Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
[gedaagde 4],
5.[gedaagde 5] ,
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
[gedaagde 8],
[gedaagde 18],
[gedaagde 19],
gevestigd te [plaats 6] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 oktober 2022, met producties 1 tot en met 148;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie van [gedaagde 1 c.s.] , met producties 1 tot en met 89;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak, tevens conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv van [gedaagde 2 c.s.] , met producties 1 tot en met 176;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 18] en [gedaagde 19] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 149 tot en met 151;
- het vonnis in incident van de rechtbank Den Haag van 20 december 2023, waarbij het [gevoegde partijen c.s.] is toegestaan zich aan de zijde van [eiser c.s.] te voegen, en de aan dat vonnis ten grondslag liggende stukken;
- de akte positie gevoegde partijen van [gevoegde partijen c.s.] ;
- het vonnis van 17 januari 2024, waarbij de rechtbank Den Haag de zaak heeft verwezen naar team handel en haven van de rechtbank Rotterdam;
- de conclusie van repliek in conventie, met wijziging van eis, met producties 152 tot en met 166;
- de conclusie van [gevoegde partijen c.s.] ;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in het 843a Rv-incident van [gedaagde 1 c.s.] , met producties 90 tot en met 92;
- de conclusie van dupliek in de hoofdzaak, tevens conclusie van antwoord in het incident ex art. 843a Rv van [gedaagde 2 c.s.] , met producties 177 tot en met 185;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde 18] en [gedaagde 19] ;
- de e-mail van 10 september 2024 van de rechtbank, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
- de brief van 31 januari 2025 van de rechtbank, met nadere informatie over de zitting;
- de brief van 18 februari 2025 namens [eiser c.s.] , met producties 167 tot en met 175;
- de mondelinge behandeling van 4 maart 2025, het daarvan opgestelde proces-verbaal en de bij die gelegenheid door partijen overgelegde spreekaantekeningen.
2.De zaak in het kort
defaultkomen te verkeren onder de financieringsovereenkomst. Daarop heeft de financier executiemiddelen ingezet. Als gevolg daarvan zijn [eiser c.s.] hun aandelenbelangen in de hotelgroep uiteindelijk kwijtgeraakt en bevindt het hotelvastgoed zich niet meer in de CV. Volgens [eiser c.s.] hebben onder meer de medevennoten van de CV en de financier onrechtmatig gehandeld, of wanprestatie gepleegd, door hem zijn belangen in de hotelgroep af te nemen en zich de daaraan verbonden waarde toe te eigenen.
De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatig handelen of toerekenbaar tekortschieten. De situatie waarin [eiser c.s.] zijn komen te verkeren, is naar het oordeel van de rechtbank in overwegende mate het gevolg van het eigen handelen en/of nalaten. In de omstandigheden van dit geval heeft de financier geen misbruik van bevoegdheid gemaakt door de haar toekomende executiemiddelen aan te wenden en mochten de medevennoten handelen zoals zij hebben gedaan. In dit vonnis motiveert de rechtbank hoe zij tot deze beslissingen is gekomen.
3.De feiten
De beginfase van de [bedrijf 1] in de Benelux
[eiser sub 2] , [eiser sub 1] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 6] worden hierna ook wel aangeduid als “de Vennoten” [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 6] worden hierna ook wel “de Medevennoten” genoemd.
8. Management and representation.
Indicative Term Sheetondertekend. Daaruit volgt dat [gedaagde 1] en de CV een
mezzaninefinanciering voor ogen hebben, met een achtergesteld karakter ten opzichte van een in de toekomst door een derde partij aan de Hotelgroep te verschaffen
seniorfinanciering. Uit de
Indicative Term Sheetvolgt dat de Hotelgroep op korte termijn behoefte had aan overbruggingskrediet van € 3,7 miljoen (hierna: het Overbruggingskrediet), op de middellange termijn aan een herfinanciering van € 14,7 miljoen en op de langere termijn aan één of meer nieuwe
senior loans.Daarnaast wordt in de
Indicative Term Sheetde optie tot verkrijging van een aandelenbelang door [gedaagde 1] benoemd.
