In deze zaak heeft Hoist Finance AB, gevestigd in Stockholm, Zweden, een verzetprocedure aangespannen tegen een gedaagde die in het verleden een abonnement had afgesloten bij Sportschool IJsselmonde. De gedaagde heeft een betalingsachterstand laten ontstaan en is bij verstek veroordeeld tot betaling van € 142,16, inclusief wettelijke rente en incassokosten. De gedaagde heeft echter een verzetdagvaarding ingediend, waarin hij betwist dat hij een overeenkomst heeft gesloten met Hoist Finance of Direct Pay Services. Hoist Finance stelt dat de verzetdagvaarding te laat is ingediend, aangezien de termijn voor verzet op 14 november 2024 is ingegaan, na de eerste uitbetaling van het gelegde beslag. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet ontvankelijk is in zijn verzet, omdat hij de verzetdagvaarding te laat heeft ingediend. De kantonrechter concludeert dat er geen omstandigheden zijn die de verzettermijn zouden verruimen en dat de toepassing van de wettelijke regeling niet in strijd is met artikel 6 EVRM. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 30,00 aan salaris voor de gemachtigde van Hoist Finance. Het vonnis is uitgesproken door mr. F. Aukema-Hartog op 23 mei 2025.