ECLI:NL:RBROT:2025:6790

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
C/10/667862 / HA ZA 23-933
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van DPD en [eiseres 2] voor vermissing van Quooker-systemen tijdens transport

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van DPD (Nederland) B.V. en [eiseres 2] voor de vermissing van 790 Quooker-systemen die in 2021 zouden zijn gestolen of verdwenen tijdens het transport. Quooker c.s. vorderen schadevergoeding, terwijl DPD en [eiseres 2] ontkennen aansprakelijk te zijn. De rechtbank oordeelt dat Quooker c.s. onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de systemen daadwerkelijk voor transport zijn aangeboden en niet zijn aangekomen. De rechtbank wijst de vorderingen van Quooker c.s. af en verklaart dat DPD en [eiseres 2] niet aansprakelijk zijn voor de vermogensschade. De rechtbank oordeelt verder dat DPD als expediteur moet worden aangemerkt en dat de verjaringstermijn van de vordering één jaar bedraagt, zoals overeengekomen in de Algemene Voorwaarden. De rechtbank wijst de vorderingen in reconventie af en veroordeelt Quooker c.s. in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/667862 / HA ZA 23-933
Vonnis van 4 juni 2025
in de zaak van

1.DPD (NEDERLAND) B.V.,

gevestigd te Oirschot,
2.
[eiseres 2], h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonende te [plaats] ,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. M. Kalkwiek te Utrecht,
tegen

1.QUOOKER INTERNATIONAL B.V.,

2.
QUOOKER B.V.,
beide gevestigd te Ridderkerk,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. C. Goedhart te Rotterdam.
Eiseressen in conventie, verweersters in reconventie worden hierna aangeduid als DPD en [eiseres 2] . Gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie worden hierna samen aangeduid als Quooker c.s. en afzonderlijk als Quooker International en Quooker.

1.De zaak in het kort

1.1.
Deze zaak gaat over de vraag of in 2021 onder de verantwoordelijkheid van DPD en/of [eiseres 2] aan Quooker geretourneerde Quooker-systemen zijn gestolen of verdwenen en de vraag of DPD en/of [eiseres 2] aansprakelijk is/zijn voor de schade die Quooker c.s. daardoor lijden.
1.2.
Volgens DPD en [eiseres 2] is dat niet het geval en zij vorderen in conventie verklaringen voor recht die daartoe strekken. Quooker c.s. menen dat in 2021 geretourneerde Quooker-systemen onder verantwoordelijkheid van DPD en/of [eiseres 2] stelselmatig zijn gestolen of verdwenen. In reconventie vorderen zij veroordeling van DPD en/of [eiseres 2] tot vergoeding van de schade die zij daardoor lijden.
1.3.
In dit vonnis wijst de rechtbank een deel van de in conventie gevorderde verklaringen voor recht toe. De vorderingen in reconventie wijst de rechtbank geheel af.
1.4.
Hierna worden de procedure, de feiten en de standpunten van partijen, voor zover van belang, nader beschreven en het oordeel van de rechtbank toegelicht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 september 2023, met producties 1 t/m 10;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 t/m 16;
  • de akte overlegging productie van DPD en [eiseres 2] , met als productie een juiste versie van productie 1 bij dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 11 t/m 17;
  • de akte houdende overlegging aanvullende producties 17 t/m 22 van Quooker c.s.;
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 4 juni 2024;
  • de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen van (de advocaten van) partijen;
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

