ECLI:NL:RBROT:2025:5791

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
10-230967-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlengde invoer van cocaïne en wederrechtelijk verblijf op haventerrein

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de verlengde invoer van ongeveer 40 kilogram cocaïne en het wederrechtelijk verblijven op een haventerrein. De verdachte, geboren in 1998, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L. Janse. De officier van justitie, mr. C.T. den Uil, had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met diverse bijzondere voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk cocaïne binnen het grondgebied van Nederland had gebracht en wederrechtelijk op een besloten plaats in de haven verbleef. De rechtbank achtte de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, maar veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering. De verdachte moet zich houden aan verschillende voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan een behandeling. Tevens werd een in beslag genomen Samsung telefoon verbeurd verklaard. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummer: 10-230967-23
Datum uitspraak: 30 april 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. L. Janse, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.T. den Uil heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, de verplichting zich in te spannen voor het vinden en behouden van een dagbesteding en een locatieverbod voor de zeehavens Rotterdam en Vlissingen.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijsoverweging
Op grond van de in bijlage II opgenomen inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op de wijze zoals hierna is vermeld. De rechtbank is anders dan de officier van justitie van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet vastgesteld kan worden dat de verdachte zich de toegang tot de container heeft verschaft
door middel van braak of inklimming. De verdachte wordt daarvan partieel vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Maasvlakte, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ongeveer 40 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen, wederrechtelijk
heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen te weten het besloten terrein van Hutchison Ports ECT Delta, gelegen aan de Europaweg 875 te Rotterdam op de Maasvlakte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
2.
wederrechtelijk verblijven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte is samen met zijn medeverdachten betrokken geweest bij de verlengde invoer van ongeveer 40 kilogram cocaïne. De partij cocaïne lag, verdeeld in verschillende rugtassen, in een container in de Rotterdamse haven. De verdachte heeft één van deze rugtassen, met daarin ongeveer 6 kilogram cocaïne, uit de container gehaald en is vervolgens met deze tas op het haventerrein aangetroffen. De verdachte heeft door zijn handelen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de grootschalige internationale handel in cocaïne. De rol van uithaler is namelijk essentieel in de transport- en distributieketen hiervan. Het gebruik van en de handel in cocaïne vormt een ernstig maatschappelijk probleem en een bedreiging van de volksgezondheid omdat dit vaak gepaard gaat met geweld, corruptie, witwassen en wapenbezit. Hiermee wordt ernstige schade toegebracht aan de veiligheid van de maatschappij en het gevoel van veiligheid van burgers. Bovendien ondervinden de bedrijven in de haven veel hinder van personen die zich onbevoegd op het haventerrein bevinden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van 17 september 2024 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 december 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. Er is sprake van een opeenstapeling van problemen en de kwetsbare positie van de verdachte wordt als zorgelijk beschouwd. Het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld. De reclassering adviseert verdere verplichte hulpverleningsbemoeienis. Ambulante behandeling/begeleiding vanuit Humanitas Homerun of een vergelijkbare instantie in combinatie met een beschermde woonvorm lijkt hiervoor het meest voor de hand liggend. Belangrijk is dat de verdachte meewerkt aan een intelligentieonderzoek zodat er voor hem passende hulp gezocht kan worden. Geadviseerd wordt een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, de verplichting zich in te spannen voor het vinden en behouden van een dagbesteding en een contactverbod met de medeverdachten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken te worden opgelegd. Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding de verdachte te verplichten zich te onthouden van contact met de medeverdachten. En anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank evenmin aanleiding een locatieverbod voor de zeehavens Rotterdam en Vlissingen als voorwaarde te stellen nu artikel 138aa van het Wetboek van Strafvordering reeds een dergelijk locatieverbod voor de in de haven gelegen besloten gebieden bevat.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen Samsung telefoon verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen Samsung telefoon zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met betrekking tot dit voorwerp begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 47, 57 en 138aa van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als
algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet de veroordeelde zich melden bij de reclassering. Hierna moet hij zich gedurende door de reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de reclassering gedurende deze perioden nodig acht. De veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken;
de veroordeelde laat zich begeleiden/behandelen vanuit Humanitas Homerun en/of Fivoor GGZ en/of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde werkt mee aan een intelligentieonderzoek om zijn mogelijkheden en beperkingen te onderzoeken, zodat hem vervolgens een passend hulpverleningsaanbod kan worden gedaan. De begeleiding/behandeling start op aangeven van zijn behandelaar/begeleider. De behandeling/begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
de veroordeelde verblijft in een begeleid en/of beschermd woonvorm van het Leger des Heils of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start op aangeven van de beschermd woonvoorziening. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 primair en 2: Samsung telefoon met beslagcode [beslagnummer] ;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. G.C. Bos en H.J. de Kraker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Voorwinden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Maasvlakte, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 40 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Maasvlakte, gemeente Rotterdam
opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 6 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
wederrechtelijk
heeft verbleven op een in een haven, luchthaven en/of spoorwegemplacement gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen te weten het besloten terrein van Hutchison Ports ECT Delta, gelegen aan de Europaweg 875 te Rotterdam op de Maasvlakte,
terwijl hij, verdachte zich, al dan niet met zijn mededader(s),
op die besloten plaats de toegang had verschaft tot een gebouw, ruimte of vervoermiddel bestemd voor de distributie, opslag of overslag van goederen, te weten de container met het unieke nummer [containernummer] ,
door middel van
- braak en/of
- inklimming.