ECLI:NL:RBROT:2025:6547

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
10829990 CV EXPL 23-32607
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de aankoop van een Porsche via een veilingsite met onjuiste kilometerstand en schadeverleden

In deze zaak heeft eiser op 31 oktober 2021 via het veilingplatform Catawiki een Porsche 997 Targa 3.8L gekocht voor € 54.000,-. De verkoper, gedaagde, had in de advertentie een kilometerstand van 27.259 vermeld. Eiser ontdekte in augustus 2023 dat de werkelijke kilometerstand meer dan 270.000 kilometer was en dat er sprake was van een onvermeld schadeverleden. Eiser heeft de koopovereenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van de koopsom en beredderingskosten. Gedaagde betwist de vorderingen en stelt dat de koopovereenkomst niet met eiser, maar met Woom GmbH is gesloten, waardoor eiser niet-ontvankelijk zou zijn. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een consumentenkoop en dat eiser ontvankelijk is in zijn vorderingen. De kantonrechter is van plan een deskundige te benoemen om de kilometerstand te verifiëren. Eiser heeft voldaan aan de klachtplicht, maar de kantonrechter wijst de vorderingen voor beredderingskosten en gederfde winst af. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor het indienen van een akte over de deskundige.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10829990 CV EXPL 23-32607
datum uitspraak: 9 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [woonplaats] ( [land] ),
eiser,
gemachtigde: aanvankelijk mr. F.L.P. Vulto, nu mr. K. Ripken,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. P.A. Visser.
De partijen worden hierna ‘ [eiser] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 25 oktober 2023;
  • de akte overlegging producties van [eiser] , met producties 1 t/m 13;
  • het antwoord, tevens bevattend exceptie van onbevoegdheid, met producties 1 t/m 5;
  • het antwoord in het incident;
  • het tussenvonnis van 3 mei 2024;
  • de akte overlegging producties van [gedaagde] , toegestuurd op 3 oktober 2024, met producties 6 t/m 11;
  • de akte overlegging producties tevens houdende vermeerdering eis van [eiser] , toegestuurd op 11 oktober 2024, met producties 14 t/m 17;
  • de akte overlegging producties van [gedaagde] , toegestuurd op 17 oktober 2024, met producties 12 en 13;
  • de akte overlegging producties van [eiser] , toegestuurd op 18 oktober 2024, met producties 18 t/m 20;
  • de spreekaantekeningen van [eiser] ;
  • de spreekaantekeningen van [gedaagde] ;
  • de akte van uitlating van [eiser] (mede namens [gedaagde] ) van 21 november 2024;
  • de brief van de gemachtigde van [gedaagde] van 15 januari 2025, met producties 14 en 15;
  • de rolbeslissing van 7 februari 2025;
  • de akte overlegging producties van [eiser] van 6 maart 2025, met productie 16;
  • de brief van de gemachtigde van [gedaagde] van 6 maart 2025;
  • de antwoordakte van [gedaagde] van 3 april 2025.
1.2.
Op 23 oktober 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was [eiser] via een Microsoft Teamsverbinding aanwezig, bijgestaan (in de zittingszaal) door mr. Ripken en mr. Vulto. Namens [gedaagde] was de heer [persoon A] aanwezig, bijgestaan door mr. Visser.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[eiser] heeft op 31 oktober 2021 via het veilingplatform Catawiki van [gedaagde] een Porsche 997 Targa 3.8L gekocht, met [chassisnummer] , voor een koopprijs van € 54.000,-. In de advertentie die [gedaagde] op de veilingsite heeft geplaatst stond vermeld dat de Porsche een kilometerstand van 27.259 zou hebben.
2.2.
[eiser] heeft, volgens zijn zeggen, in augustus 2023 ontdekt dat met de Porsche in werkelijkheid meer dan 270.000 kilometer is gereden. Ook zou sprake zijn van een onvermeld schadeverleden en heeft de auto meerdere gebreken, waarvan de herstelkosten zijn begroot op € 59.633,66. [eiser] heeft dit bij [gedaagde] gemeld. [eiser] heeft de koopovereenkomst bij brief van zijn gemachtigde van 11 september 2023 ontbonden en aanspraak gemaakt op terugbetaling van de koopsom. Ook maakt [eiser] aanspraak op € 9.000,- aan beredderingskosten. [gedaagde] heeft deze bedragen niet betaald. [eiser] vordert die bedragen nu in deze procedure. Na vermeerdering van zijn eis wil [eiser] ook een vergoeding voor gederfde winst à € 16.000,-. Hij zou de Porsche hebben gekocht als beleggingsobject en de waarde zou met dit bedrag zijn gestegen als de auto inderdaad in de staat was geweest zoals vermeld in de advertentie.
