugbetaling van de aan Ecorus gedane betalingen van in totaal € 9.451.878,70. Artikel 11.6 van de EPC-overeenkomst luidt als volgt:
If there is no Provisional Acceptance within the amount of days after Construction Completion as specified in Annex II [Project Specific Conditions], Employer shall be entitled to reject the Works.
Entitlement to rejection (11.6)”: “
Construction Completion + 10 calendar days + unworkable days”.
Provisional Acceptance’. Volgens Ecorus voldoet het zonnepark daar wel aan en moeten de problemen die er nog met het zonnepark zijn worden aangemerkt als een ‘
Minor Defect’. Het zonnepark voldoet dan aan de vereisten van
Provisional Acceptance, en De Wildert kan daarom het zonnepark niet meer afwijzen. Ecorus wil met het deskundigenbericht laten onderzoeken of het zonnepark voldoet aan de in de EPC-genoemde normen en eisen om zo voorafgaand aan de bodemprocedure en voor de eventuele ontmanteling van het zonnepark haar bewijspositie zeker te stellen. Ecorus wil dat de te benoemen deskundige onderzoek doet aan de hand van de Scios Scope 12-normen.
issues other than Minor Defects’ en het zonnepark voldoet niet aan de ‘
Technical Specification set out in Section 3 of Annex II’. Vanwege de beëindiging van de EPC-overeenkomst heeft Ecorus geen belang meer bij haar verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht.
- Ecorus zelf stelt dat een bodemprocedure onvermijdelijk is, waardoor het voorlopige deskundigenbericht prematuur is. Volgens De Wildert moet een deskundigenbericht, om redenen van procesefficiëntie en de goede procesorde, pas worden gelast als daarvoor aanleiding is in de bodemprocedure, mede gelet op de beëindiging van de EPC-overeenkomst;
- De Wildert heeft laten weten dat zij (vooralsnog) niet zelf overgaat tot ontmanteling van het zonnepark, waardoor Ecorus het voorlopig deskundigenbericht niet nodig heeft voor het veiligstellen van bewijs; en
- het door Ecorus verzochte deskundigenonderzoek ziet op een onderzoek of het zonnepark voldoet aan de vereisten gesteld in de Scios Scope 12, wat niet terzake doet en niet ziet op te bewijzen feiten op grond waarvan de bodemrechter het geschil kan beslechten. Het geschil ziet namelijk op de vraag of het zonnepark voldoet aan de eisen van de EPC-overeenkomst en of De Wildert de EPC-overeenkomst mocht ontbinden omdat daaraan niet werd voldaan. De Scios Scope 12-normen zijn geen onderdeel van de in de EPC-overeenkomst opgenomen eisen en een Scios Scope 12-keuring is niet geschikt om te toetsen of aan de EPC-overeenkomst is voldaan. Het verzoek van Ecorus omvat daarom ook niet de punten waarover het oordeel van de deskundige wordt gevraagd, zoals wel is vereist op grond van artikel 203 Rv (zoals geldend tot 1 januari 2025).
5.De beoordeling
de rechtbank is bevoegd
Provisional Acceptance’ is bereikt, De Wildert de EPC-overeenkomst kan beëindigen. De vraag is echter welke fase al bereikt is, voorts of sprake is van gebreken aan het zonnepark ‘
other than Minor Defects’ en of het zonnepark voldoet aan de ‘
Technical Specification set out in Section 3 of Annex II’. Dat alles is relevant voor het antwoord op de vraag of De Wildert de EPC-overeenkomst kon beëindigen, zodat De Wildert ook belang heeft bij de uitkomsten van een deskundigenonderzoek, als die vragen daarin worden meegenomen. Het verzochte voorlopige deskundigenbericht ziet ook op het vaststellen van eventuele gebreken aan het zonnepark. Het is aan de rechter in de eventueel daaropvolgende bodemprocedure om te beoordelen hoe die gebreken in het licht van de overeenkomst moeten worden gekwalificeerd en daaraan gevolgen te verbinden. In deze procedure kan daar niet op vooruit worden gelopen en dus ook niet worden beoordeeld, laat staan aangenomen, of dat De Wildert de EPC-overeenkomst rechtmatig heeft beëindigd. Dat brengt met zich dat in deze procedure niet kan worden geoordeeld dat Ecorus geen belang heeft bij het voorlopige deskundigenbericht vanwege de beëindiging door De Wildert.
notice of rejection of the works’ en de daaruit voortvloeiende discussie over de vraag of De Wildert de EPC-overeenkomst kon beëindigen. De rechtbank is daarom voornemens de volgende vragen aan de deskundige voor te leggen:
- Voldoet het zonnepark aan de technische vereisten die daaraan worden gesteld in de EPC-overeenkomst (inclusief
- Zijn bij de bouw van het zonnepark de juiste componenten gebruikt (panelen, connectoren, kabels, omvormers en andere delen van de installatie) gelet op de specificaties daarvan in de EPC-overeenkomst en de daaraan gestelde technische vereisten?
