Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 15 juli 2024, met producties 1-6;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties 1-8;
- de brief van de rechtbank van 30 oktober 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald op 4 maart 2025;
- de e-mail van de rechtbank van 3 februari 2025 met daarin een zittingsagenda met vragen voor partijen;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 7 en 8;
- de door TWS op 20 februari 2025 nagezonden producties 9 - 14;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 4 maart 2025;
- de spreekaantekeningen van mr. Hofmans.
5.Non-competition
The remaining dividend of 2023 will be paid out as soon as funds are available. [Onderstreping Rechtbank: “het dividendbesluit"]
4.What else comes to the table.
3.Het geschil
in conventie
3. TWS te veroordelen tot betaling aan Navtrans van € 100.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2024, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
Conventie en reconventie
allevergaderingsgerechtigden met deze wijze van besluitvorming hebben ingestemd. Dit wettelijke uitgangspunt is ook opgenomen in de artikelen 20 en 25 van de statuten van TWS .
dat op geen enkele wijze valt uit te sluiten” dat zij en [bedrijf 2] / [bedrijf 3] kennis hebben van vertrouwelijke zaken van TWS omdat [persoon C] aandeelhouder is van TWS . Volgens [persoon A] zou [persoon D] tijdens een telefoongesprek met hem hebben geciteerd uit de vertrouwelijke notulen van TWS . Navtrans heeft dit gemotiveerd betwist en toegelicht dat [persoon C] na ontvangst van de notulen van 30 april 2024 zijn dochter heeft geïnformeerd over de bezwaren van TWS over de concurrentie van [bedrijf 2] / [bedrijf 3] . Hij heeft haar toen geadviseerd om hierover contact op te nemen met [persoon A] . Meer niet. Navtrans noch [persoon C] hebben vertrouwelijke informatie over TWS doorgespeeld aan [bedrijf 2] / [bedrijf 3] . Navtrans heeft ook onweersproken aangevoerd dat zij als aandeelhouder geen kennis heeft van bijvoorbeeld vertrouwelijke prijsinformatie van TWS . Nog los van het feit dat Navtrans of [persoon C] geen notulen aan [bedrijf 2] / [bedrijf 3] hebben doorgespeeld, bevatten de notulen ook geen vertrouwelijke informatie zodat ook niet duidelijk is welke gevoelige informatie zou zijn gelekt, aldus Navtrans . Hierop is door TWS niet meer voldoende inhoudelijk gereageerd.
vier a vijf maanden in het opvolgende jaar is uitgekeerd”. Dit is door Caldo en Navtrans niet betwist zodat de rechtbank zal uitgaan van een uitkering per 1 mei 2025. Op dat moment was de uitkering ook voor Caldo en Navtrans opeisbaar en is TWS vanaf dat moment ook de wettelijke rente, in dit geval de rente ex artikel 6:119 BW, verschuldigd. Als onbetwist staat tot slot vast dat Caldo en Navtrans ieder recht hebben op € 100.000,00 aan dividenduitkering. TWS zal daarom worden veroordeeld om Caldo en Navtrans ieder € 100.000,00 te betalen te vermeerderen met de wettelijke ex artikel 6:119 BW vanaf 1 mei 2025.