- Getting the senior in place
Mezzanine Facility Agreement(hierna: de aanvankelijke MFA) voor € 25 miljoen euro tot stand gekomen tussen [gedaagde 1] als kredietverstrekker, [gedaagde 2] als
agenten
security agent, [bedrijf 2] als de beherend vennoot van de CV namens de CV en enkele andere entiteiten (hierna: de [gedaagde 1] -lening). De aanvankelijke MFA luidt, voor zover voor deze zaak van belang, als volgt:
1.DEFINTIONS AND INTERPRETATIONS1.1 Definitions(…)“Default” means an Event of default or any event or circumstance specified in clause 22 (Events of default) which would (with the expiry of a grace period, the giving of notice, the making of any determination under the Finance Documents or any combination of any of the foregoing) be an Event of default;(…)18 UNDERTAKINGS
Re-organisation Period"), the Obligors shall procure that the Group has implemented the reorganisation as described in the letter from the Partnership to the Dutch Tax Authority dated 2 April 2015 ("
Proposed Re-organisation") (the "
DTA Letter").”
Schedule 7is bij de aanvankelijke MFA een concept
Equity Option Heads of Termsgevoegd, waarin de voorwaarden staan voor een koopoptie van 25% voor [gedaagde 1] van de aandelen in de besloten vennootschap die in het kader van de reorganisatie wordt opgericht.
indicative term sheetgenoemde) Overbruggingskrediet van € 3,7 miljoen euro om aan de verplichtingen te voldoen die zij op zich had genomen vanwege de acquisitie van het hotel in [plaats 9] (zie 3.12). Voor die acquisitie heeft [gedaagde 11] geld geleend van [bedrijf 1] . Deze lening moest in september 2015 worden afgelost.
seniorfinancier.
Senior Facility Agreementvan 28 december 2015 (hierna: de SFA);
Mezzanine Facility Agreement(hierna: de MFA);
Intercreditor Agreementvan 21 december 2015 (hierna: de ICA);
parallel debt. Deze vordering is gesecureerd met verschillende zekerheidsrechten, waaronder met een eersterangs pandrecht op de belangen van de Vennoten in de CV, een eersterangs pandrecht op de aandelen van [eiser sub 1] in [bedrijf 2] , een eersterangs pandrecht op de aandelen van [eiser sub 3] , [gedaagde 8] , [gedaagde 6] en [gedaagde 4] in [bedrijf 9] en een tweederangs hypotheekrecht (na ING) op het Hotelvastgoed.
1.1 Definitions
(…)
Distributions Account";
(v) a deposit account designated the "
Disposals Account".
(…)
15.4 Disposals Account(…)
15.6 Distributions Account
(b) At least 2 Business Days prior to each Interest Payment Date, the Partnership shall procure that the Opco's pay an amount that is at least equal to FCF (Quarterly) into the Distributions Account from their respective Operating Accounts.
22. EVENTS OF DEFAULT
(…)
(…)
(vi) Clause 18.10(a) (Reorganisation); …
(…)
(b) A Transaction Obligor does not comply with any provision of the Finance Documents (other than those referred to in clause 22.1 (Non-payment), clause 22.2 (Financial covenants) and paragraph (a) above.
seniorkredietverstrekker, [gedaagde 2] als
mezzanine agenten
mezzanine security agent, [gedaagde 1] als
mezzaninekredietverstrekker en de CV als kredietnemer zijn.
disposal feevan € 1 miljoen moet voldoen op 30 april 2016 (hierna: de Disposal Fee), tenzij voor die datum een verkoop van het hotelgebouw aan [adres 6] te [plaats 6] (hierna: [adres 6] ) plaatsvond, waarbij de koopsom niet later dan op 30 april 2016 verschuldigd was. Artikel 10 van de Garantieovereenkomst luidt in zoverre:
“Made deal. 5.250.000
Only conditions are check on basestructure and legal
Closing before may 28th
Signed today
(…)
We clear € 2.147.500
(…)”
letter of intentaangeboden waarin zij aanbiedt [adres 6] te kopen, onder verstrekking van een lening door [bedrijf 11] aan de CV. Op diezelfde dag heeft [eiser sub 1] deze
letter of intentvoorgelegd aan [gedaagde 1] . In reactie hierop heeft [gedaagde 1] , voor zover hier van belang, in een e-mail van 31 mei 2016 het volgende gemaild aan [eiser sub 1] :
- An Event of Default has occurred on 1 March 2016 and remains outstanding as [gedaagde 11] failed to comply with reorganisation;
- An additional Event of Default has occurred on 27 May 2016 as you have missed the due payment of €2,593,417.88; and
events of default, te weten het uitblijven van de reorganisatie op 1 maart 2016 en het uitblijven van de aflossing van € 2,5 miljoen op 27 mei 2016. [gedaagde 2] meldt in deze brief verder dat sinds 1 maart 2016 de “Margin Ratchet Rate” verschuldigd is over de openstaande bedragen. [gedaagde 2] geeft verder aan dat zij zich haar rechten uit hoofde van de financieringsovereenkomst voorbehoudt.
