Op 11 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, [naam moeder], belast is met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige], die momenteel in een pleeggezin verblijft. De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. Tijdens de zitting op 11 april 2025 zijn er zorgen geuit over de thuissituatie van [voornaam minderjarige], waarbij sprake is van ernstige onveiligheid door huiselijk geweld en schending van veiligheidsafspraken door de moeder. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig wordt bedreigd en dat hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verleend tot 11 april 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleeggezin tot 11 september 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.