Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 april 2025, met bijlagen 0 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 6 mei 2025.
2.De beoordeling
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 9 mei 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De vorderingen van eiseres zijn gericht op medewerking aan de eigendomsoverdracht van een woning, waarvan gedaagde een eigendomsaandeel heeft. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling, ondanks dat hij op de hoogte was van de zitting. Hierdoor verleent de voorzieningenrechter verstek tegen gedaagde.
Eiseres heeft in haar dagvaarding een spoedeisend belang aangevoerd, wat de voorzieningenrechter heeft erkend. De vorderingen van eiseres zijn niet ongegrond of onrechtmatig bevonden, en zijn in grote lijnen toegewezen. Eiseres vordert dat gedaagde wordt veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan de eigendomsoverdracht en dat zij gemachtigd wordt om alle noodzakelijke handelingen te verrichten voor de levering van de woning. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de gevorderde machtiging niet nodig is, omdat de overige vorderingen voldoende zijn om de eigendomsoverdracht te realiseren.
Daarnaast is er een proceskostenveroordeling uitgesproken, waarbij gedaagde in afwijking van het uitgangspunt dat proceskosten worden gecompenseerd in zaken tussen ex-echtelieden, is veroordeeld om de proceskosten van eiseres te betalen. De totale proceskosten zijn begroot op € 1.128,45. De voorzieningenrechter heeft de wettelijke rente over deze kosten toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 9 mei 2025.