Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2024, met producties E1 tot en met E25;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 5 augustus 2024, op grond waarvan partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- de akte houdende toelichting schade met aanvullende producties, tevens vermindering van eis van Orisant c.s., met producties E26 tot en met E34;
- de brieven van de rechtbank van 7 november 2024 met daarin een zittingsagenda;
- de akte houdende overlegging producties van Werkina, met producties 5 tot en met 7;
- de spreekaantekeningen van partijen;
- het verhandelde ter mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de door Werkina overgelegde foto van de differentiaalbeveiligingsinstelling;
- de e-mail van Werkina van 16 december 2024 met daarin hetgeen op 10 december 2024 aan Orisant c.s. is gestuurd (waaronder een foto van de schakelkast met de instelling van de differentiaalbeveiliging), met bijlagen;
- de incidentele conclusie ex 843a Rv tevens antwoordakte, met producties 8 tot en met 13;
- de akte na mondelinge behandeling van Orisant c.s.;
- de conclusie van antwoord in het incident van Orisant c.s., tevens akte uitlaten producties.
2.De beoordeling
Agreement for the establishment of the limited partnership (“Limited Partnership Agreement”) between the Buyer and DC Orisant B.V.;”
Midsjo bank, gelegen op 95 zeemijlen uit de Poolse kust in de Oostzee.
- 11 december 2024 aan de zijde van Werkina, voor het in het geding brengen van de foto waarop de instelling van 2,5 seconden op de differentiaalbeveiliging te zien is
- 15 januari 2025 voor akte door beide partijen als volgt:A) Werkina mag een akte nemen met een reactie op de ter zitting door Orisant cs genomen akte over de onderbouwing van de schade(cijfers)B) Orisant c.s. mag een akte nemen met een reactie op nieuwe stellingen van Werkina over: 1) de normschending, 2) het beroep op exoneratieclausules en de derdenwerking ervan, 3) het beroep op de redelijkheid en billijkheid, 4) het beroep op matiging, 5) de stellingen van Werkina over de instelling op de differentiaalbeveiliging van 2,5 seconden.
- de vaststellingsovereenkomst die is gesloten tussen IHC Finance 1290 B.V. en/of IHC Holland B.V. en de DC Orisant entiteiten omstreeks eind 2018 omstreeks de oplevering van het schip ‘DC ORISANT’;
- de inbrengovereenkomst tussen DC Orisant B.V. en IHC Finance 1290 B.V. ter zake van het inbrengen van het schip ‘DC ORISANT’ in DC Orisant C.V.;
- de rechtbank heeft het Werkina alleen nog toegestaan na de zitting bij akte te reageren op de schadecijfers van Orisant c.s., en verder niet;
- de gevorderde inzage in de twee overeenkomsten moet worden afgewezen als strijdig met de goede procesorde. Toewijzing van de gevraagde stukken zou leiden tot onredelijke verdere vertraging van de procedure en hogere kosten van juridische bijstand;
- Werkina had mee kunnen doen aan de UNUM-arbitrage en had in dat processuele scenario kennis kunnen nemen van de door eiseressen en IHC ingenomen standpunten en in het geding gebrachte stukken. Werkina heeft dit geweigerd en heeft daarmee zelf bewerkstelligd dat zij geen kennis kon nemen van de in de (vertrouwelijke) arbitrageprocedure uitgewisselde documentatie en informatie;
- Werkina had de vordering tot inzage ter zitting kunnen doen en dan zou dit meteen tijdens de zitting hebben kunnen worden behandeld;
- Werkina had veel eerder om overlegging van de inbrengovereenkomst kunnen vragen;
- ook zonder verschaffing van de gevraagde overeenkomsten is een behoorlijke rechtsbedeling gewaarborgd en kan afschrift van een kopie van de overeenkomsten achterwege blijven (afwijzingsgrond 843a lid 4 Rv). De vaststellingsovereenkomst bevat geen in de hoofdzaak voor Werkina relevante feiten.
3.De beslissing
48 (achtenveertig) uurna betekening van het vonnis in incident een afschrift aan Werkina te verstrekken van de vaststellingsovereenkomst die is gesloten tussen IHC Finance 1290 B.V. en/of IHC Holland B.V. en de DC Orisant entiteiten omstreeks eind 2018 omstreeks de oplevering van het schip ‘DC ORISANT’, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag of dagdeel dat Orisant c.s. nalaten tijdig gehoor te geven aan deze veroordeling, met een maximum van € 50.000,-;
2 juli 2025voor het nemen van een akte door Werkina over de vaststellingsovereenkomst;