Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 maart 2025, met bijlagen;
- de e-mail van de gemachtigde van [eiser] van 13 maart 2025, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een ex-werknemer, [eiser], en zijn ex-werkgever, [gedaagde]. De ex-werknemer vorderde betaling van achterstallig loon, een transitievergoeding en vakantietoeslag, alsook de verstrekking van salarisspecificaties en een eindafrekening. De ex-werkgever had een deel van het salaris niet betaald en weigerde de transitievergoeding te voldoen, met als argument dat de ex-werknemer zich te vroeg had ingeschreven als zelfstandige in het Handelsregister. De kantonrechter oordeelde dat de ex-werkgever gehouden was de afspraken uit de vaststellingsovereenkomst na te komen, ondanks de stelling dat de ex-werknemer zich niet aan het concurrentiebeding had gehouden. De kantonrechter wees de vorderingen van de ex-werknemer toe, inclusief een wettelijke verhoging van 50% over het achterstallige loon, en schorste het concurrentie- en relatiebeding. Tevens werd de ex-werkgever veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.