In deze zaak, behandeld door de kantonrechter in Rotterdam, gaat het om een bevoegdheidsincident in het kader van een consumentenkoop van een paard. De eiseres, woonachtig in Hoek van Holland, heeft op 2 april 2024 een springpaard gekocht van de gedaagde, die handelt onder de naam [handelsnaam]. De koopprijs bedroeg € 7.900,-. Na de aankoop bleek het paard, [naam paard], te lijden aan vaatvliesontsteking, wat leidde tot een operatie aan het linkeroog. De eiseres beroept zich op non-conformiteit en heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De gedaagde betwist de bevoegdheid van de kantonrechter, stellende dat zij als privépersoon heeft verkocht en niet als ondernemer. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde wel degelijk als ondernemer heeft gehandeld, gezien haar activiteiten en de wijze waarop zij het paard te koop heeft aangeboden. De kantonrechter concludeert dat er sprake is van consumentenkoop en dat hij bevoegd is om de zaak te behandelen. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident, vastgesteld op € 406,-. De hoofdzaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.