Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde sub 1], die handelt onder de naam [handelsnaam] ,
1.De procedure
- de afzonderlijke dagvaardingen van 12 februari 2025 en 20 februari 2025, met producties;
- de brief van 11 maart 2025 van mr. Lai met aanvullende producties;
- de akte houdende producties van mr. Delahaye;
- de e-mail van 20 maart 2025 van mr. Delahaye met één aanvullende productie;
- de spreekaantekeningen van mr. Delahaye.
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
Op mijn web consult op 03-10-2024 sprak ik met mevrouw [eiseres] . Er is sprake van arbeidsongeschiktheid. De beperkingen zijn nog actueel. Prognose is onduidelijk. De verwachting is dat mevrouw op korte termijn haar eigen/passende werkzaamheden niet kan hervatten. (…)”
loonstopheeft toegepast en vanaf 15 november 2024 alleen het loon heeft mogen
opschorten. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat [gedaagde c.s.] het loon over de periode van 15 november 2024 tot en met 19 februari 2025 alsnog moet betalen. Daartoe wordt het volgende overwogen.