ECLI:NL:RBROT:2025:6143
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen werkplan wegens ontbreken procesbelang
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, die zich ziek had gemeld terwijl zij een uitkering ontving op basis van de Werkloosheidwet, had beroep ingesteld tegen een werkplan van het UWV. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was vanwege het ontbreken van procesbelang. Dit was het gevolg van het feit dat er op dat moment geen verplichtingen meer voor eiseres golden op basis van het werkplan en dat er geen uitvoering aan was gegeven. De rechtbank benadrukte dat het UWV wel de mogelijkheid heeft om opnieuw te onderzoeken naar re-integratiemogelijkheden voor eiseres.
Het procesverloop begon met een primaire beslissing van het UWV op 24 april 2023, waarbij eiseres werd aangemeld bij de re-integratiedienst. Het UWV verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond met een besluit op 10 oktober 2023. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraak over de WIA-uitkering van 16 juli 2024, waartegen geen hoger beroep was ingesteld, kracht van gewijsde had. Dit betekende dat de medische gronden die eiseres aanvoerde buiten het geschil vielen.
De rechtbank concludeerde dat er geen situatie van geen benutbare mogelijkheden was en dat eiseres een re-integratieverplichting had. Aangezien het werkplan inmiddels verouderd was en er geen actuele verplichtingen golden, was er geen procesbelang meer voor eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af.