Partijen

3.1.
Quooker is een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de verkoop van door haar (althans in het concern waartoe zij behoort) ontwikkelde producten: Quooker-systemen. Dit zijn, voor zover nu van belang, systemen bestaande uit een kraan en een reservoir voor kokend water en/of een CUBE voor gekoeld en bruisend water.
3.2.
Quooker International is de moedervennootschap van Quooker.
3.3.
Ten behoeve van het vervoer van de Quooker-systemen naar en binnen verschillende landen in Europa, in het bijzonder Duitsland, heeft Quooker afspraken gemaakt met DPD.
3.4.
[eiseres 2] is één van de vervoerders die DPD heeft ingeschakeld om Quooker-systemen te vervoeren vanaf een DPD-depot in Berkel en Rodenrijs naar de Quooker-vestiging in Ridderkerk. Dit betreffen voornamelijk retourzendingen van Quooker-systemen uit Duitsland.
De overeenkomst
3.5.
De afspraken tussen Quooker (als opdrachtgever) en DPD zijn neergelegd in een ‘mantelovereenkomst tot expeditie’ (hierna: de overeenkomst) van 14 juni 2019, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“In aanmerking nemende dat:
  • DPD is gespecialiseerd in expeditie van pakketten;
  • de opdrachtgever aan DPD opdracht wil geven tot de expeditie van pakketten;
(…)
Artikel 1. – De dienstverlening
1.1
DPD verplicht zich tot het expediëren van het in bijlage 1 (…) genoemde aantal pakketten per land per jaar. De opdrachtgever verplicht zich tot het op jaarbasis verstrekken van opdrachten tot het expediëren van het in bijlage 1 genoemde aantal pakketten per land per jaar.”
Op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden
3.6.
Op de overeenkomst zijn van toepassing de “Algemene Voorwaarden”, de “DPD Manual”, de “Data Protectie Voorwaarden” en de “Bijzondere voorwaarden” van DPD.
3.7.
In de Algemene Voorwaarden is onder meer het volgende opgenomen:

2. Definities en interpretatie
2.1
Definities(…)
DienstverleningHet door de Opdrachtgever organiseren van het Vervoer van Pakketten (expeditie), met inbegrip van de daaraan gerelateerde diensten en Inflight Options (…). (…)
Vervoerderde door DPD ingeschakelde Vervoerder.
(…)
6. De dienstverlening(…)
6.4
Expeditie
De Dienstverlening met betrekking tot een Pakket vangt aan op het moment dat het Pakket aan de door de Dienstverlener ingeschakelde Vervoerder is overhandigd, ongeacht of dit op terrein van de Dienstverlener of elders is.
(…)
6.5
Bezorging
Pakketten worden bezorgd door de Vervoerder, op de navolgende wijze (…).
(…)
11. Vorderingen
(…)
11.2
Rechtsvorderingen van de Opdrachtgever op de Dienstverlener uit welke hoofde dan ook, verjaren door verloop van een jaar. De verjaringstermijn vangt aan: in geval van gedeeltelijk verlies, beschadiging of vertraging, op de dag, waarop de goederen zijn afgeleverd; in geval van volledig verlies, op de dertigste dag na afloop van de bedongen termijn of, bij gebreke van zulk een termijn, op de zestigste dag na de inontvangstneming van de goederen door de Vervoerder; in alle andere gevallen, na afloop van een termijn van drie maanden na de sluiting van de Overeenkomst. (…)”
Retourzending Quooker-systeem
3.8.
Een Quooker-systeem komt retour in de volgende gevallen:
  • i) het Quooker-systeem kan niet afgeleverd worden bij de klant;
  • ii) de klant weigert het Quooker-systeem aan te nemen; of
  • iii) de klant stuurt het Quooker-systeem zelf retour.
3.9.