“ [eiser sub 1] - very simple question: do you still have the cash?
“We found ourselves in a situation of “better ask forgiveness than permission” and Im sure we’ll have it resolved ASAP”
events of default. [gedaagde 2] wees er in deze brief op dat zij gerechtigd is om haar rechten uit te oefenen, zoals:
“(i) accelerate the Loan;
(iii) exercise a number of alternative rights available to them under the Finance Documents which would have the effect of enabling the Finance Parties to exercise a significant degree of control over one or more of the Obligors.”
[gedaagde 8] : Ok. So then why are you saying this money went into the [uitgaansgelegenheid] , when
(…)
consensual reorganisation plan”(hierna: het CRP) voorgelegd. Het CRP behelst – kort weergegeven – een wijziging van de structuur van de Hotelgroep, waarbij [gedaagde 1] voor 60% en [gedaagde 3] , [gedaagde 6] en [gedaagde 4] samen voor 40% aandeelhouder worden in de topholding van de Hotelgroep. Die topholding wordt (indirect) de 100% aandeelhouder van zowel de Opco- als de Propco-tak. De CV-structuur verdwijnt daarbij. Voor [eiser sub 1] en zijn vennootschappen ( [eiser sub 3] en [eiser sub 2] ) is in de nieuwe structuur geen plaats. Het CRP luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
• [gedaagde 1] is fully aligned with the existing shareholders, other than the Defaulting Shareholder, and intends to also incorporate an incentive plan with the current management to ensure it is fully motivated and aligned to execute the Company’s growth plan.
1. Enforcement notice is served to [eiser sub 3] stating that [gedaagde 2] executes the right of pledge granted by [eiser sub 3] on its shares in [bedrijf 9] .
(…)
Ik ben op dat moment diep teleurgesteld door de samenwerking met [gedaagde 1] en heb in plaats van een partner een soort parasiet binnengehaald: het heeft bijna 2mio gekost aan afsluit provisies en legal fees en er zit geen enkel gezamenlijk gedrag in. We gaan op zoek naar een vervanger van [gedaagde 1] vanaf
events of defaultopgesomd, waaronder het uitblijven van de reorganisatie. In deze brief deelde [gedaagde 2] verder mee dat het onder de [gedaagde 1] -lening openstaande bedrag op dat moment € 30.321.496,74 was, en over welk bedrag de “Margin Ratchet Rate” verschuldigd was voor zo lang als de
events of defaultvoortduurden.
events of defaultwaarop [gedaagde 1] zich beroept “cannot reasonably be contested”. [eiser sub 1] heeft daar als volgt op gereageerd: “I think most of them are misguided”.
events of default “cannot reasonably be contested
”en dat de CV volgens hem geen serieuze onderhandelingen heeft gevoerd over een herfinanciering met [bedrijf 12] .
events of default, te weten de aanvraag van het faillissement van [eiser sub 3] op 26 april 2017 en een beslaglegging ten laste van [eiser sub 3] (hierna: de Supplemental Notice).
events of defaultonder de MFA, over de opeisbaarheid van de [gedaagde 1] -lening en over haar bevoegdheid tot executie. In dit bericht geeft [gedaagde 2] aan door te zullen gaan met de executieverkoop van de aandelen in [bedrijf 9] . In dit bericht wijst [gedaagde 2] er verder op dat zij contact heeft gehad met [bedrijf 12] maar dat dit niet tot een bindend aanbod heeft geleid.
due diligence. In reactie hierop heeft [gedaagde 1] bij mailbericht van 30 mei 2017 aan [bedrijf 15] bericht dat - kort weergegeven - zij alleen zou afzien van de door haar ingeslagen route van executie als op 1 juni 2017 door [bedrijf 15] een bedrag van ruim € 30 miljoen op een derdenrekening werd gestort, met de instructie dat onvoorwaardelijk aan [gedaagde 1] over te maken op eerste verzoek van [gedaagde 1] .
fair market value”van de aandelen in [bedrijf 9] bepaald op “
zero”.
(…)
[adres 2] , six hundred sixty k (660k) with a variable EBITDA, total around one point one (1,1) million.
