In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord aan een aantal schuldeisers van de verzoekster. De verzoekster had op 30 januari 2025 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan haar schuldeisers, waarbij zij een betaling van 2,33% aan de preferente schuldeisers en 1,17% aan de concurrente schuldeisers voorstelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat 21 van de 24 schuldeisers met de regeling instemden, terwijl Cerco Caffe, [persoon B] en VCN weigerden. De rechtbank heeft de belangen van de weigerende schuldeisers afgewogen tegen die van de verzoekster en de overige schuldeisers die wel instemden. De rechtbank oordeelde dat het aangeboden akkoord een gunstiger resultaat oplevert voor de schuldeisers dan de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de weigerende schuldeisers bevolen in te stemmen met de schuldregeling en hen veroordeeld in de kosten van de procedure. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen, en de rechtbank heeft bepaald dat het vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.