Uitspraak
1.Inleiding
2.Procesverloop
,bijgestaan door de raadsvrouw, en
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een TBS-zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een persoon, geboren in 1978, die verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft eerder, op 4 oktober 2005, de terbeschikkingstelling gelast vanwege meermalen (poging tot) diefstal met geweld en afpersing. De terbeschikkingstelling is op 27 februari 2007 ingegaan. Op 17 januari 2025 heeft het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling ingediend, welke op 26 februari 2025 is behandeld. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling toen met één jaar verlengd en de behandeling van het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aangehouden in afwachting van een advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT). Op 18 maart 2025 ontving de rechtbank het advies van het AVT, dat positief was over de aanvraag voor transmuraal verlof. Tijdens de zitting op 19 maart 2025 zijn de betrokken partijen, waaronder de officier van justitie en deskundigen, gehoord. Zowel de officier van justitie als de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, met de voorkeur voor plaatsing bij Domus+ in het kader van transmuraal verlof. De rechtbank heeft, na beoordeling van de adviezen en de situatie van de ter beschikking gestelde, besloten het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging af te wijzen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.