(…)
To conclude: the combination of potential disputes between land lord and tenant, the C.V. partners amongst themselves and the absence of a restructuring of the rental contracts (reflecting market rent, rent indexation and a clearly defined performance payment), makes refinancing of the currently outstanding debt unfeasible. When all these issues are resolved (or set to be resolved) the refinancing might be possible but has a high chance of failing or being prohibitively expensive due to the high valuation and high loan to value required.”
De CV en de Exploitatievennootschappen hebben op 8 augustus 2018 een vaststellingsovereenkomst gesloten die inhield dat de huurovereenkomsten in zoverre werden gewijzigd dat met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 een vaste huurprijs verschuldigd was door de Exploitatievennootschappen. Op 22 november 2018 zijn de aangepaste huurprijzen vastgelegd in nieuwe huurovereenkomsten.
Standstill and Settlement Agreement(hierna: de SA) overeengekomen waarin is afgesproken dat geen verdere uitvoering wordt gegeven aan de lopende rechtszaken.
Buy-out and Settlement Agreement(hierna: BOSA) gesloten. Uitgangspunt van de BOSA was dat één van partijen de andere partij uitkoopt, waarbij [eiser sub 1] als eerste de kans had om de zogenoemde [bedrijf 16] Option uit te oefenen. Indien [eiser sub 1] niet tot uitkoop kwam op grond van de [bedrijf 16] Option, mocht [gedaagde 1] tot uitkoop overgaan op grond van de zogenoemde [gedaagde 1] Option. De [bedrijf 16] Option diende uiterlijk op 3 september 2019 tot een ondertekende overeenkomst te hebben geleid (hierna: de [bedrijf 16] SPA Period).
buy outwas dat [eiser sub 1] een bedrag van € 23 miljoen zou ontvangen voor zijn belang in de groep. [bedrijf 3] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 6] waren akkoord met de voorwaarden van deze
buy out.
buy outovereenkomst was 15 november 2020. Onderdeel van deze overeenkomst was dat [eiser sub 3] een
break feevan € 75.000,- zou betalen als zij het Hotelvastgoed niet afnam (hierna: de Break Fee).
buy outniet uiterlijk op 15 november 2020 gerealiseerd.
special purpose vehicles, te weten [gedaagde 15] , [gedaagde 14] , [gedaagde 16] en [gedaagde 17] voor dezelfde koopprijs van € 55 miljoen. [gedaagde 15] , [gedaagde 14] , [gedaagde 16] en [gedaagde 17] zijn indirecte dochters van [gedaagde 13] . Met de opbrengst van de verkoop is de [gedaagde 1] -lening afgelost.
4.De vordering in conventie (hoofdzaak)
[eiser c.s.]
iii. voor recht te verklaren dat de gedaagden, zowel individueel als gezamenlijk,
5.De vordering in het incident ex artikel 843a Rv
6.De vordering in reconventie
7.De beoordeling
letter of comfort.In reactie daarop heeft [gedaagde 1] gesteld dat zij er op basis van de tekst van de Indicative Term Sheet van uit is gegaan dat in het Overbruggingskrediet al was voorzien door de Rabobank. Verder heeft [gedaagde 1] aangevoerd dat twee door [eiser c.s.] benaderde financiers afhaakten, en vervolgens alleen de Rabobank en ING nog overbleven als mogelijkheid maar dat de tijd tot de deadline waarop de betaling voor het hotel in [plaats 9] moest plaatsvinden, te kort was om bij hen de benodigde financiering te krijgen. Onder die omstandigheden is [gedaagde 1] kort voor bedoelde deadline overgegaan tot verstrekking van het Overbruggingskrediet.
private equity-financier als [gedaagde 1] voorwaarden verbond aan medewerking daaraan. Die voorwaarden zijn geaccepteerd door de CV en de andere betrokken partijen.
seniorfinanciering. Dat heeft [gedaagde 1] betwist. Uit het mailbericht waarop [eiser c.s.] deze stelling baseren (zie 3.18), waarin namens [gedaagde 1] is aangegeven dat zij “want[s] to assist and lead you in this context”, kan naar het oordeel van de rechtbank zonder nadere concrete toelichting, die [eiser c.s.] niet hebben gegeven, niet een dergelijke toezegging worden afgeleid. Aanwijzingen voor een dergelijke afspraak of toezegging zijn ook niet terug te vinden in de financieringsdocumentatie.
