ECLI:NL:RBROT:2025:5952

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
11470067 CV EXPL 24-33995
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen uit geneeskundige behandelingsovereenkomst

In deze zaak vordert Anders Medical Factoring B.V. betaling van een openstaand bedrag van € 313,83 van de gedaagden, die in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van een minderjarige een geneeskundige behandelingsovereenkomst hebben gesloten. De behandelingen zijn uitgevoerd door Ortholie, en de vorderingen zijn gecedeerd aan Anders Medical. De gedaagden hebben betwist dat er nog openstaande facturen waren, omdat zij in april 2024 door de gemachtigde van Anders Medical geïnformeerd zouden zijn dat er geen vorderingen meer openstonden. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedaagden niet mochten vertrouwen op deze mededeling, aangezien de facturen pas in september 2024 aan de gemachtigde zijn overgedragen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de openstaande facturen toegewezen, maar de vordering tot incassokosten afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat de gedaagden een veertiendagenbrief hebben ontvangen. De gedaagden zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag en de proceskosten, die zijn begroot op € 453,54. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11470067 CV EXPL 24-33995
datum uitspraak: 9 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Anders Medical Factoring B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
1. [gedaagde 1] , in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [persoon A],
woonplaats: Rotterdam,
2. [gedaagde 2] , in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [persoon A],
woonplaats: Rotterdam
gedaagden,
die zelf procederen.
De eisende partij wordt hierna ‘Anders Medical’ genoemd. Gedaagde partijen worden ‘ [gedaagde 2] ’ en ‘ [gedaagde 1] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 12 december 2024, met bijlagen;
  • het antwoord.
  • de brief van de rechtbank van 24 maart 2025;
  • de e-mail van Anders Medical van 10 april 2025.
1.2.
Op 21 maart 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was de heer [persoon B] namens de gemachtigde van Anders Medical aanwezig. Ook was [gedaagde 1] aanwezig. [gedaagde 1] is tijdens de zitting wegens ziekte niet verschenen. Tijdens de zitting hebben partijen verzocht om de zaak twee weken aan te houden om te beoordelen of een schikking kon worden getroffen. Anders Medical heeft in haar e-mail van 10 april 2025 verklaard dat er geen schikking is getroffen tussen partijen.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde 1] en [gedaagde 1] hebben in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers namens hun minderjarige kind een geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten waarin is bepaald dat Ortholie tandheelkundige behandelingen verricht tegen betaling. [gedaagde 1] en [gedaagde 1] hebben in totaal € 313,83 niet betaald. De facturen zien op behandelingen die tussen februari 2023 en december 2023 zijn gefactureerd. Ortholie heeft haar vorderingen gecedeerd aan CE Medical Factoring B.V. Op basis van een incasso-, proces- en executievolmacht is Anders Medical gerechtigd om in eigen naam de vordering op [gedaagde 1] en [gedaagde 1] te incasseren. Anders Medical treedt daarom nu in deze procedure op als eisende partij en eist een bedrag van € 313,83 vordert van [gedaagde 1] en [gedaagde 1] , met rente en kosten. Ook vordert Anders Medical dat [gedaagde 1] en [gedaagde 1] worden veroordeeld in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 1] stellen dat de gemachtigde van Anders Medical in april 2024 per brief heeft laten weten dat Anders Medical geen vorderingen meer heeft openstaan. Zij vinden dat ze erop mochten vertrouwen dat er geen facturen van voor april 2024 openstonden. De gemachtigde van Anders Medical benoemt dat deze facturen pas in september 2024 uit handen zijn gegeven aan haar. Verder betwisten [gedaagde 1] en [gedaagde 1] een aanmaning te hebben ontvangen.
2.3.
De kantonrechter wijst de onbetaalde facturen toe en de incassokosten af. Hieronder wordt dit uitgelegd.
[gedaagde 1] en [gedaagde 1] moeten € 313,83 betalen aan Anders Medical
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 1] , hoofdelijk, de openstaande facturen met een totaalbedrag van € 313,83 aan Anders Medical moeten betalen. [gedaagde 1] heeft de behandelingen niet betwist, waardoor het uitgangspunt is dat Anders Medical deze behandelingen in rekening mag brengen.
2.5.
[gedaagde 1] en [gedaagde 1] stellen dat zij erop mochten vertrouwen dat er geen facturen van Anders Medical meer openstonden nadat [gedaagde 1] hierover heeft geïnformeerd bij LAVG in april 2024. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 1] niet mochten concluderen dat er helemaal geen facturen meer openstonden. De gemachtigde van Anders Medical heeft namelijk uitgelegd dat deze facturen uit handen zijn gegeven in september 2024 aan LAVG, dus geruime tijd na het gesprek met [gedaagde 1] en [gedaagde 1] . Na het betalen van ruim € 1.300,00 in april 2024 stond er dus ook geen schuld meer open bij LAVG, maar dat laat onverlet dat er nog wel schulden open konden staan bij Anders Medical of Ortholie. [gedaagde 1] en [gedaagde 1] mochten op basis van de brief van LAVG niet zomaar verwachten dat daarmee alle behandelingen die voor april 2024 zijn geweest, ook al betaald zijn, omdat CE Medical Factoring B.V. de partij is die alle facturen opstelt en hierin het overzicht moet bewaren. Pas als de factuur onbetaald blijft, wordt deze uit handen gegeven aan LAVG. De kantonrechter snapt de verwarring, maar kan hieraan geen juridische consequenties verbinden. Hierdoor blijft het uitgangspunt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 1] de openstaande facturen moeten betalen.
De incassokosten worden afgewezen
2.6.
De incassokosten worden afgewezen, omdat niet komt vast te staan dat [gedaagde 1] en [gedaagde 1] een veertiendagenbrief hebben ontvangen. Anders Medical heeft pas recht op incassokosten als zij een veertiendagenbrief heeft gestuurd met de kans om zonder extra kosten het volledige bedrag te betalen. In de dagvaarding is een brief opgenomen die verzonden zou zijn naar [gedaagde 1] en [gedaagde 1] . Deze brief moet [gedaagde 1] en [gedaagde 1] hebben bereikt om werking te hebben (artikel 3:37 lid 3 BW). [gedaagde 1] en [gedaagde 1] betwisten deze aanmaning te hebben ontvangen. Anders Medical heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat zij deze brief wel hebben ontvangen.
[gedaagde 1] en [gedaagde 1] moeten rente betalen
2.7.
De rente over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf 27 februari 2023 heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald, wordt toegewezen, omdat Anders Medical genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde 1] en [gedaagde 1] dat niet hebben betwist.
[gedaagde 1] en [gedaagde 1] moeten de proceskosten betalen
2.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde 1] en [gedaagde 1] , omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). Zij zijn daarvoor hoofdelijk aansprakelijk (artikel 6:7 BW). [1] De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde 1] en [gedaagde 1] aan Anders Medical moeten betalen op € 113,54 aan dagvaardingskosten, € 135,00 aan griffierecht, € 164,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 82,00) en € 41,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 453,54. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Anders Medical dat eist en [gedaagde 1] en [gedaagde 1] daar geen bezwaar tegen hebben gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 1] , hoofdelijk, om aan Anders Medical te betalen € 313,83 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf 27 februari 2023 heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 1] hoofdelijk in de proceskosten, die aan de kant van Anders Medical worden begroot op € 453,54;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
64363

Voetnoten

1.Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1942