Op 11 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van de kinderen, die eerder was verlengd tot 19 april 2025, nu voor [voornaam minderjarige 1] wordt verlengd tot zijn meerderjarigheid op 13 oktober 2025, en voor [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] tot 19 april 2026. De kinderrechter heeft ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 3] bij de tante verlengd, maar voor een kortere duur dan verzocht, namelijk tot 19 juli 2025. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkelingen in de situatie van de ouders en de kinderen meegewogen, zoals de deelname aan therapieën en de verbeterde gezinsdynamiek. De ouders hebben aangegeven dat ze zich niet verzetten tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en hopen op een terugkeer van de kinderen naar huis. De kinderrechter heeft benadrukt dat samenwerking tussen de ouders, de tante en de gecertificeerde instelling van groot belang is voor de toekomst van de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.