seniorfinanciering pas na opening van het hotel in [plaats 9] zou worden uitbetaald, kon de Hotelgroep het Overbruggingskrediet niet op 28 mei 2016 aflossen maar pas enkele maanden later. Door deze onredelijke houding, kon [gedaagde 1] volgens [eiser c.s.] aanzienlijke voordelen voor zichzelf bedingen, zoals de Garantieovereenkomst met daarin onder meer de verplichting tot verkoop van [adres 6] .
seniorlening terugbetaling door de CV op het afgesproken moment bemoeilijkte. Niet valt in te zien dat het onredelijk was dat [gedaagde 1] in de gegeven omstandigheden meer zekerheid verlangde voor de terugbetaling van het Overbruggingskrediet.
defaultkwam te verkeren onder de MFA, onder meer doordat niet uiterlijk op 27 mei 2016 een bedrag van € 2,5 miljoen euro werd afgelost onder de [gedaagde 1] -lening.
defaultsonder de MFA ontstaan. Zo was op 1 maart 2016 niet de beoogde reorganisatie van de Hotelgroep doorgevoerd waarbij [gedaagde 1] een 25%-aandelenbelang zou krijgen, zijn door de CV verschuldigde juridische kosten in het kader van de MFA niet voldaan aan [gedaagde 1] en is ook de
disposal feevanwege het niet tijdig verkopen van [adres 6] niet betaald.
defaultsmaakten dat [gedaagde 1] het recht had om de [gedaagde 1] -lening op te zeggen en om haar zekerheden uit te winnen. [gedaagde 1] is ook daadwerkelijk overgegaan tot het opzeggen van de [gedaagde 1] -lening en heeft duidelijk gemaakt tot executie te zullen overgaan. Dat ING, zoals [eiser c.s.] aanvoeren, (wel) bereid was een
waiveraf te geven, betekent niet dat [gedaagde 1] het niet-nakomen van afspraken (ook) moesten accepteren. De belangen van ING en [gedaagde 1] waren anders. [gedaagde 1] had een minder sterke zekerheidspositie. Zij liep meer risico dan ING. Bovendien was het gezien de afspraken daarover in de MFA van meet af aan de intentie van [gedaagde 1] om te gaan participeren in de Hotelgroep en dat was dus ook de afspraak die partijen maakten. Door het uitblijven van de beoogde reorganisatie van de Hotelgroep kwam dat in gevaar.
defaultshadden kunnen en moeten betwisten en niet klakkeloos met [gedaagde 1] mee hadden moeten gaan. De rechtbank volgt [eiser c.s.] daarin niet. [gedaagde 2 c.s.] hebben gemotiveerd betwist dat de opzegging van de [gedaagde 1] -lening en het recht van [gedaagde 1] om zekerheden te gaan executeren te betwisten viel. [gedaagde 2 c.s.] hebben aangevoerd dat zij hierover advies hebben ingewonnen van een Engelse advocaat. Het door [gedaagde 2 c.s.] in het geding gebracht advies (productie 99) komt er, kort gezegd, op neer dat volgens de Engelse advocaat sprake was van verschillende
events of defaults, dat het niet direct uitoefenen van haar rechten vanwege
events of defaultsniet maakte dat [gedaagde 1] deze rechten niet meer kon uitoefenen en dat reparatie van
events of defaultsniet mogelijk was en dat de
defaults“can only be waived by the Lender”. [eiser c.s.] zijn niet ingegaan op deze onderbouwde betwisting door [gedaagde 2 c.s.] van de stelling dat de
defaultste betwisten waren. Dat betekent dat het er voor gehouden moet worden dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een zeer sterke juridische positie hadden ten aanzien van de CV als leningnemer en daarmee ten aanzien van de Medevennoten, en gerechtigd waren om de lening op te eisen op grond van de
events of default.
defaultsen executie dreigde. Dat zou ertoe leiden dat (ook) de Medevennoten met lege handen zouden achterblijven.
assetsvan de Hotelgroep. De positie waarin [eiser c.s.] dan hadden verkeerd, was niet beter geweest dan hun uiteindelijke, werkelijke positie.
defaultslaten ontstaan en [gedaagde 1] liep reële risico’s. Op grond van de contractuele verhoudingen mocht [gedaagde 1] haar zekerheden uitwinnen. Daarbij was zij gebonden aan de afspraken daarover in de financieringsdocumentatie met ING. [gedaagde 1] had eersterangs pandrechten op de aandelen in [bedrijf 9] . Op grond van de financieringsafspraken had [gedaagde 1] de verplichting bij executie van deze pandrechten de aandelen zelf in te kopen. De CV heeft hiermee bij het aangaan van de MFA ingestemd. Dat betekent dat [gedaagde 1] contractueel de mogelijkheid is gegeven om in geval van
events of default, zeggenschap te krijgen over de OpCO-tak van de Hotelgroep.
