Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3] .,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 19 september 2024, met producties;
- de conclusie van antwoord, met productie;
- de spreekaantekeningen van [eiser] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert de eiser, als executeur van de nalatenschap van erflaatster, dat de gedaagden de aan hen verstrekte geldleningen terugbetalen. De erflaatster, mevrouw [erflaatster], is op 10 augustus 2023 overleden en heeft in haar testament de eiser en [naam 2] als executeurs aangesteld. De gedaagden hebben in totaal € 331.000,- geleend van de erflaatster, waarvan de eiser nu terugbetaling eist. De gedaagden betwisten de opeisbaarheid van de leningen, maar de rechtbank oordeelt dat de leningen wel degelijk opeisbaar zijn. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiser toe en veroordeelt de gedaagden tot terugbetaling van de geleende bedragen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens worden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de beslag- en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.