In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2025 uitspraak gedaan over een verzoek van een verzoekster om een gedwongen schuldregeling te bevelen. De verzoekster, die op een geheim adres woont, had een aantal schuldeisers benaderd met een aanbod voor een schuldregeling. Echter, de rechtbank oordeelde dat het aanbod niet goed en controleerbaar was gedocumenteerd. De weigerende schuldeisers waren niet duidelijk geïdentificeerd en de schuldenlast was toegenomen in plaats van afgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigerende schuldeisers, die niet verschenen waren op de zitting, in redelijkheid niet tot instemming met de schuldregeling konden komen. De rechtbank heeft het verzoek om de weigerende schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen, omdat de belangen van de weigerende schuldeisers zwaarder wogen dan die van de verzoekster. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.