ECLI:NL:RBROT:2025:5687

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
C/10/696127 / HA RK 25-243
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verkrijging van verlof tot verkoop van in beslag genomen aandelen op naam met overeenstemming tussen partijen over opschortende voorwaarde

Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak tussen V. HOUT KABELRECYCLING B.V. (verzoekster) en een verweerder, die niet bij naam is genoemd. VHK verzocht om verlof tot verkoop van in beslag genomen aandelen op grond van artikel 474g Rv. De procedure begon met een verzoekschrift op 11 maart 2025, gevolgd door een verweerschrift op 22 april 2025 en een mondelinge behandeling op 28 april 2025. De partijen hadden eerder een vaststellingsovereenkomst gesloten op 26 september 2024, waarin de verweerder zich verplichtte om VHK € 80.000 te betalen in maandelijkse termijnen. De eerste termijn werd echter niet voldaan, wat leidde tot het leggen van executoriaal derdenbeslag op de aandelen van de verweerder in een bedrijf op 7 maart 2025.

De rechtbank oordeelde dat VHK haar verzoek tijdig had ingediend en dat de voorwaarden voor de verkoop van de aandelen konden worden vastgesteld. Tijdens de mondelinge behandeling kwamen partijen overeen dat de verkoop pas zou plaatsvinden nadat de rechtbank Den Haag uitspraak had gedaan in een fiscale beroepsprocedure van een ander bedrijf, waar de verweerder ook bij betrokken was. De rechtbank heeft het verzoek van VHK toegewezen onder deze voorwaarden en de verkoop en overdracht van de aandelen goedgekeurd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen. De kosten van de verkoop moeten door VHK worden gedragen, en de verweerder is veroordeeld in de proceskosten van VHK, die zijn begroot op € 2.106,00. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/696127 / HA RK 25-243
Beschikking van 8 mei 2025 op het verzoek van
V. HOUT KABELRECYCLING B.V.,
gevestigd te Helmond,
verzoekster,
advocaat mr. M.N. Mense te Haarlem,
tot verkoop en overdracht van in beslag genomen aandelen op grond van artikel 474g Rv van
[verweerder],
wonende te Rotterdam,
verweerder,
advocaat mr. D.A. Evertsz te Rotterdam.
Partijen worden hierna genoemd VHK en [verweerder].

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 11 maart 2025, met producties 1 tot en met 7;
  • het verweerschrift van 22 april 2025, met producties 1 tot en met 6;
  • de mondelinge behandeling van 28 april 2025, en de daar overgelegde spreekaantekeningen van mr. Evertsz.

2.De feiten

2.1.
VHK en [verweerder] hebben op 26 september 2024 een vaststellingsovereenkomst gesloten, die is vastgelegd in het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van die dag (zaaknummer C/10/676731 / HA ZA 24-288). Daarin zijn partijen overeengekomen dat:
  • [verweerder] aan VHK € 80.000,- betaalt;
  • [verweerder] in maandelijkse termijnen van € 5.000,- betaalt, waarvan de eerste termijn uiterlijk op 1 januari 2025; en
  • wanneer [verweerder] een termijn niet of niet tijdig voldoet, dan ook het bedrag van de nog niet vervallen termijnen terstond, zonder nadere kennisgeving, opeisbaar wordt, en dat [verweerder] dan de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW verschuldigd is over het dan nog openstaande bedrag.
2.2.
[verweerder] heeft de eerste betalingstermijn niet voor 1 januari 2025 voldaan en ook daarna niets betaald.
2.3.
Op 7 maart 2025 heeft VHK bij exploot executoriaal derdenbeslag gelegd op aandelen van [verweerder] in [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]), gevestigd te Rotterdam.
2.4.
Op 7 maart 2025 heeft VHK eveneens [verweerder] op de hoogte gebracht van de beslaglegging en het beslagexploot aan [bedrijf 1] ook aan [verweerder] in persoon betekend.
2.5.
[bedrijf 1] heeft geen aandelenregister.
2.6.
[bedrijf 1] heeft tot en met de mondelinge behandeling geen mededeling gedaan van rechten die voor het beslag op haar aandelen zijn gevestigd.
2.7.
[verweerder] is enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1]. [bedrijf 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]).

