Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 oktober 2024, met bijlagen;
- het mondelinge antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft DW Pompen B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het tanken van brandstof zonder betaling. Op 4 september 2024 heeft een Fiat Panda met kenteken [kenteken] getankt bij DW Pompen, waarbij het kenteken op naam van [gedaagde] stond. DW Pompen vordert betaling van het openstaande bedrag van € 67,05, evenals incassokosten en proceskosten. [gedaagde] betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de auto van een derde, [naam], is en dat hij niet verantwoordelijk is voor de handelingen van deze persoon.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door niet de benodigde gegevens te verstrekken van de persoon die daadwerkelijk heeft getankt. De zorgplicht van de kentekenhouder houdt in dat hij moet zorgen dat hij de gegevens van de gebruiker van de auto kan verstrekken. Aangezien [gedaagde] dit heeft nagelaten, is hij aansprakelijk voor de schade die DW Pompen heeft geleden.
De kantonrechter heeft DW Pompen gedeeltelijk in het gelijk gesteld en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 67,05 voor de getankte brandstof, evenals € 52,50 voor de kosten van het vaststellen van de aansprakelijkheid. De vordering tot incassokosten is afgewezen, omdat DW Pompen niet heeft aangetoond dat er meer werkzaamheden zijn verricht dan voor de procedure noodzakelijk was. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 343,54. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.