ECLI:NL:RBROT:2025:5898
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft verzoeker een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering, welke door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam is afgewezen met een besluit van 3 april 2025. Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 12 mei 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van het college aanwezig was, maar verzoeker zelf niet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker het griffierecht van € 53,- niet heeft betaald, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld via een aangetekende brief van 14 april 2025. Deze brief is op 16 april 2025 bij verzoeker bezorgd. Aangezien verzoeker niet is verschenen om een verklaring te geven voor het niet betalen van het griffierecht en er geen verontschuldiging is aangetoond, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 12 mei 2025 door mr. G.A. Bouter-Rijksen, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.