5.1.In zijn brief van 16 april 2025 heeft verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening aangevuld en verzocht om het college op te dragen onverwijld (binnen 1 week) onjuiste, gedateerde en onrechtmatig verwerkte persoonsgegevens te rectificeren.
Heeft verzoeker een spoedeisend belang?
6. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift.
De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er voldoende spoedeisend belang bij de verzochte voorlopige voorziening is, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
7. Het spoedeisend belang is er volgens verzoeker in gelegen dat hij hinder ondervindt van de volgens hem onrechtmatige verwerking van deze vijf persoonsgegevens. Onder meer bij het vinden van werk en het verkrijgen van nieuwe opdrachten. De gegevens blijven volgens verzoeker opduiken in diverse overleggen waaraan het college deelneemt en in allerlei artikelen op diverse media, waaronder het internet. Verzoeker vraagt de voorzieningenrechter daarom het college op te dragen hier onmiddellijk een eind aan te maken.
8. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek. Verzoeker heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van het besluit van 21 januari 2025, of het (vermeende) handelen van het college jegens derden, geen werk of geen nieuwe opdrachten (meer) kan krijgen en daarom niet goed kan functioneren. De voorzieningenrechter is niet gebleken dat er door of vanuit het college gegevens van verzoeker openbaar zijn gemaakt in kranten, tijdschriften, op het internet of via (sociale) media, laat staan op onrechtmatige wijze, of dat gegevens van verzoeker (oneigenlijk) zijn gebruikt in allerlei juridische en gerechtelijke procedures. Daarbij merkt de voorzieningenrechter op dat het tot nu toe vooral verzoeker zelf is geweest die allerlei procedures aanspant, waardoor (de) hem onwelgevallige gegevens steeds opnieuw op tafel komen.
Is het besluit evident onrechtmatig?
9. Het ontbreken van een spoedeisend belang staat niet aan het treffen van een voorlopige voorziening in de weg als sprake is van een evident onrechtmatig besluit. Dit betekent dat de gevraagde voorziening verder alleen nog kan worden getroffen als het besluit van verweerder evident onrechtmatig is. Met evident onrechtmatig wordt bedoeld dat zonder diepgaand onderzoek naar de relevante feiten en het recht zeer ernstig moet worden betwijfeld of het door verweerder ingenomen standpunt juist is en of het besluit in de bezwaarprocedure stand zal houden.
10. De voorzieningenrechter ziet vooralsnog geen reden om hieraan te twijfelen. De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen in deze procedure op allerlei punten van mening verschillen. Partijen twisten onder meer over de feiten, over de vraag wat onder het begrip persoonsgegevens moet worden verstaan en wat de reikwijdte van de relevante bepalingen van de AVG is, en over de juistheid, volledigheid en waardering van de in geding zijnde (persoons)gegevens. Het college heeft zijn standpunt onderbouwd met onder meer verwijzingen naar meerdere uitspraken, zowel uitspraken over het handelen van verzoeker als ambtenaar van de gemeente Rotterdam in de periode 2009 tot en met 2011, als uitspraken waarin (onder meer) is geoordeeld over geschilpunten die ook in deze procedure voorliggen. Onder deze omstandigheden kan niet zonder twijfel worden gesteld dat het besluit van 21 januari 2025 evident onrechtmatig is. De voorzieningenrechter ziet daarom ook in zoverre geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. De inhoudelijke geschilpunten kan verzoeker in de bezwaarprocedure aan de orde stellen.