2.3.
[eiser] baseert zijn vorderingen primair en subsidiair op non-conformiteit. Primair beroept hij zich op de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst, subsidiair vordert hij dat de kantonrechter deze alsnog ontbindt. Meer subsidiair zijn de vorderingen gebaseerd op bedrog en uiterst subsidiair op dwaling.
2.4.
[gedaagde] meent dat [eiser] niet-ontvankelijk is in zijn vorderingen, omdat de koopovereenkomst niet met hem, maar met Woom GmbH is gesloten. [eiser] is indirect bestuurder van Woom. Omdat Woom de koper is, is geen sprake van een consumentenkoop en is de handelsrechter bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen, aldus [gedaagde] . [eiser] zou dan, omdat hij niet de koper is, niet-ontvankelijk zijn in zijn vorderingen. Voor zover [eiser] wel ontvankelijk is, moeten zijn vorderingen volgens [gedaagde] worden afgewezen. Volgens haar is geen sprake van non-conformiteit en is de opgegeven kilometerstand juist. [eiser] heeft de gelegenheid gehad om de auto te onderzoeken voordat hij de koopovereenkomst sloot. De staat van de auto zou passen bij de leeftijd en mede te wijten zijn aan de omstandigheid dat [eiser] zelf geen onderhoud heeft laten plegen na de aankoop.
De bevoegdheid van de (Nederlandse) kantonrechter
2.5.
Omdat [eiser] in Oostenrijk woont, heeft de zaak internationale kenmerken en moet de kantonrechter (ambtshalve) onderzoeken of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Dat is geval en wel op grond van artikel 4 lid 1 van de EU-executieverordening en artikel 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
2.6.
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of de kantonrechter bevoegd is of dat de zaak moet worden verwezen naar de handelsrechter. Doorslaggevend voor het antwoord op die vraag is of er sprake is van een consumentenkoop (artikel 93 sub c Rv). Van een consumentenkoop is sprake als [eiser] de Porsche heeft gekocht als natuurlijk persoon, die handelde voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit (artikel 7:5 lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De kantonrechter oordeelt dat uit de door partijen overgelegde stukken volgt dat inderdaad sprake is van een consumentenkoop. [eiser] heeft de nota’s overgelegd die hij heeft ontvangen van [gedaagde] en Catawiki. Die zijn op naam van [eiser] zelf gesteld en niet op naam van Woom. Dat het adres van Woom als afleveradres is opgegeven en dat [eiser] op Catawiki was ingelogd op zijn zakelijk account, maakt niet dat hij de koopovereenkomst namens Woom heeft gesloten. Het is niet aannemelijk dat Woom twee auto’s ( [eiser] kocht tegelijk met de Porsche nog een auto van [gedaagde] ) heeft gekocht ten behoeve van haar bedrijfsvoering, daar zijn het de auto’s niet naar. [gedaagde] heeft facturen overgelegd waarop Woom wel vermeld staat, maar dit zijn documenten zonder bedrijfsgegevens en zonder stempel. Uit niets blijkt dat het de bedoeling van partijen is geweest om de koop ook echt op naam van Woom te sluiten; integendeel. Uit de omstandigheid dat op de facturen met bedrijfsgegevens en stempel van [gedaagde] [eiser] als koper staat vermeld, volgt naar het oordeel van de kantonrechter dat partijen het erover eens zijn geworden dat [eiser] in privé de Porsche heeft gekocht. Dit wordt ook bevestigd door de betaling, die door [eiser] van zijn privérekening is gedaan.
De (on)juistheid van de kilometerstand is doorslaggevend
2.7.
