Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 februari 2025, met bijlagen;
- de aantekeningen van de griffier van de op de rolzitting van 11 maart 2025 mondeling gegeven reactie van [gedaagde] en het daarbij door hem overgelegde schriftelijke verweer;
- de conclusie van repliek, met bijlagen;
- de schriftelijke reactie van [gedaagde], met bijlage.
2.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan [eiseres] te betalen € 370,53,
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, en
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- dat zij met [gedaagde] heeft gecontracteerd ter zake van een serviceabonnement,
- dat zij hem opdracht heeft gegeven een probleem met haar cv-ketel te verhelpen,
- dat zij [gedaagde] voor zijn werkzaamheden € 152,- heeft betaald,
- dat vervolgens gebleken is dat daarmee het probleem niet was verholpen,
- dat [gedaagde] na aanmaning door [eiseres] het serviceabonnement heeft opgezegd en heeft toegezegd het bedrag van € 152,- aan [eiseres] terug te betalen en ook de hem aangezegde kosten van een door [eiseres] in te schakelen derde, zijnde € 218,53, te vergoeden, maar
- dat [gedaagde] ondanks aanmaning in gebreke is gebleven die afspraak na te komen.
3.De beoordeling
Dit in de zin van artikel 6:83 lid c BW. Daarom ben ik nu gerechtigd om een derde uw werkzaamheden te laten controleren en zullen wij u voor de kosten in deze aansprakelijk stellen.”, waarop hij dan reageert: “
Prima, succes, nu graag uw rekeningnummer”.