Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde (poging tot verkrachting);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan ambulante behandeling en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr inhoudende een contactverbod ten aanzien van aangeefster [aangeefster] voor de duur van 3 jaar, waarbij per overtreding één week hechtenis opgelegd wordt, met een maximumduur van 26 weken en de dadelijke uitvoerbaarverklaring van deze maatregel.
4.Waardering van het bewijs
Ha! Hey Wijfie?,, [aangeefster] hoe is verders Nou met mij gaat het wel. Maar het kan beter. Ik zit me hier spaak en klem te gebruiken. En wat doe ik het voor. Alleen omdat ik m’n duim vinger in een meisjes kut wilde doen en me heb af getrokken. Wat dit waard is??”.De rechtbank leest in dit bericht dat de verdachte tegen [aangeefster] zegt dat hij zijn duim dan wel een vinger in haar vagina wilde brengen. Het verweer van de verdediging dat dit niet als steunbewijs kan dienen, omdat [aangeefster] heeft verklaard dat de verdachte haar heeft willen penetreren met zijn penis, wordt door de rechtbank verworpen. De kern van het verwijt dat [aangeefster] richting de verdachte maakt is dat hij haar wilde penetreren terwijl zij sliep. Naar het oordeel van de rechtbank biedt dit bericht dan ook voldoende steun aan de aangifte van [aangeefster].
disclosure-getuige) bij het slachtoffer heeft waargenomen, niet anders kan worden opgevat dan als een bevestiging van de verklaringen van het slachtoffer. Het tijdsverloop tussen het ten laste gelegde feit en de waargenomen emoties is daarbij relevant. Meestal gaat het om bewijs waaruit emoties blijken die kort na het incident door een getuige zijn waargenomen. Wel is behoedzaamheid op haar plaats bij het gebruik van emoties als steunbewijs.
disclosure-getuige. Zij verklaart dat [aangeefster] haar de ochtend na het incident overstuur heeft opgebeld. [aangeefster] was aan het huilen en schelden aan de telefoon en vertelde dat zij op bezoek was geweest bij de verdachte. Toen de verdachte weg was gegaan om eten te halen, is zij op de bank in slaap gevallen. Zij werd wakker omdat de verdachte zijn geslachtsdeel in haar geslachtsdeel wilde stoppen. Deze verklaring komt in de kern overeen met wat [aangeefster] bij de politie heeft verklaard. Ook heeft de getuige [aangeefster] diezelfde middag nog gezien. De getuige zag dat [aangeefster] een aantal keren moest huilen. Tot slot heeft de getuige een gedragsverandering opgemerkt bij [aangeefster]. Na het incident is zij meer drugs gaan gebruiken en is haar uiterlijke verzorging achteruit gegaan. De rechtbank is dan van oordeel dat ook deze getuigenverklaring steun biedt aan de aangifte.
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 191 (honderdeenennegentig) dagen;