Op 2 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening vroeg tegen de verlening van een omgevingsvergunning aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) voor het voorbelasten van gronden ten behoeve van tijdelijke huisvesting van asielzoekers in Sliedrecht. Verzoeker, die zich vertegenwoordigd liet bij mr. M.T. Smits, stelde dat de vergunde werkzaamheden schadelijk zouden zijn voor zijn eigen gronden, die verder verontreinigd zouden raken door de uitloging van perfluoroctaanzuur (PFOA) in het grondwater. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoeker niet als belanghebbende kon worden aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker geen gevolgen van enige betekenis ondervond van de activiteiten die door de omgevingsvergunning werden toegestaan, gezien de afstand van een kilometer tot het plangebied. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.