ECLI:NL:RBROT:2025:6638
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening exploitatievergunning voor horecagelegenheid en beroepsgronden van omwonende
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 6 juni 2025, met zaaknummer ROT 23/7329, staat de verlening van een exploitatievergunning voor een snackbar centraal. Eiser, een omwonende, is het niet eens met de vergunningverlening en voert verschillende beroepsgronden aan, waaronder onaanvaardbare overlast en schending van het recht op gezinsleven. De burgemeester heeft de vergunning verleend, maar eiser stelt dat er onvoldoende actie is ondernomen tegen de overlast die de snackbar veroorzaakt. De rechtbank beoordeelt de beroepsgronden en komt tot de conclusie dat de burgemeester de vergunning op goede gronden heeft verleend. De rechtbank stelt vast dat de burgemeester beoordelings- en beleidsvrijheid heeft en dat de ervaren overlast niet dusdanig was dat de vergunning geweigerd moest worden. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester niet objectief heeft vastgesteld dat er sprake is van overlast en dat de vergunningverlening niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, waardoor de exploitatievergunning voor de snackbar in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.