ECLI:NL:RBROT:2025:5872

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 april 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
10/306603-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde met antisociale persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde, geboren in 2005, die momenteel verblijft in een Rijks Justitiële Jeugdinrichting. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd ter zake van poging tot zware mishandeling en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel met 24 maanden toegewezen, op basis van het advies van de inrichting en de standpunten van de officier van justitie en de veroordeelde. De rechtbank oordeelde dat de verlenging noodzakelijk is voor de verdere behandeling en ontwikkeling van de veroordeelde, die in het verleden moeite had met de behandeling maar recent positieve stappen heeft gezet. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor verlenging is voldaan, en dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde in het geding zijn. De rechtbank heeft de termijn van de PIJ-maatregel verlengd tot 11 april 2027, waarna deze voorwaardelijk eindigt, en op 11 april 2028 onvoorwaardelijk eindigt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/306603-22
Datum uitspraak: 10 april 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) van
[veroordeelde](de veroordeelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
ingeschreven in de basisregistratie personen (en verblijvende) op het adres van
Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) [naam PI] ,
[adres] , [postcode] te [plaats] ,
hierna: de inrichting,
raadsvrouw mr. R.S. Boonstra, advocaat te Rotterdam.

1.Procesverloop

Op 21 maart 2023 heeft de rechtbank de PIJ-maatregel van de veroordeelde gelast. De PIJ-maatregel is opgelegd ter zake van poging tot zware mishandeling en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De termijn van de PIJ-maatregel is gestart op 12 april 2023 en loopt tot 11 april 2025.
Op 4 maart 2025 heeft de rechtbank van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ontvangen.
Bij die vordering zijn gevoegd:
- het advies van het hoofd van de inrichting waar de veroordeelde verblijft, gedateerd 25 februari 2025, inclusief de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde over de periode van 25 november 2022 tot 15 oktober 2024.
Op de zitting van 10 april 2025 is de vordering in het openbaar behandeld.
Gehoord zijn:
  • de officier van justitie, mr. C.C. Brandwijk;
  • de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw;
  • de deskundige [persoon A] , als gedragswetenschapper verbonden aan de inrichting.

2.Standpunten van partijen

2.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met 24 maanden.
Hiertoe heeft zij aangevoerd dat het begin van de PIJ-maatregel wat moeizaam is verlopen, maar dat de veroordeelde de laatste tijd stappen in de goede richting heeft gezet, therapieën volgt en heeft afgerond en dat sprake is van een goede samenwerking met het behandelteam. Er zijn nog wel minstens 24 maanden nodig om ervoor te zorgen dat de behandeling wordt voortgezet, de verlofmomenten worden opgestart en uitgebreid en de veroordeelde zich in positieve zin kan blijven ontwikkelen Er is nog een lange weg te gaan, waardoor momenteel een kortere termijn dan 24 maanden niet realistisch is.
2.2.
Standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben bepleit de PIJ-maatregel met een kortere periode dan verzocht te verlengen, zodat de veroordeelde zijn motivatie blijft behouden.
De PIJ-maatregel kent een stroeve start, echter dit is niet geheel te wijten aan de opstelling van de veroordeelde. Doordat de veroordeelde de afgelopen periode geen vaste begeleider heeft gehad, heeft hij het gevoel dat er vertraging zit in zijn traject. Voorts heeft de veroordeelde behoefte aan duidelijkheid over zijn verloftraject. Ondanks de stroeve start lijkt de veroordeelde een knop om te hebben gezet. Zo durft hij zich meer uit te spreken en zet hij zich in voor een goede samenwerking met het behandelteam. Hij heeft de groepsinterventie ‘TOPs’ en de interventie ‘Leren van Delict’ positief afgerond. De veroordeelde verzoekt een kortere verlenging dan 24 maanden, te weten 12, dan wel maximaal 18 maanden. Een tussentijdse zitting is voor de veroordeelde een extra aanmoediging om zijn best te blijven doen.