Alleen in de gevallen onder (i) en (ii) wordt een retour administratief door DPD geregistreerd (“eerste stroom”). Voor het geval onder (iii) geldt dat de klant zelf een retourzending aanmaakt, die niet terug te vinden is in de administratie van DPD (“tweede stroom”).
3.10.
Indien een klant aangeeft dat een Quooker-systeem niet is ontvangen of retour is verzonden, gaat Quooker af op de track & trace code van DPD. Als uit deze track & trace code blijkt van een voor ontvangst getekende retourzending, verstrekt Quooker een creditfactuur aan de klant. Deze creditfactuur kan in het systeem van Quooker echter niet worden gekoppeld aan de oorspronkelijke verzending van hetzelfde systeem naar de klant, omdat het administratieve systeem van Quooker registreert op klantniveau en niet (ook) op orderniveau. Quooker hield in de relevante periode (2021) niet bij wat zij aan retourzendingen diende te ontvangen en fysiek ontving.
3.11.
De normale gang van zaken sinds het sluiten van de overeenkomst hield in dat een medewerker van Quooker een door de vervoerder aangeboden bon aftekende als hij/zij een retourkomend Quooker-systeem in ontvangst nam. Sinds de uitbraak van de coronapandemie is de praktijk voor het aftekenen voor ontvangst van een retour aangepast: om afstand te bewaren worden retourzendingen niet meer door een medewerker van Quooker afgetekend, maar tekent/tekenen de (chauffeurs van de door DPD ingeschakelde) vervoerder(s) deze zelf af door het plaatsen van een streepje. Deze maatregel is per 1 maart 2022 weer afgeschaft.
3.12.
Quooker kan in de online omgeving van DPD de track & trace informatie en de door de chauffeurs afgetekende ontvangstbewijzen tot drie maanden na de datum van aftekenen terug inzien.
De pseudokoop
3.13.
Op of omstreeks 17 januari 2022 zijn Quooker c.s. getipt dat een chauffeur van [eiseres 2] vanuit zijn bestelwagen Quooker-systemen te koop aanbood. Het zou gaan om illegale doorverkoop van Quooker-systemen die via DPD retour zouden zijn gezonden naar de Quooker-vestiging in Ridderkerk, welke door de chauffeur vervolgens niet bij de Quooker-vestiging in Ridderkerk zijn afgeleverd. De chauffeur betrof volgens de tipgever de heer [persoon A] , die sinds kort (7 december 2021) bij [eiseres 2] in dienst was.
3.14.
Op 18 januari 2022 heeft vervolgens een pseudokoop plaatsgevonden waarbij de heer [persoon A] vanuit een DPD-busje aan een pseudokoper voor € 400,00 een Quooker-systeem heeft aangeboden dat eigenlijk bij de Quooker-vestiging in Ridderkerk retour had moeten komen c.q. had moeten zijn afgeleverd.
3.15.
De heer [persoon A] werkt sinds 5 februari 2022 niet meer bij [eiseres 2] .
De Italië-casus
3.16.
Op 14 februari 2022 is een voor de Italiaanse markt bestemd Quooker-systeem bij een consument in Ridderkerk geïnstalleerd, terwijl dit systeem volgens de track & trace code van DPD aan Quooker was geretourneerd/afgeleverd.
Aangiftes door partijen
3.17.
Op 24 februari 2022 is door Quooker c.s. aangifte bij de politie tegen DPD gedaan van de verduistering van 872 Quooker-systemen.
3.18.
Vervolgens is op 14 maart 2022 namens DPD aangifte van verduistering in dienstbetrekking tegen de heer [persoon A] gedaan, welke aangifte door de politie is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
Aansprakelijkstelling
3.19.
Bij brief van 24 juli 2023 heeft Quooker DPD aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van de vermeende verduistering van 872 Quooker-systemen.