De kantonrechter oordeelt dat [eiser] de koopovereenkomst met [gedaagde] mocht ontbinden, als komt vast te staan dat de kilometerstand ten tijde van inderdaad geen 27.259 bedroeg, maar (zoals [eiser] stelt) een veelvoud daarvan. Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW moet een afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Gelet op het tweede lid van dit artikel beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten (en daarmee non-conform is). De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik van de zaak nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen. Het is vaste rechtspraak dat een kilometerstand van een tweedehands auto in beginsel van doorslaggevend belang is voor de koper en dat bij een aanmerkelijke afwijking daarvan de auto die geleverd is niet beantwoordt aan de overeenkomst. Dat kan anders zijn als de koper had moeten twijfelen aan de juistheid van de kilometerstand en hij daarom zelf nader onderzoek daarnaar had moeten doen. De kantonrechter vindt dat het niet op de weg van [eiser] lag om nader onderzoek te doen naar de opgegeven kilometerstand; tussen partijen is niet in geschil dat er vooraf geen aanwijzingen waren dat de kilometerstand onjuist kon zijn.
2.8.
De kantonrechter oordeelt dat het onvermelde schadeverleden geen non-conformiteit oplevert. [eiser] heeft op de zitting verklaard dat het gaat om ten minste twee gebreken die niet hersteld kunnen worden, namelijk dat zich onder de lak aan de rechterkant een dikke laag plamuur bevindt. Het rubber is niet origineel en het staal is niet in de juiste vorm. [eiser] heeft toegelicht dat de auto wel gerestaureerd kan worden, maar dat dan nog steeds sprake blijft van een schadeverleden. De kantonrechter begrijpt dit zo dat [eiser] stelt dat hij ervan uit mocht gaan dat hij een auto zonder schadeverleden zou kopen en dat als de auto ooit schade heeft gehad, dat non-conformiteit oplevert, ook als de schade niet meer zichtbaar is. De kantonrechter is van oordeel dat die stelling alleen opgaat als vast zou staan dat de auto zou zijn aangeboden als auto zonder schadeverleden, of dat [eiser] bij de aankoop duidelijk zou hebben gemaakt dat het voor hem essentieel was dat de auto geen schadeverleden had. Dat het een of het ander het geval zou zijn is echter niet gebleken. [gedaagde] heeft gesteld dat zij niet wist van een schadeverleden en [eiser] heeft niets gesteld waaruit volgt dat [gedaagde] die wetenschap wel had, of had moeten hebben. Uit de (door [eiser] overgelegde) advertentietekst blijkt niet dat [gedaagde] de indruk zou hebben gewekt dat de auto geen schade had gehad. Ook het begrip ‘in uitstekende staat’ dat [eiser] in de dagvaarding vermeldt is niet terug te vinden in de advertentietekst die [eiser] als productie 1 bij de dagvaarding heeft overgelegd. Het is niet gesteld of gebleken dat [eiser] zelf vragen gesteld heeft over een eventueel schadeverleden. Daarmee is niet vast komen te staan dat [eiser] mocht verwachten dat de auto geen schadeverleden zou hebben. Het bestaan van een schadeverleden is daarom geen omstandigheid die maakt dat de auto non-conform is in de zin van artikel 7:17 lid 1 BW. Omdat niet vast staat dat [gedaagde] wist van een schadeverleden en ook uit niets blijkt dat voor [gedaagde] duidelijk was dat [eiser] de koop niet zou hebben gesloten als hij daarvan had geweten, slaagt het beroep van [eiser] op bedrog of (wederzijdse) dwaling ook niet.
2.9.
De door [eiser] gestelde gebreken die in 2023 aan het licht zijn gekomen naast het onvermelde schadeverleden, kunnen niet tot ontbinding van de koopovereenkomst leiden. Dit zijn gebreken die hersteld hadden kunnen worden, zo blijkt uit de door [eiser] overgelegde pro forma herstelnota. Uit artikel 7:22 BW volgt dat een koper pas bevoegd is om de koopovereenkomst te ontbinden als herstel en vervanging onmogelijk zijn of de verkoper tekort is geschoten in zijn verplichting om tot herstel of vervanging over te gaan. Het staat echter vast dat [eiser] [gedaagde] geen gelegenheid heeft gegeven om tot herstel over te gaan. Ook leveren deze gebreken geen grond op voor vernietiging van de koopovereenkomst op grond van bedrog en/of dwaling. Uit de toelichting die [eiser] heeft gegeven en de stukken die door hem zijn overgelegd, blijkt niet dat deze gebreken (allemaal) aanwezig waren ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst. Kenmerk van een tweedehands auto van een bepaalde leeftijd is dat met onderhouds- en vervangingskosten rekening moet worden gehouden. Niet is gebleken dat ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst sprake was van ernstige gebreken die [gedaagde] kende en/of van zodanige gebreken dat zij had moeten begrijpen dat [eiser] de koop niet zou hebben gesloten als hij daarvan zou hebben geweten.
