ECLI:NL:RBROT:2025:5588

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 april 2025
Publicatiedatum
8 mei 2025
Zaaknummer
ROT 25/2113
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake eindafrekening zorgpremie

In deze zaak heeft de verzoeker, een inwoner van [plaatsnaam], een eindafrekening voor zorgpremie ontvangen van het Centraal Administratiekantoor (CAK) op 25 april 2024. Het CAK heeft bij besluit van 3 oktober 2024 bevestigd dat de verzoeker € 1.905,36 moet betalen. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreest voor incassokosten terwijl de beroepsprocedure nog loopt.

De voorzieningenrechter, mr. G.A. Bouter-Rijksen, heeft op 28 april 2025 het verzoek behandeld. Tijdens de zitting heeft de verzoeker aangevoerd dat er verschillende procedures lopen en dat hij incassokosten wil voorkomen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de verzoeker onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van spoedeisend belang. Hij heeft niet kunnen bewijzen dat hij in een financiële noodsituatie verkeert en dat hij rekeningen niet kan betalen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat er geen evident onrechtmatig besluit is vastgesteld. De verzoeker kan later, indien nodig, een verzoek om schadevergoeding indienen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. H. Sabanovic, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 25/2113
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 april 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], uit [plaatsnaam], verzoeker

en

het Centraal Administratiekantoor, het CAK

(gemachtigde: [naam]).

Procesverloop

1. Op 25 april 2024 heeft verzoeker een eindafrekening ontvangen voor de te betalen zorgpremie. Met het bestreden besluit van 3 oktober 2024 is het CAK bij dat besluit gebleven. Verzoeker moet € 1.905,36 betalen. Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld [1] en verzocht om een voorlopige voorziening.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van het CAK.
3. Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Verzoeker heeft aangevoerd dat er verschillende procedures lopen terwijl in de tussentijd incasso’s lopen die hij dient te voldoen. Verzoeker wil met het verzoek om een voorlopige voorziening voorkomen dat hij incassokosten moet betalen zolang nog niet is beslist op de kern van zijn bezwaar.
5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker onvoldoende heeft onderbouwd dat er op dit moment sprake is van onverwijlde spoed op grond waarvan de behandeling van het beroep niet kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op dit moment in een financiële noodsituatie verkeert en rekeningen niet kan betalen. Mocht later blijken dat de besluitvorming onrechtmatig is en verzoeker de eindafrekening niet hoefde te betalen, dan kan verzoeker een verzoek om schadevergoeding indienen. Daarbij kan hij ook vergoeding vragen van eventuele incassokosten. Dat verzoeker sneller een uitspraak wil in de beroepsprocedure, levert op zichzelf geen spoedeisend belang op om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter is verder niet gebleken dat het bestreden besluit evident onrechtmatig is. Gelet op het voorgaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook af.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter-Rijksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zaaknummer ROT 24/10038