ECLI:NL:RBROT:2025:5950

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
11349467 CV EXPL 24-25566
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een koopovereenkomst voor een auto met toewijzing van annuleringskosten en proceskosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Van Mossel MB B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft de ontbinding van een koopovereenkomst voor een Mercedes, die op 16 november 2023 is gesloten voor een bedrag van € 85.000,00. De gedaagde heeft slechts € 1.000,00 betaald en heeft nagelaten het restant te voldoen, ondanks meerdere aanmaningen van Van Mossel. Van Mossel heeft de overeenkomst ontbonden en vordert een schadevergoeding van 15% van de koopsom, wat neerkomt op € 11.750,00, plus rente en kosten.

De gedaagde betwist de vordering en stelt dat er een afspraak was gemaakt om de auto aan een ander te verkopen, omdat hij deze niet kon betalen. De kantonrechter heeft de vordering van Van Mossel toegewezen, omdat er geen bewijs was voor de stelling van de gedaagde. De rechter heeft ambtshalve getoetst of er sprake was van een schending van informatieverplichtingen, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval was. De kantonrechter heeft ook de annuleringskosten toegewezen, gebaseerd op de algemene voorwaarden van Van Mossel, en heeft geoordeeld dat de gedaagde deze kosten moet betalen.

Daarnaast zijn de incassokosten en rente toegewezen aan Van Mossel, en is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Van Mossel het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11349467 CV EXPL 24-25566
datum uitspraak: 9 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Van Mossel MB B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Van Mossel’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 7 oktober 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de mail van Van Mossel, met bijlagen.
1.2.
Op 7 april 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren de heer [persoon A] en de heer [persoon B] aanwezig namens Van Mossel bijgestaan door haar gemachtigde. [gedaagde] is, ondanks dat hij behoorlijk is opgeroepen, niet verschenen.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] en Van Mossel hebben op 16 november 2023 een koopovereenkomst gesloten. [gedaagde] heeft met Van Mossel afgesproken een Mercedes te kopen voor een prijs van € 85.000,00. Van Mossel heeft [gedaagde] meermaals gevraagd het aankoopbedrag te betalen en de auto af te nemen. [gedaagde] heeft een bedrag van € 1.000,00 betaald, maar heeft nagelaten om het restant te betalen. Na meerdere aanmaningen heeft Van Mossel de koopovereenkomst ontbonden en een schadevergoeding van 15% van de koopsom bij [gedaagde] in rekening gebracht. [gedaagde] heeft deze niet betaald. In deze procedure eist Van Mossel € 11.750,00 van [gedaagde] , met rente en kosten.
2.2.
[gedaagde] stelt dat hij met Van Mossel heeft afgesproken dat de auto verkocht zou worden aan een ander, omdat hij de auto niet kon betalen. [gedaagde] geeft dan ook aan dat hij geen schadevergoeding hoeft te betalen. Van Mossel betwist dat deze afspraak is gemaakt.
2.3.
De kantonrechter wijst de vorderingen van Van Mossel toe. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
(Pre)contractuele informatieverplichtingen
2.4.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die is gesloten tussen een handelaar en een consument anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet vóór het sluiten van de overeenkomst aan de consument bepaalde informatie worden verstrekt en deze informatie moet aan de consument worden
bevestigd op een duurzame gegevensdrager. De rechter moet ambtshalve beoordelen of sprake is van een schending van zo’n verplichting. Als sprake is van een voldoende ernstige schending dan moet de rechter de betalingsverplichting van de consument (gedeeltelijk) vernietigen. In dit geval is er geen sprake van een voldoende ernstige schending.
[gedaagde] moet € 11.750,00 betalen aan Van Mossel
2.5.
De kantonrechter wijst de annuleringskosten toe. Van Mossel doet een beroep op artikel 8.1 en 8.3 van de algemene voorwaarden. Deze bepalingen bevatten een grondslag voor een consument om de koopovereenkomst te annuleren. Er wordt dan 15% van het aankoopbedrag aan annuleringskosten bij de consument in rekening gebracht.