3.Advies

3.1.
Advies inrichting
Het advies van 25 februari 2025 houdt onder meer het volgende in.
Actuele diagnose
Bij de veroordeelde is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De veroordeelde is gericht op onmiddellijke behoeftebevrediging, waarbij zijn eigen belang prevaleert boven dat van anderen en zijn empathisch vermogen wordt geremd.
Verloop behandeling
In het begin gingen de behandelingen stroef en leek bij de veroordeelde slechts sprake te zijn van extrinsieke motivatie, maar hij nam wel actief deel aan de ingezette interventies. Zo heeft de veroordeelde aan het eind van het eerste jaar de groepsinterventie TOPs positief afgesloten en hetzelfde geldt voor de interventie Leren van Delict in het tweede jaar.
In de afgelopen periode heeft de veroordeelde een meer positieve ontwikkeling doorgemaakt en ook cognitieve gedragstherapie gevolgd. De veroordeelde werkt momenteel mee aan de behandeling en laat een beginnende positieve verandering zien. Hij lijkt vertrouwen te hebben in het behandelteam en geeft ook steeds meer openheid. Hij toont steeds vaker een vrolijke en vriendelijke kant. De veroordeelde stelt zich behandelbaar op en er is een aanzienlijke vermindering in zelfbepalend en regelovertredend gedrag. Wel zijn er nog diverse behandeldoelen op het gebied van vaardigheden en intrapsychische ontwikkeling waaraan gewerkt dient te worden en is er nog geen overeenstemming over de risicofactoren. Ook is te zien dat er sinds de oplegging van de PIJ-maatregel 132 registraties zijn van incidenten. Er staan momenteel 23 positieve UC’s (THC) geregistreerd, waarvan twee in de periode 16 oktober 2024 tot en met 25 februari 2025.
Gevaar voor herhaling
Het risico op recidive wordt vooralsnog ingeschat als hoog. Momenteel worden op veel domeinen verhoogde risicofactoren gezien. De kans dat de veroordeelde opnieuw een gewelddadig delict pleegt, wordt bij het wegvallen van een duidelijk kader, toezicht en pedagogisch klimaat, als hoog ingeschat. De veroordeelde laat namelijk zien dat hij momenteel ook binnen de gestelde kaders af en toe nog moeite heeft om zich te houden aan afspraken en regels die gelden binnen de inrichting en school.
Verder behandeltraject en –perspectief
De komende periode dient te worden gewerkt aan verlaging van het recidiverisico, met daarbij de nodige interventies. Binnenkort zal worden gestart met de interventie Schematherapie, waarbij wordt gericht op het vergroten van inzicht in denk- en gedragspatronen, ombuigen van disfunctionele gedragspatronen en het vergroten van een gezonde volwassen kant. Afhankelijk van alle ontwikkelingen zal daarna gekeken worden naar andere passende interventies om de gestelde doelen te behalen. Ook zal worden gekeken naar het vormgeven van een resocialisatietraject, waarbij wordt toegewerkt naar meer vrijheid en minder begeleiding.
In deze fase van behandeling is het nog te vroeg om een definitieve uitstroomrichting te bepalen, maar momenteel wordt ingeschat dat de veroordeelde zal uitstromen in een vorm van begeleid wonen in de omgeving van Rotterdam. Dit dient de aankomende periode verder geconcretiseerd te worden.
Het advies luidt de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met 24 maanden.
3.2.
Ter zitting gegeven advies
[persoon A] , als gedragswetenschapper verbonden aan de inrichting, heeft het verlengingsadvies ter zitting toegelicht. Het lijkt erop dat de veroordeelde de knop heeft omgezet. Hij lijkt minder zelfbepalend gedrag te hebben, volgt instructies op en maakt onderwerpen bespreekbaar. De werkrelatie met het behandelteam is ook verbeterd. Hij werkt goed mee aan zijn behandelingen en zijn positieve ontwikkeling draagt bij aan het vormgeven van deze behandelingen. Er zal de komende tijd verder worden gewerkt aan het middelengebruik en de diverse behandeldoelen. Sinds het uitbrengen van het advies hebben zich alleen maar positieve ontwikkelingen voorgedaan. Er ligt nog geen concreet plan voor het verlof. Het is wenselijk dat de veroordeelde therapie gaat volgen en dat vanuit daar bij een positief verloop wordt gekeken naar de vervolgstappen, waaronder de stap naar resocialisatie. Het resocialisatietraject neemt minimaal 18 maanden in beslag, maar wanneer dit traject definitief kan worden gestart, is nu nog onzeker. Tot slot is het geen belemmering voor het traject van de veroordeelde dat de huidige begeleider slechts tijdelijk als begeleider is gekoppeld aan de veroordeelde. Binnenkort zal hij een vaste persoonlijk begeleider krijgen.