3.Het verzoek

3.1.
VHK verzoekt de rechtbank bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad om:
  • te bepalen dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen zal worden overgegaan door middel van openbare verkoop;
  • vast te stellen onder welke voorwaarden de verkoop dient plaats te vinden; en
  • toestemming daarbij af te mogen wijken van de blokkeringsregeling in artikel 4.1 tot en met 4.7 van de statuten van [bedrijf 1];
  • [verweerder] in de proceskosten te veroordelen.
3.2.
[verweerder] voert verweer. Hij concludeert primair tot afwijzing van het verzoek, en subsidiair, als het verzoek niet wordt afgewezen, om te bepalen dat pas tot verkoop mag worden overgegaan nadat de rechtbank Den Haag uitspraak heeft gedaan in de fiscale beroepsprocedure van [bedrijf 2].

4.De beoordeling

4.1.
Deze rechtbank is bevoegd kennis te nemen van het geschil omdat [bedrijf 1] is gevestigd in haar werkgebied (artikel 474g Rv).
4.2.
Een verzoek tot verkrijging van verlof tot verkoop van in beslag genomen aandelen op naam moet worden gedaan binnen één maand na het exploot van beslag, met daarbij het verzoek te bepalen binnen welke termijn daartoe moet worden overgegaan. Daarbij moet zo mogelijk ook worden overgelegd de in artikel 474f Rv bedoelde mededeling van de vennootschap bij wie derdenbeslag is gelegd, over rechten die vóór het exploot al op de in beslag genomen aandelen zijn gevestigd, onder opgave van de namen en woonplaatsen van de gerechtigden (artikel 474g lid 1 Rv). De rechtbank bepaalt de wijze van verkoop en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden. Daarbij moeten de wettelijke en statutaire bepalingen die daarvoor gelden in acht worden genomen (artikel 474g lid 3 Rv). Afwijking daarvan is slechts mogelijk als in achtneming van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken (artikel 474g lid 4 Rv).
4.3.
VHK heeft haar verzoek gedaan binnen één maand nadat het derdenbeslag is gelegd bij [bedrijf 1]. Omdat [bedrijf 1] geen mededeling heeft gedaan als bedoeld in artikel 474f Rv kan VHK deze mededeling niet overleggen. Daarmee heeft VHK in beginsel aan de voorwaarden van artikel 474g Rv voldaan.
4.4.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen het erover eens geworden dat het verzoek kan worden toegewezen onder de voorwaarden dat (i) pas tot verkoop wordt overgegaan nadat de rechtbank Den Haag uitspraak heeft gedaan in de fiscale beroepsprocedure van [bedrijf 2] en (ii) dat [bedrijf 2] in die procedure haar niet-ontvankelijkheidsverweer en het bijbehorende verzoek tot terugverwijzing van de zaak naar de inspecteur worden ingetrokken. De rechtbank wijst daarom het verzoek van VHK onder die eerste voorwaarden toe, en verstaat dat [verweerder] ervoor zorgdraagt dat [bedrijf 2] in de fiscale beroepsprocedure het niet-ontvankelijkheidsverweer en het bijbehorende verzoek tot terugverwijzing naar de inspecteur intrekt.
4.5.
Aan de verkoop en overdracht van de aandelen worden de termijnen en voorwaarden verbonden zoals hierna zijn opgenomen in 5.2 sub a tot en met i van de beslissing. VHK mag direct overgaan tot openbare verkoop, omdat zij denkt dat onderhandse verkoop weinig zin heeft. [verweerder] heeft hiertegen geen bezwaren geuit.
4.6.
Het verzoek van VHK om te mogen afwijken van de blokkeringsregeling in artikel 4.1 tot en met 4.7 van de statuten van [bedrijf 1] wordt toegewezen. Weliswaar is [verweerder] enig aandeelhouder van [bedrijf 1], waardoor de blokkeringsregeling geen praktische betekenis heeft, maar zo worden eventuele latere discussies hierover voorkomen.
4.7.
