ECLI:NL:RBROT:2025:5943
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding ontruiming huurwoning met vorderingen bij verstek toegewezen
In deze zaak, die op 1 mei 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2], vertegenwoordigd door mr. M.P.C. van Essen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De eisers hebben verzocht om ontruiming van een huurwoning vanwege een huurachterstand van zeven maanden, wat hen in financiële problemen heeft gebracht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is om de vordering toe te wijzen, aangezien het uitblijven van huurbetalingen leidt tot liquiditeitsproblemen voor de eisers. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het aannemelijk is dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden en heeft gedaagde veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.708,25 aan eisers, met wettelijke rente, en de proceskosten zijn begroot op € 1.243,44, die ook door gedaagde moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, zelfs als gedaagde in hoger beroep gaat.