events of default, [gedaagde 1] liep risico’s en had het recht haar zekerheden uit te winnen. Dat [gedaagde 1] die zekerheden zo heeft ingezet dat zij eerst zeggenschap kreeg over de OpCo-tak, is niet onrechtmatig. Op die manier kon zij trachten om zodanige invloed op de Hotelgroep uit te oefenen dat haar kansen op terugbetaling van de [gedaagde 1] -lening werden vergroot.
defaultsen de onttrekking van gelden aan de Hotelgroep die niet werden terugbetaald door [eiser c.s.] , en de daarmee voor [gedaagde 1] als
mezzaninefinancier gepaard gaan risico’s, niet ongerechtvaardigd. Op die manier kon [gedaagde 1] ook invloed uitoefenen op dat deel van de Hotelgroep waar zich de belangrijkste zekerheidsobjecten bevonden, te weten het Hotelvastgoed.
defaultsdie [eiser c.s.] hadden laten ontstaan. Op grond van de voorwaarden van de MFA ging daardoor de Margin Ratchet Rente lopen en werden extra kosten verschuldigd. Volgens [eiser c.s.] is sprake van “het gekunsteld laten oplopen” van de lening. De rechtbank deelt dat standpunt niet. De voorwaarden waaronder de [gedaagde 1] -lening is aangegaan zijn (ook) door [eiser c.s.] geaccepteerd. [eiser c.s.] konden en moesten zich er bewust van zijn welke consequenties het bestaan van
defaultszouden hebben. Om uit deze situatie te komen moest dan ook een herfinanciering van de [gedaagde 1] -lening dan wel een verkoop van de
assetsvan de CV plaatsvinden, zodat [gedaagde 1] kon worden afgelost.
custodianen de aanstelling van [gedaagde 11] als beherend vennoot tot uitdrukking gebracht. Dit hebben [eiser c.s.] niet gemotiveerd betwist. Bovendien hebben de Medevennoten terecht aangevoerd dat de oorspronkelijke werkafspraak waarbij de winsten en het Hotelvastgoed bij de CV zaten, achterhaald was door de MFA. Daarin was immers een reorganisatieverplichting opgenomen waarbij de oorspronkelijke structuur werd losgelaten, om participatie door [gedaagde 1] mogelijk te maken.
De Medevennoten en [gedaagde 1 c.s.] betwisten dat sprake is van misleiding.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
salaris € 13.071,00 (drie punten van liquidatietarief VIII)
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
salaris € 13.071,00 (drie punten van liquidatietarief VIII)
€ 178,00
disposal feevan € 1 miljoen op basis van de Garantieovereenkomst (zie 3.39)
,vanwege het niet uiterlijk op 30 april 2016 ontvangen door de Hotelgroep van de koopsom voor [adres 6] .
disposal feeverschuldigd is geworden door [eiser sub 3] . Anders dan [eiser c.s.] stellen valt uit de communicatie tussen partijen over de verkoop van [adres 6] (zie 3.43) niet af te leiden dat [gedaagde 1] geen aanspraak zou maken op de
disposal fee. Namens [gedaagde 1] is op een bericht van [eiser c.s.] dat de deal met [bedrijf 10] was gesloten gereageerd met “nice”. Niet in te zien valt dat [eiser c.s.] daaruit mochten afleiden dat [gedaagde 1] geen nakoming van de afspraak over de
disposal feezou verlangen.
disposal fee. Uit dat tijdsverloop en die volgorde van gebeurtenissen kan evenwel niet worden afgeleid dat [gedaagde 1] haar rechten met betrekking tot de
disposal feeprijsgaf. Bovendien heeft [gedaagde 1] al op 31 mei 2016 aangegeven dat de
disposal feeverschuldigd was (zie 3.46).
disposal feeverlangde, rechtvaardigt niet de conclusie dat [eiser c.s.] er op mochten vertrouwen dat [gedaagde 1] nooit meer aanspraak zou maken op de
disposal fee. Tot een schikking is het immers niet gekomen. Dat [eiser c.s.] uit mededelingen of gedragingen van [gedaagde 1] hebben mogen begrijpen dat geen aanspraak zou worden gemaakt op de
disposal fee, kan uit hun stellingen niet worden afgeleid.