[eiser] heeft voldaan aan de klachtplicht
2.10.
Volgens [gedaagde] heeft [eiser] niet voldaan aan de klachtplicht van artikel 7:23 lid 1 BW. De kantonrechter oordeelt dat [eiser] wel tijdig heeft geklaagd. Uit niets blijkt dat [eiser] eerder dan in augustus 2023 op de hoogte is gekomen van de mogelijk onjuiste kilometerstand. De kennisgeving van non-conformiteit moet plaatsvinden binnen bekwame tijd na de daadwerkelijke ontdekking, waarbij in geval van een consumentenkoop een termijn van twee maanden tijdig is. [eiser] heeft op 10 augustus 2023 een e-mail aan [gedaagde] gestuurd, waarin hij melding maakt van de volgens hem onjuiste kilometerstand. Hiermee heeft de kennisgeving binnen bekwame tijd plaatsgevonden.
Het vaststellen van de (on)juistheid van de kilometerstand
2.11.
Partijen hebben ieder de nodige producties ingebracht waaruit volgens hen blijkt dat hun standpunt over de kilometerstand klopt. [eiser] heeft bij dagvaarding als productie 5 een foto overgelegd van het resultaat van het uitlezen van een boordcomputer, waarop een
betriebsdauervan 3.744,2 uur staat. Dit aantal uur zou moeten worden vermenigvuldigd met een gemiddelde rijsnelheid van 70 km/h. [gedaagde] heeft betwist dat dit de Porsche betreft, omdat het chassisnummer (VIN) nergens vermeld staat en ook uit niets anders blijkt dat deze meting bij de Porsche is gedaan.
2.12.
[gedaagde] heeft een screenprint overgelegd van de PIWI-test die voorafgaand aan de levering van de Porsche is gedaan. Hierop worden 432 draaiuren van de motor vermeld. Ook heeft zij een screenprint overgelegd uit het bestand van Porsche zelf, waaruit blijkt dat volgens dealerinformatie op 10/11 augustus 2008 de kilometerstand 9.378 bedroeg. Dit staat ook in het onderhoudsboekje. [eiser] heeft gesteld dat het onderhoudsboekje op enig moment is vervalst en dat daarin later onjuiste (lage) kilometerstanden zijn vermeld. Volgens haar is bij het boekje dat bij de auto is meegeleverd ander papier gebruikt dan normaal gesproken en zit het anders in elkaar. Volgens de registratie zou de onderhoudsbeurt op 10/11 augustus 2008 zijn uitgevoerd in Koeweit, terwijl de auto is geleverd in Dubai.
2.13.
[gedaagde] heeft ook de meetresultaten van Porsche overgelegd, waar op 22 maart 2010 een kilometerstand staat vermeld van 26.342 en op 5 december 2024 van 37.684. In de tussengelegen veertien jaar is de auto niet uitgelezen met FAP, aldus Porsche. Porsche vermeld dat er in dat ‘gat’ van veertien jaar iets kan zijn teruggedraaid, maar ook dat de kilometerstand steeds oploopt. Porsche bevestigt dat (bij haar) niets bekend is met betrekking tot onderhoud en dat geen serviceboekje aanwezig is. Zij concludeert dat er op basis van de beschikbare informatie een aanwijzingen zijn voor een teruggedraaide kilometerstand.
2.14.
Tot slot heeft [eiser] bij zijn akte van 6 maart 2025 (als productie 16) een inspectierapport overgelegd van “The Mechanic”. De heer [persoon B] (werkzaam bij The Mechanic) verklaart onder meer:
“(…) Tijdens deze controle zijn wij op tal van punten gestuit die absoluut niet passen bij een voertuig met zo’n lage kilometerstand. Wij komen dan ook tot de conclusie dat de opgegeven kilometerstand volledig ongeloofwaardig is en niet overeenkomt met de technische staat van de auto.”[gedaagde] betwist de juistheid van de bevindingen van The Mechanic en wijst erop dat er bij dit onderzoek geen sprake is geweest van hoor en wederhoor.
2.15.
De kantonrechter kan op basis van de overgelegde stukken niet vaststellen of de opgegeven kilometerstand nu juist is of niet. [gedaagde] heeft weliswaar een screenprint van de PIWI-test overgelegd en gewezen op de gegevens in het onderhoudsboekje, maar [eiser] heeft zijn standpunt dat deze gegevens niet juist kunnen zijn voldoende handen en voeten gegeven om de kantonrechter aan het twijfelen te brengen. Anderzijds kan de kantonrechter ook niet uitgaan van de juistheid van de bevindingen van The Mechanic, reeds omdat [gedaagde] niet bij dit onderzoek betrokken is geweest.