4.Het geschil

in conventie

4.1.
DPD en [eiseres 2] vorderen samengevat - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
ten aanzien van DPD
een verklaring voor recht dat (ondergeschikten van) DPD niet betrokken is (zijn) bij de vermissing van 872 Quooker-systemen;
een verklaring voor recht dat DPD niet aansprakelijk is voor de vermogensschade die Quooker c.s. stellen te hebben geleden vanwege de vermissing van 872 Quooker-systemen;
ten aanzien van [eiseres 2]
een verklaring voor recht dat (ondergeschikten van) [eiseres 2] niet betrokken is (zijn) bij de vermissing van 872 Quooker-systemen, behoudens het Quooker-systeem dat de heer [persoon A] op 18 januari 2022 te koop heeft aangeboden;
een verklaring voor recht dat [eiseres 2] niet aansprakelijk is voor de vermogensschade die Quooker c.s. stellen te hebben geleden vanwege de vermissing van 872 Quooker-systemen, behoudens het Quooker-systeem dat de heer [persoon A] op 18 januari 2022 te koop heeft aangeboden;
ten aanzien van DPD en [eiseres 2]
hoofdelijke veroordeling van Quooker c.s. in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
4.2.
Quooker c.s. voeren verweer, dat strekt tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van DPD en [eiseres 2] in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met rente.
in reconventie
4.3.
Quooker c.s. vorderen samengevat - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
DPD en [eiseres 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 647.700,50, vermeerderd met (CMR) rente vanaf 17 januari 2022;
DPD en [eiseres 2] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, de buitengerechtelijke incassokosten en nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met rente;
subsidiair
DPD te veroordelen tot betaling van € 647.700,50, vermeerderd met (CMR) rente vanaf 17 januari 2022;
DPD te veroordelen in de kosten van deze procedure, de buitengerechtelijke incassokosten en nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met rente;
tertiair
[eiseres 2] te veroordelen tot betaling van € 647.700,50, vermeerderd met (CMR) rente vanaf 17 januari 2022;
[eiseres 2] te veroordelen in de kosten van deze procedure, de buitengerechtelijke incassokosten en nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met rente.
4.4.
DPD en [eiseres 2] voeren verweer, dat strekt tot, afwijzing van de vorderingen, met hoofdelijke veroordeling van Quooker c.s. in de kosten van deze procedure, vermeerderd met rente.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie

5.1.
De vorderingen van DPD en [eiseres 2] in conventie zijn (materieel) het spiegelbeeld van de vorderingen van Quooker c.s. in reconventie en draaien om dezelfde vraag: heeft er onder verantwoordelijkheid van DPD en/of [eiseres 2] diefstal/verduistering van 790 Quooker-systemen plaatsgevonden en zijn zij aansprakelijk voor de schade die Quooker c.s. daardoor hebben geleden? Gelet op deze samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie zullen deze gezamenlijk worden beoordeeld.
5.2.
In deze procedure hebben Quooker c.s. het in de brief van 24 juli 2023 genoemde aantal van 872 Quooker-systemen bijgesteld naar het aantal van 790 Quooker-systemen. Nu het verwijt dat Quooker DPD en [eiseres 2] maakt dus slechts ziet op 790 systemen, gaat de rechtbank ervan uit dat ook de vorderingen in conventie op dat aantal zien. De rechtbank laat het eerstgenoemde aantal daarom buiten beschouwing.
Aard van de overeenkomst
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiseres 2] als vervoerder moet worden aangemerkt. In geschil is of DPD ook als vervoerder moet worden aangemerkt. In dat verband verschillen partijen van mening over de aard van de overeenkomst. DPD meent dat het gaat om een expeditie-overeenkomst. Quooker c.s. menen dat tussen Quooker en DPD een vervoerovereenkomst is gesloten, waarop het CMR-verdrag van toepassing is.
5.4.
Ter onderbouwing van haar standpunt dat zij in dit geval is opgetreden als expediteur verwijst DPD naar het volgende. In de (op de) overeenkomst (van toepassing zijnde algemene voorwaarden) staat in niet mis te verstane bewoordingen dat sprake is van een mantelovereenkomst tot expeditie, dat DPD is gespecialiseerd in expeditie van pakketten, dat Quooker als opdrachtgever expeditie-opdrachten aan DPD wil geven, dat DPD zich verplicht tot het expediëren van pakketten, dat Quooker zich verbindt tot het verstrekken van expeditie-opdrachten, dat DPD vervoerders inschakelt om goederen in opdracht van Quooker te vervoeren etc. Quooker abstraheert in haar uitleg van de overeenkomst volledig van de tekst daarvan, terwijl die juist bedoeld is om weer te geven wat partijen zijn overeengekomen. Bovendien hebben partijen afgesproken dat hun rechtsverhouding volledig door de overeenkomst wordt geregeld (zie artikel 8.1 van de overeenkomst).
5.5.
Voor hun standpunt dat DPD (niettegenstaande de taalkundige betekenis van de overeenkomst) in dit geval (toch) als vervoerder heeft gecontracteerd hebben Quooker c.s. het volgende aangevoerd:
  • de voertuigen die DPD inzet voor het pakketvoer zijn voorzien van een DPD-logo;
  • chauffeurs dragen DPD-kleding;
  • DPD verstuurt de track & trace codes voor de zendingen;
  • DPD vervult een actieve rol bij de fysieke behandeling van de lading: DPD verwerkt pakketten eerst in haar depot(s)/distributiecentr(um)a voordat deze verder worden vervoerd. Aldus vindt overslag plaats en worden door DPD operationele handelingen met betrekking tot de lading verricht;
  • DPD heeft nimmer aan Quooker laten weten een externe vervoerder ingeschakeld te hebben;
  • DPD brengt brandstof- en toltoeslagen in rekening;
  • Partijen zijn prijzen per pakket overeengekomen en geen expediteurshonorarium.
Ter onderbouwing wordt onder meer verwezen naar producties 3, 9 en 16 bij de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 23 januari 2013 (ECLI:NL:RBOBR:2013:7851, r.o. 4.2.2), een vonnis van deze rechtbank van 8 september 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:8710, r.o. 4.16) en een arrest van het gerechtshof Den Bosch van 18 februari 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:418).
5.6.
De rechtbank deelt het oordeel van DPD dat in deze zaak tussen Quooker en DPD sprake is van een expeditie-overeenkomst, op grond van het volgende.
5.7.
De vraag die voorligt is of de tussen Quooker en DPD gesloten overeenkomst er een is van vervoer dan wel van doen vervoeren (expeditie). Het antwoord op deze vraag moet worden gevonden in de uitleg van die overeenkomst, waarbij het aankomt op de zin die partijen onder de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-maatstaf). Hierbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang. In de praktijk is het onderscheid tussen vervoer en expeditie niet eenvoudig en veel ondernemingen treden in voorkomend geval zowel op als expediteur als als vervoerder. Daarom is het vaste jurisprudentie dat een opdrachtnemer die in het kader van een transportopdracht als (niet meer dan) expediteur wil optreden, zich bij het aangaan van de overeenkomst duidelijk als zodanig moet presenteren, bij gebreke waarvan in beginsel moet worden aangenomen dat een vervoerovereenkomst tot stand is gekomen.
5.8.
Dat brengt mee dat DPD (als de partij die zich daarop beroept) voldoende feiten dient te stellen waaruit volgt dat er sprake is van een expeditie-overeenkomst en die feiten dient te bewijzen als Quooker c.s. die met goede argumenten tegenspreekt.
5.9.