De kosten van de verkoop van de in de beslag genomen aandelen moeten door VHK worden voldaan, die deze kosten als preferente executiekosten kan verhalen op de opbrengst.
4.8.
[verweerder] is (grotendeels) in het ongelijk gesteld. Hij heeft daarnaast ingestemd met betaling van de proceskosten van VHK. [verweerder] moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van VHK worden begroot op:
- griffierecht € 714,00
- salaris advocaat € 1.214,00 (2 × tarief IV € 1.214,00)
- nakosten €
178,00(plus de verhoging vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.106,00
4.9.
De rechtbank verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verstaat dat [verweerder] ervoor zorgdraagt dat [bedrijf 2]. in de fiscale beroepsprocedure bij de rechtbank Den Haag het niet-ontvankelijkheidsverweer en het bijbehorende verzoek tot terugverwijzing van de zaak naar de inspecteur intrekt;
5.2.
bepaalt dat VHK kan overgaan tot verkoop en overdracht van de ten laste van [verweerder] in beslag genomen aandelen in [bedrijf 1], statutair gevestigd in Rotterdam, tot het bedrag van € 80.000 en de rente die [verweerder] vanaf 1 januari 2025 daarover aan VHK is verschuldigd, nadat de rechtbank Den Haag uitspraak heeft gedaan in de fiscale beroepsprocedure van [bedrijf 2]., op de volgende wijze en onder de volgende voorwaarden:
de verkoop van de aandelen mag (eerst) gedurende zes maanden na vandaag onderhands plaatsvinden, waarbij een deurwaarder van Gerechtsdeurwaarderskantoor Boeder B.V., mede handelend onder de naam Boeder Incasso te Haarlem het door haar ontvangen hoogste bod schriftelijk ter kennis van [verweerder] moet brengen en hem gedurende twee weken in de gelegenheid moet stellen om een onvoorwaardelijk hoger bod uit te (laten) brengen;
als de aandelen niet binnen zes maanden na vandaag onderhands zijn verkocht en overgedragen, kunnen de aandelen in het openbaar (bij inschrijving) worden verkocht;
de aandelen mogen, in afwijking van 5.2 onder a, ook direct in het openbaar (bij inschrijving) worden verkocht;
e verkoop en overdracht van de aandelen moet plaatsvinden uiterlijk anderhalf jaar na de datum van de uitspraak in bovengenoemde beroepsprocedure;
bepaalt dat VHK deze rechtbank om verlenging van de onder c genoemde termijn kan verzoeken, onder de voorwaarde dat het verzoek tot verlenging uiterlijk één jaar na de datum van de uitspraak in bovengenoemde beroepsprocedure op de griffie van deze rechtbank is ontvangen;
de executerende deurwaarder van Gerechtsdeurwaarderskantoor Boeder B.V., mede handelend onder de naam Boeder Incasso te Haarlem moet de voorwaarden voor de executoriale verkoop opstellen en minimaal twee weken voorafgaand aan de veiling alle voor de verkoop en de waarde van de aandelen relevant te achten (financiële) informatie, ter inzage leggen op haar kantoor;
artikel 4.1 tot en met 4.7 van de statuten van [bedrijf 1] zijn niet van toepassing op deze executoriale verkoop;
de overdracht van de aandelen moet overeenkomstig het bepaalde in artikel 474h Rv plaatsvinden;
[verweerder] moet haar medewerking verlenen aan de verkoop en overdracht van de aandelen;
5.3.
verstaat dat de kosten van de verkoop van de in de beslag genomen aandelen als preferente executiekosten op de opbrengst kunnen worden verhaald;
5.4.
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten, aan de zijde van VHK tot op heden begroot op € 2.106,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [verweerder] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend, dan moet [verweerder] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2025.
[3718/2009]