4.Beoordeling

Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, van het Wetboek van Strafrecht slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan deze drie voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
Dat aan deze drie voorwaarden is voldaan, blijkt uit het hiervoor besprokene. Dit heeft op de terechtzitting ook niet ter discussie gestaan. Dat verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is, staat dan ook vast. De vraag is vervolgens met welke termijn dit moet gebeuren. De rechtbank acht een verlenging van de PIJ-maatregel voor de verzochte 24 maanden noodzakelijk en legt hierna uit waarom.
Uit de adviezen en wat ter terechtzitting is besproken blijkt dat de veroordeelde in het eerste jaar van de PIJ-maatregel veel weerstand en zelfbepalend gedrag heeft laten zien, waardoor hij meerdere keren is overgeplaatst. Hij heeft meerdere rapporten gekregen voor onder andere positieve UC’s, het aantreffen van contrabande, geweldsincidenten en overige incidenten op school. De veroordeelde had veel moeite om zich te houden aan de geldende regels in de inrichting. De afgelopen periode heeft de veroordeelde een (voorzichtige) stijgende lijn laten zien. Hij werkt actief mee aan de behandelingen, heeft twee interventies afgerond en volgt momenteel cognitieve gedragstherapie. De veroordeelde durft zich steeds meer uit te spreken en lijkt vertrouwen te hebben in de behandelingen en zijn behandelaars. Binnenkort zal, als alles goed blijft gaan, worden gestart met schematherapie en zal worden gekeken welke interventies verder nodig zijn.
De rechtbank vindt het zeer positief dat de veroordeelde, zoals hij op de terechtzitting heeft aangegeven, nu de knop heeft omgezet en gemotiveerd is voor behandeling. Dat maakt echter niet dat kan worden volstaan met een kortere verlenging dan de – volgens de deskundigen – benodigde 24 maanden. Niet alleen moet de behandeling nog worden voortgezet, ook het verloftraject moet nog worden opgestart. Voor de komende periode is het belangrijk dat de veroordeelde zich blijft inspannen voor zijn behandeling. Hoewel van groot belang is dat de veroordeelde gemotiveerd blijft voor behandeling, meent de rechtbank dat een realistisch beeld moet worden geschetst en dat de veroordeelde geen valse hoop moet worden gegeven. Omdat de rechtbank onwaarschijnlijk acht dat de behandeling en het resocialisatietraject kunnen worden afgerond binnen een termijn van 12 tot 18 maanden, is een verlenging van de PIJ-maatregel met 24 maanden nodig. Een tussentijdse beoordeling heeft onder die omstandigheden geen meerwaarde. De rechtbank vertrouwt erop dat de inrichting de komende periode steeds passende vervolgstappen in het traject van de veroordeelde zal nemen, zodra blijkt dat de veroordeelde hieraan toe is en dit ook verantwoord wordt geacht, ook als er (nog) geen vaste begeleider betrokken is.
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, Sv, geeft de rechtbank aan dat de maatregel, gelet op de ingangsdatum, de huidige expiratiedatum en de verlenging bij deze beslissing, op 11 april 2027 voorwaardelijk zal eindigen en op 11 april 2028 onvoorwaardelijk zal eindigen.

5.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
met 24 maanden.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Riege, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. S. Jordaan en S.C. Sassen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Cortenberghe - van Dam, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 10 april 2025.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening en de veroordeelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. (
art.6:6:37 Sv)