- Als het zonnepark niet voldoet en sprake is van gebreken, hebben deze gebreken:
- Wat is de oorzaak (root cause) van eerdere defecten aan (een aantal van) de omvormers? Is deze oorzaak op een structurele en veilige manier opgelost conform de As-built documentatie van het zonnepark? Zo nee, hoe kan dat wel structureel en veilig worden opgelost?
- Vertonen de omvormers wisselend opstart-/afschakelgedrag en/of hebben de omvormers zulk wisselend gedrag vertoond? Zo ja, wat is daarvan de oorzaak en hoe kan dat probleem worden opgelost?
- Voldoen de omvormers aan de EPC-overeenkomst wat betreft het schakelgedrag bij drempelwaarden? Zo nee, wat is daarvan de oorzaak en hoe kan dat worden opgelost?
- Hebben de omvormers een rol bij het doorsturen van alarmmeldingen? Vertonen de omvormers wisselend alarm-meldingsgedrag en/of hebben de omvormers zulk wisselend gedrag vertoond? Zo ja, wat is daarvan de oorzaak en hoe kan dat worden opgelost?
- Zijn de omvormers ingesteld volgens de geldende regelgeving, eisen met betrekkring tot de buisleidingen (zoals opgenomen in de rapportages van WSP), adviezen van leveranciers en best practices?
- Wat is de oorzaak van de eerder geconstateerde gaten in de stringkabels van Athilex? Heeft dit het uitvallen van omvormers veroorzaakt? Vormt het vervangen van de Athilex-kabels een adequate oplossing ?
- Zijn er nog steeds stringkabels met gaten in het zonnepark? Zo ja, wat is daarvan de oorzaak?
- Kunt u vaststellen of er eerder te lage Riso-waarden zijn gemeten in het zonnepark? Zo ja, wat is daarvan de oorzaak?
- Voldoet het zonnepark op dit moment aan de in de EPC-overeenkomst gestelde eisen wat betreft de isolatieweerstand en de minimale isolatiewaarden zoals voorgeschreven in IEC 62446-1 en NEN1010? Zo nee,
- Voldoet de As-Built documentatie aan de eisen uit de EPC-overeenkomst?
- Stemt de As-Built documentatie overeen met de werkelijke fysieke situatie in het zonnepark?
- Kan het permanente schade opleveren aan (onderdelen van) het zonnepark als onderdelen niet zijn geïnstalleerd conform de installatievoorschriften van die onderdelen?
- Heeft dit invloed op de integriteit, veiligheid, levensduur en/of productie van het zonnepark en op de normale werking van het zonnepark op lange termijn?
- Verandert de beantwoording van voorgaande vragen als de niet-conforme installatie later is hersteld? En, kunnen effecten van eerdere niet-conforme installatie op lange termijn invloed hebben op het zonnepark in de zin van bovenstaande vraag?
- Zijn er na een EBI onderzoek op basis van een IB22 classificatie onder SCIOS Scope 12 constateringen van de categorie ‘ernstig’ (rood) aan het zonnepark vast te stellen, waarbij herstel direct noodzakelijk is en de installatie (gedeeltelijk) uit bedrijf moet worden genomen? Zo ja, welke gedeelte van het zonnepark moet dan uit bedrijf worden genomen?
- Zijn er na een EBI onderzoek op basis van een IB22 classificatie onder SCIOS Scope 12 constateringen van andere categorieën dan ‘ernstig’ (rood), te weten ‘serieus/aanzienlijk’, ‘gering/beperkt’ of ‘nihil’? Zo ja, welke en kunnen deze constateringen worden hersteld?
- Bevat de ‘Technische Due Diligence PV Installatie’ van Straightforward van 28 juni 2022 op basis van een IB22 classificatie constateringen die aan een ingebruikname van het zonnepark in de weg stonden? Zo ja, welke constateringen en binnen welke termijn kunnen deze constateringen worden hersteld?
- Is het mogelijk om het zonnepark te beoordelen in de staat als het was op 28 maart 2024 (datum van ‘
- Is het mogelijk om het zonnepark te beoordelen in de staat als het was in december 2023 (moment waarop het zonnepark gedeeltelijk is uitgeschakeld door De Wildert)? Zo ja, is uw technische beoordeling van het zonnepark op dat moment anders dan bij de beoordeling van het zonnepark op dit moment? Zo ja, waarin verschilt uw oordeel dan?