2.16.
De kantonrechter is dan ook – zoals al besproken op de zitting – van plan om een deskundige te benoemen. De deskundige zal in elk geval de volgende vragen moeten beantwoorden:
Is de kilometerstand die [gedaagde] heeft opgegeven in de advertentie (27.259) juist?
Zo niet, wat is de (geschatte) juiste kilometerstand per 31 oktober 2021?
2.17.
De kantonrechter zal deze zaak verwijzen naar de hieronder te noemen rolzitting om partijen in de gelegenheid te stellen bij akte op deze vragen te reageren en tevens, bij voorkeur eenparig, zich uit te laten over de persoon van de deskundige. Kunnen zij het niet eens worden, dan kunnen zij ieder twee deskundigen voorstellen, waarna de kantonrechter zelf een deskundige zal aanwijzen. Dit hoeft dan niet per definitie een van de door partijen voorgedragen deskundigen te zijn. Het spreekt voor zich dat het de voortgang van de procedure aanzienlijk kan versnellen als partijen met een eensluidend voorstel komen. Het voorschot van de deskundige zal vooralsnog door [eiser] , als de partij op wie de bewijslast betreffende de non-conformiteit rust, betaald moeten worden.
Vooruitlopend op het eindvonnis: de toewijsbaarheid van de gevorderde bedragen
2.18.
De kantonrechter oordeelt nu alvast, maar alleen voor het geval uit het deskundigenonderzoek blijkt dat er sprake is van een (veel) hogere kilometerstand dan 27.259 en dus van non-conformiteit, dat Ihenfeld in dat geval de koopovereenkomst met [gedaagde] mocht ontbinden. Er is dan immers sprake van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van [gedaagde] , welke tekortkoming door haar niet ongedaan kan worden gemaakt. Nakoming is blijvend onmogelijk.
2.19.
Het gevolg van de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst door [eiser] is dan dat [gedaagde] de koopprijs moet terugbetalen – en dat [eiser] de auto moet teruggeven aan [gedaagde] . Een bedrag van € 54.000,- zal dan worden toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 september 2023.
2.20.
De kantonrechter zal het gevorderde bedrag aan beredderingskosten van € 9.000,- afwijzen. [eiser] heeft niet genoeg gesteld over deze kosten en dat had hij, gelet op de betwisting van [gedaagde] , wel moeten doen.
2.21.
Ook de – bij eisvermeerdering – gevorderde gederfde winst wordt afgewezen. [eiser] stelt wel dat de auto nu met € 16.000,- in waarde zou zijn gestegen als hij zich in de staat zou bevinden (met de kilometerstand) zoals geadverteerd, maar hij onderbouwt die stelling onvoldoende. Hij overlegt wel de resultaten van een zoekopdracht naar Porsches met hetzelfde bouwjaar en een vergelijkbare (lage) kilometerstand, maar de kantonrechter kan hieruit niet afleiden dat de Porsche waar het hier over gaat voor eenzelfde bedrag als die Porsches zou kunnen worden verkocht. [eiser] laat na om aan te tonen dat de Porsche op het moment van ontbinding van de koopovereenkomst, kort nadat hij de auto aan een derde had verkocht en welke koop niet is doorgegaan, voor een bedrag van € 70.000,- verkocht kon worden. Het had in de rede gelegen als hij de koopovereenkomst die hij destijds heeft gesloten had overgelegd om zijn standpunt te onderbouwen. [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat Porsches de afgelopen jaren juist minder waard zijn geworden, wat door [eiser] niet is weersproken. Dat [eiser] winst is misgelopen, staat dus niet vast.
2.22.
Mocht het voorgaande partijen aanleiding geven om alsnog met elkaar in overleg te gaan over een minnelijke regeling, zodat een deskundigenonderzoek (en de daarmee gepaard gaande kosten) achterwege kan blijven, dan kunnen partijen de kantonrechter om een aanhouding van de zaak vragen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
donderdag 5 juni 2025 om 11.30 uurvoor het indienen van een akte door elk van de partijen over de persoon van de deskundige en de aan deze te stellen vragen (weergegeven onder 2.16);
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
51909