Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] (ontvangen op 6 februari 2025), met bijlagen;
- het verweerschrift van [verweerster] met voorwaardelijk tegenverzoek (ontvangen op 7 april 2025), met bijlagen;
- de brief van 11 april 2025 van [verzoekster] , met bijlagen;
- de e-mail van 14 april 2025 van [verweerster] , met één bijlage;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigden van partijen.
2.De beoordeling
hoe dat er dan in de praktijk uit gaat zien en hoe we die verdeling doen en hoe jullie gaan samenwerken ja dat moet natuurlijk nog wel ingekleurd worden” en “
dus het idee dat ik wel heb, is dat hem, het is een man, wil inzetten op het stuk eten en drinken in NRB, daar liggen nog een aantal vraagstukken en projecten en jou op het stuk huishouding, linnen en logistiek en de projecten die daaraan gekoppeld zitten want…”. Dat [persoon A] op dat moment al een concrete definitieve verdeling had gemaakt tussen de twee domeinen en dat daar geen overleg over mogelijk was, blijkt niet uit de hiervoor geciteerde teksten. [verweerster] had toen kennelijk wel al haar conclusies getrokken.