Ambtshalve toetsing
2.6.
De kantonrechter moet ambtshalve toetsen of artikel 8.3 van de BOVAG-voorwaarden een oneerlijk beding is. In het beding is opgenomen dat een consument bij het annuleren van de koopovereenkomst 15% van het aankoopbedrag aan annuleringskosten moet betalen. De verkoper mag alleen een redelijke vergoeding voor geleden verlies of gederfde winst in rekening brengen.
2.7.
De kantonrechter overweegt dat er geen sprake is van een oneerlijk beding. Van Mossel heeft voldoende onderbouwd dat de in rekening gebrachte annuleringskosten aansluiten bij de geleden schade. De auto is namelijk op het moment van de zitting nog te koop voor een lager bedrag van € 75.940,00 en is vanaf het moment van de aankoop gestald bij Van Mossel. Dit is door [gedaagde] niet weersproken.
Van Mossel mocht afleiden dat [gedaagde] de overeenkomst wilde annuleren
2.8.
De kantonrechter oordeelt dat voldoende komt vast te staan dat [gedaagde] de koopovereenkomst op grond van artikel 8.1 van de algemene voorwaarden heeft willen annuleren. Dit blijkt uit het uitblijven van een antwoord van [gedaagde] nadat Van Mossel meerdere keren contact heeft opgenomen met hem. [gedaagde] heeft bij brief van 14 mei 2024 een laatste kans gekregen om de auto af te nemen of de annuleringskosten te betalen. [gedaagde] heeft de auto toen niet alsnog afgenomen. Daarnaast mag Van Mossel uit het uitblijven van volledige betaling afleiden dat [gedaagde] de overeenkomst heeft willen annuleren. Dit alles is niet door [gedaagde] tegengesproken. [gedaagde] heeft in zijn antwoord juist aangegeven de koopprijs niet te kunnen betalen. Doordat Van Mossel uit de gedragingen van [gedaagde] mocht afleiden dat deze de overeenkomst wilde annuleren, mag zij de annuleringskosten opgenomen in artikel 8.3 van de algemene voorwaarden bij [gedaagde] in rekening brengen. De annuleringskosten bedragen € 12.750,00.
2.9.
[gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd dat tussen hem en Van Mossel de afspraak is gemaakt dat hij kosteloos de overeenkomst mocht annuleren. Van Mossel heeft dit ter zitting betwist. Uit de stukken blijkt verder niet dat deze afwijkende afspraak tussen [gedaagde] en Van Mossel is gemaakt, waardoor het oordeel blijft dat [gedaagde] de annuleringskosten moet betalen.
2.10.
[gedaagde] heeft op 16 maart 2024 € 1.000,00 betaald. Van Mossel brengt dit in mindering op de hoofdsom, waardoor een bedrag van € 12.750,00 - € 1.000,00 = € 11.750,00 aan hoofdsom wordt toegewezen.
De incassokosten worden toegewezen
2.11.
De incassokosten van € 892,50 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De kantonrechter heeft opgemerkt dat in de brief van 14 mei 2024 de incassokosten zijn berekend op basis van de juiste hoofdsom. In de brief van 17 juni 2024 worden de incassokosten berekend op basis van een te hoge hoofdsom, omdat de wettelijke rente is meegenomen in de hoofdsom. In de brief maakt Van Mossel aanspraak op € 893,78 aan incassokosten. De kantonrechter ziet echter dat in de dagvaarding de incassokosten die zijn berekend op basis van de juiste hoofdsom exclusief de wettelijke rente worden gevorderd.
[gedaagde] moet rente betalen
2.12.
De rente wordt toegewezen, omdat Van Mossel genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. Tot 25 september 2024 bedraagt de rente € 128,45.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.13.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Van Mossel moet betalen op € 137,38 aan dagvaardingskosten, € 1.409,00 aan griffierecht, € 812,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 406,00) en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 2.493,38. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.14.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Van Mossel dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Van Mossel te betalen € 12.770,95 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 11.750,00 vanaf 25 september 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Van Mossel worden begroot op € 2.493,38;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
64363