Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. Verzoeker woont sinds 1996 in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij heeft geen vast woonadres. Hij is getrouwd met [partner] en zij hebben twee minderjarige kinderen (vijf jaar en één jaar). Verzoekers vrouw woonde met de kinderen bij verzoekers vader in Turkije. Zij verblijven sinds 8 maart 2025 in Nederland. Verzoekers vrouw heeft een (toeristen)visum voor drie maanden en de kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit. Verzoeker verblijft bij zijn zus en zijn gezin woont tijdelijk bij verzoekers moeder in een 55+ woning.
Waar gaat het in deze zaak om?
4. Verzoeker heeft op 18 maart 2025 een aanvraag ingediend voor maatschappelijke opvang en het college heeft deze aanvraag afgewezen. Volgens het college voldoet verzoeker niet aan de voorwaarden voor maatschappelijke opvang, omdat hij in staat wordt geacht om zich op eigen kracht, met de gebruikelijke voorzieningen en met hulp van zijn netwerk te handhaven in de samenleving. Daarnaast heeft verzoeker niet aannemelijk gemaakt dat het voor zijn vrouw en kinderen noodzakelijk was om Turkije te verlaten. Ook is volgens het college niet gebleken dat verzoekers vrouw en kinderen niet langer in Turkije konden verblijven om hun komst naar Nederland beter voor te bereiden. Verzoeker is het niet eens met dit besluit en wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat er aan hem en zijn gezin opvang wordt verleend.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
5. De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoeker een spoedeisend belang?
6. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening is voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
7. Volgens verzoeker is er een spoedeisend belang omdat hij en zijn gezin geen vaste verblijfplaats hebben. Zijn gezin woont tijdelijk bij verzoekers moeder in een 55+ woning, maar daar mogen zij zich niet inschrijven. Hierdoor zijn zij ook niet verzekerd. Bovendien zijn er klachten over geluidsoverlast, zodat zij daar ook niet al te lang meer kunnen verblijven. Verder kan het oudste kind zonder vast woonadres niet naar school. De voorzieningenrechter ziet hierin een voldoende spoedeisend belang voor een inhoudelijke beoordeling van het verzoek.
8. Een inwoner van Nederland komt – kort gezegd – in aanmerking voor opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) als hij de thuissituatie heeft verlaten en niet in staat is zich op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te handhaven in de samenleving. In zo’n geval is iemand niet zelfredzaam.
9. Als een zelfredzaam iemand een woning krijgt, dan zijn de problemen van die persoon daarmee ook opgelost. Bij iemand die niet zelfredzaam is, is dat niet het geval. De persoon die niet zelfredzaam is, zal ondanks het krijgen van een woning nog steeds geholpen moeten worden om zijn dagelijks leven te organiseren. Om die reden wordt bij maatschappelijke opvang het verlenen van opvang dan ook gekoppeld aan een hulptraject.
10. Gelet op de hulpvraag van verzoeker moet beoordeeld worden of zijn huisvestingsprobleem wordt veroorzaakt doordat hij zich niet kan handhaven in de samenleving.
11. Uit het gesprek dat met verzoeker is gevoerd, komt naar voren dat hij uitsluitend een huisvestingsprobleem heeft. Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit, zodat hij kan werken, een uitkering kan aanvragen en een beroep kan doen op bepaalde toeslagen. Met die financiële middelen zou hij in zijn levensonderhoud kunnen voorzien en woonruimte kunnen huren. Voor praktische problemen zoals inschrijven in de basisregistratie personen, het regelen van een verzekering en het aanvragen van een verblijfsvergunning voor zijn vrouw, kan verzoeker hulp krijgen van instanties zoals Vraagwijzer. Hier is geen speciaal hulptraject voor nodig. Verzoeker zou zich dus met hulp van familie en instanties kunnen redden in de samenleving.
12. De voorzieningenrechter begrijpt dat verzoeker graag bij zijn gezin wil zijn, maar hij heeft zijn vrouw en kinderen vanuit een stabiele woonsituatie in Turkije naar Nederland gehaald, zonder dat hij over woonruimte of voldoende financiële middelen beschikte. Hij heeft hun komst naar Nederland onvoldoende voorbereid. Er is ook niet gebleken dat verzoekers vrouw en kinderen niet langer in Turkije konden verblijven. Verzoeker heeft bij zijn aanvraag verklaard dat hij zijn gezin naar Nederland heeft laten komen, omdat hij van mening is dat de scholen hier beter zijn. Hieruit blijkt niet dat er een noodsituatie was waardoor het gezin Turkije moest verlaten. Tijdens de zitting heeft hij aangevoerd dat zijn gezin niet langer in Turkije kon verblijven, omdat er problemen waren met de stiefmoeder (vrouw van zijn vader). Verzoeker heeft dit echter niet eerder aangevoerd en verder ook niet aannemelijk gemaakt.
13. Verzoeker heeft verder nog een beroep gedaan op artikel 3 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK). Bij alle maatregelen die betrekking hebben op kinderen, moeten hun belangen worden betrokken. Volgens het college hebben de kinderen op dit moment onderdak. Verder is tijdens het kindintake gesprek geconstateerd dat de kinderen er verzorgd uitzien en dat de ouders zorgzaam lijken. Er zijn geen zorgen over de veiligheid van de kinderen. Daarnaast heeft het college tijdens de zitting verklaard dat als verzoekers kinderen daadwerkelijk op straat komen te staan, het crisisinterventieteam wordt ingeschakeld. Het crisisinterventieteam zal dan met verzoeker gaan kijken naar de opvangmogelijkheden. Gelet hierop is er geen grond voor het oordeel dat het college zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van de kinderen.
14. De problemen waar verzoeker tegenaan loopt, lijken eerder te maken te hebben met de schaarste op de woningmarkt. Het is voor veel mensen in Nederland moeilijk om een (betaalbare) woning te vinden. De maatschappelijke opvang op grond van de Wmo is echter niet bedoeld om hiervoor een oplossing te bieden.