Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam 1]en
[handelsnaam 2],
1.De procedure
2.De beoordeling
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2025 een vonnis gewezen in de zaak tussen eiseres en gedaagde. De advocaat van gedaagde heeft zich onttrokken en er heeft zich geen nieuwe advocaat gesteld. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, aangezien deze niet door gedaagde zijn weersproken. Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 4.513,68. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een vervangende schadevergoeding van € 61.314,21 en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 1.679,65, beide inclusief BTW. De wettelijke rente over de proceskosten en de schadevergoeding is toegewezen vanaf respectievelijk 26 december 2024 en 13 januari 2025. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.