Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1],
1.De procedure
ex partebeslissing. Daarom is op dit verzoek beslist zonder [eisers] te horen.
2.Het geschil
ex partemaatregel neemt, inhoudende toewijzing van de verboden zoals hiervoor weergegeven onder 2.1.a en b, voor de duur van dit kort geding.
- een
- een
- een
order on interim measuresvan 11 december 2024. Op 6 februari 2024 heeft [eiser 1] gevraagd aan de arbiters om deze beslissing te heroverwegen. Daarop is nog niet beslist. Verder heeft [eiser 1] bij de rechtbank in Istanbul, Turkije, verzocht om de registratie van de kennisgeving van de overdracht van de Aandelen nietig te verklaren vanwege schending van meerdere bepalingen van het Turkse Wetboek van Koophandel. Dit leidde in eerste instantie tot een schorsing van de gevolgen van de registratie van de verkrijging van de Aandelen, maar die is inmiddels op 26 december 2024 opgeheven. [1] [eiser 1] heeft hier hoger beroep tegen ingesteld bij het hof van beroep van Istanbul. Ook daarop is nog niet beslist.
3.De beoordeling ten aanzien van de provisionele vordering
ex parte, dus zonder dat DCTR c.s. gehoord zijn, voorlopig op de vorderingen onder 2.1. a en b te beslissen en de huidige status ten aanzien van de Aandelen daarmee te bevriezen, totdat in het kort geding vonnis zal zijn gewezen. Een dergelijke wijze van besluitvorming is in een kort geding dat niet ziet op intellectuele eigendomsrechten, een hoge uitzondering. Het uitgangspunt is dat hoor en wederhoor wordt toegepast voordat een beslissing wordt gegeven. Dat fundamentele recht kan alleen wijken indien dat nodig is voor een adequate rechtsbescherming in de specifieke zaak. Dat is het geval indien er sprake is van acuut (dreigend) onrechtmatig handelen van DCTR c.s. en meer specifiek (dreigend) handelen door DCTR c.s. waardoor dat wat in kort geding gevorderd wordt geheel of gedeeltelijk illusoir zou worden.
ex partemaatregelen en dat daarop pas twee maanden later antwoorden zijn gegeven. Het betoog van [eisers] dat zij tot voor kort bezig waren met andere procedures en dat zij aannamen dat die voldoende waren om een verdere overdracht te voorkomen, kan de voorzieningenrechter niet goed plaatsen. De bij arbiters en in Turkije gevraagde voorzieningen waren immers al op 11 en 27 december 2024 geweigerd. Dit verhoudt zich niet goed met de dringende noodzaak voor een
ex partemaatregel.
order on interim measuresstaat het nog niet voldoende vast dat de overdracht van de Aandelen ongeldig is onder de SHA en heeft [eiser 1] niet afdoende onderbouwd dat de overdracht van de Aandelen leidt tot onherstelbare schade aan zijn zijde. Het verzoek van [eiser 1] om [bedrijf 2] te bevelen geen effect te geven aan de overdracht van de Aandelen aan DCTR werd mede om die reden afgewezen. [eiser 1] heeft een verzoek om heroverweging gedaan omdat hij het niet met die beslissingen eens is, maar daarop is door de arbiters nog niet beslist.
ex partemaatregelen in dit kort geding. Weliswaar betogen [eisers] dat dit kort geding niet gaat om de vraag of de overdracht aan DCTR in strijd is met de SHA en (alleen maar) om de vraag of een verdere overdracht onrechtmatig is (zie de antwoorden op de vragen van de voorzieningenrechter, met name de vragen f, g en s). Dat betoog gaat er echter aan voorbij dat de vrees dat er een onrechtmatige daad zal plaatsvinden, in belangrijke mate wordt onderbouwd met het betoog dat de overdracht van de Aandelen van [naam] aan DCTR in strijd was met de SHA en dat daaruit blijkt dat DCTR zich niets gelegen laat aan het overdrachtsverbod uit de SHA.
- i) Clause 8.1(a) SHA states that “[t]he Parties shall not Transfer any Shares to any person except in accordance with the provisions of this Agreement and Applicable Laws. […]”. Accordingly, a transfer of [naam] shares seems to be valid under certain circumstances. Whereas the remainder of Clause 8.1(a) is addressed to the Investor (but not the Founders), Clause 8.1.(b) again envisages the possibility of a transfer of the shares of [naam], however subject to certain conditions.
- ii) Whilst the different scenarios of share transfers and exit are set out in Clauses 8.2 – 8.7 SHA, it may be a question of contract interpretation whether further transfers are possible under the “Applicable Laws” (as per Clause 8.1(a), first sentence, SHA). Moreover, Respondent initiated the CSP by notice of 12 May 2023, which leads to a sale process “for all (and not less than all) of the Shares” (as per Clause 8.7(a) SHA). It is not yet sufficiently clear to the Tribunal at this stage to what extent [naam]’s transfer of shares stands in violation of the CSP.
- iii) Also, the Tribunal notes that according to Article 489 of the Turkish Commercial Code a transfer of bearer shares may not be prohibited. Therefore, the transfer of the shares of [naam] may have validly taken place and may, thus, not be reversible.
- iv) Finally, in relation to DCTR’s Deed of Adherence, the Tribunal recalls Clause 8.1.(d) SHA122 and notes that the document executed by DCTR (cf. Exhibit C-14) follows the template in Schedule 3 to the SHA.
ex partesituatie waarin DCTR c.s. nog niet zijn gehoord.
escrowworden gehouden in Londen en [eisers] (de partijen die potentieel schade lijden) zijn woonachtig/gevestigd in Turkije. De toepasselijkheid van Turks recht lijkt dan ook meer voor de hand te liggen dan die van Nederlands recht. Over de inhoud van dat recht is de voorzieningenrechter niet geïnformeerd.
ex partemaatregel niet aangewezen is. [eisers] kunnen een herhaald verzoek doen om een voorlopige maatregel hangende dit kort geding indien nieuwe feiten en omstandigheden maken dat er acuut gevaar is voor onrechtmatig handelen.