ECLI:NL:RBROT:2025:5772
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlenging huisverbod en verzoek om voorlopige voorziening afgewezen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een verlengingsbesluit van een huisverbod. De verzoeker had op 29 maart 2025 een huisverbod opgelegd gekregen door de burgemeester van Vlaardingen, dat op 7 april 2025 werd verlengd. De verzoeker stelde dat hij zich aan de voorwaarden had gehouden en dat er geen gevaar meer bestond, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er nog geen partnergesprek had plaatsgevonden en er geen veiligheidsafspraken waren gemaakt. Dit betekende dat het gevaar voor de veiligheid van de achterblijfster nog steeds aanwezig was. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de omstandigheden niet waren veranderd en het huisverbod noodzakelijk bleef om escalatie te voorkomen. De rechter benadrukte dat het doel van het huisverbod is om hulpverlening op gang te brengen en dat dit doel nog niet was bereikt. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester in redelijkheid het huisverbod had kunnen verlengen en dat er geen aanleiding was om het huisverbod op te heffen.