De bewoordingen van de overeenkomst zijn op zichzelf duidelijk en niet gesteld is dat de bedoeling van partijen in een andere vorm dan die van de schriftelijke overeenkomst is geuit. Daarbij komt dat het gaat om een commerciële overeenkomst tussen professioneel opererende partijen die over de inhoud van de overeenkomst hebben onderhandeld, terwijl de overeenkomst ertoe strekt de wederzijdse rechten en verplichtingen nauwkeurig vast te leggen. Aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen van de overeenkomst komt daarom grote betekenis toe. Niettemin kunnen de overige omstandigheden van het geval meebrengen dat een andere dan de taalkundige betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht.
5.10.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewoordingen van de overeenkomst ondubbelzinnig dat de rechten en verplichtingen van partijen beantwoordden aan de begripsomschrijving van een expeditie-overeenkomst. De door Quooker c.s. genoemde omstandigheden zijn op grond van het navolgende onvoldoende om de overeenkomst ondanks die uitdrukkelijke bewoordingen als een vervoersovereenkomst aan te merken.
5.11.
Het versturen van track & trace codes voor de zendingen en het verwerken van pakketten in depots/distributiecentra voordat deze verder worden vervoerd, zijn uitvoeringshandelingen die passen bij de taak van een expediteur.
5.12.
Dat DPD niet aan Quooker zou hebben laten weten dat zij derden/externe vervoerders zou inschakelen om de pakketten te vervoeren is feitelijk onjuist. In bijlage 1 van de overeenkomst staat namelijk dat DPD vervoerders inschakelt ten behoeve van de opdrachtgever en dat is ook expliciet omschreven in de Algemene Voorwaarden (artikelen 2.1, 6.4 en 6.5) en de DPD Manual (artikel 1.10).
5.13.
De overige onder 5.5 genoemde omstandigheden passen wel meer bij een vervoerder dan bij een expediteur. In het licht van de uitdrukkelijke bewoordingen van de overeenkomst en de grote betekenis die daaraan moet worden gehecht alsmede de uitvoeringshandelingen die bij expeditie passen (zie 5.11) neemt dat echter niet weg dat de overeenkomst al met al als een expeditie-overeenkomst moet worden aangemerkt.
5.14.
De verwijzingen van Quooker c.s. naar het vonnis van 23 januari 2013 van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Den Bosch (ECLI:NL:RBOBR:2013:7851) en het arrest van het gerechtshof Den Bosch van 18 februari 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:418) leiden niet tot een ander oordeel. DPD is daarin weliswaar als vervoerder aangemerkt, maar de betreffende casus komt niet overeen met de onderhavige omdat daarin geen schriftelijke overeenkomst was gesloten.
5.15.
De conclusie is dan ook dat DPD zich als expediteur heeft verbonden tot het doen vervoeren van Quooker-systemen.
Aansprakelijkheid van DPD op de voet van artikel 8:63 BW
5.16.
De volgende vraag die moet worden beantwoord is of DPD tekort is geschoten in haar verplichting tot het afleggen van een expediteursverklaring als bedoeld in artikel 6:83 lid 1 BW en daarom aansprakelijk is alsof zij een vervoerder was.
5.17.
Quooker c.s. stellen dat dit het geval is omdat DPD heeft verzuimd een expediteursverklaring af te geven en ook heeft verzuimd om alle relevante gegevens voor het verhaal van de schade te verstrekken.
5.18.
DPD spreekt tegen dat zij tekort is geschoten in haar verplichting om een expediteursverklaring te verstrekken. Quooker heeft haar weliswaar om expediteursverklaringen gevraagd maar niet duidelijk gemaakt om welke individuele expeditie-opdrachten het ging. Omdat DPD daardoor niet wist welke vervoerders volgens Quooker in hun verplichtingen zouden zijn tekortgeschoten, kon zij geen expediteursverklaring verstrekken. Bovendien heeft Quooker niet de overeengekomen gegevens aangeleverd die DPD volgens art. 10 van het DPD Manual nodig heeft om een claim te beoordelen.
5.19.
De rechtbank oordeelt dat DPD tekort is geschoten in haar verplichting om een expediteursverklaring te verstrekken en daarom moet worden aangemerkt alsof zij zelf een vervoerder was. De rechtbank licht dit toe als volgt.
5.20.
Als expediteur dient DPD haar administratie zo in te richten dat zij voor elke vervoersovereenkomst die zij ten behoeve van haar opdrachtgevers aangaat desgevraagd de opdrachtgever kan voorzien van de naam van de door haar ingeschakelde vervoerder.
5.21.
Duidelijk is dat het Quooker ging om de vervoerders die in het jaar 2021 waren betrokken bij het laatste stuk van retourzendingen vanuit Duitsland naar de Quooker-vestiging in Ridderkerk. Dat is voldoende nauwkeurig en DPD had de namen van die vervoerders dan ook moeten verstrekken. Aannemelijk is dat DPD er veel werk aan zou hebben gehad om dat uit te zoeken, maar dat ontslaat haar niet van haar verplichting. Hetzelfde gaat voor het bepaalde in artikel 10.1 van het DPD Manual omdat het partijen niet vrij staat om van artikel 6:83 lid 1 BW af te wijken (artikel 6:83 lid 4 BW).
5.22.
Vast staat dat DPD de onder 5.21 bedoelde gegevens niet heeft verstrekt en daarmee staat ook vast dat zij in haar verplichting om een expediteursverklaring te verstrekken is tekortgeschoten. Hierdoor is DPD aansprakelijk alsof zij zelf vervoerder was.
Verjaring
5.23.
De rechtbank oordeelt dat het beroep van DPD op verjaring deels slaagt. Dit licht zij hierna toe.
Termijn verjaring
5.24.
De verjaringstermijn van de vordering van Quooker c.s. op DPD bedraagt één jaar. DPD en Quooker zijn namelijk in artikel 11.2 van de Algemene Voorwaarden overeengekomen dat rechtsvorderingen van Quooker op DPD na verloop van een jaar verjaren (zie 3.7) Daarmee zijn zij afgeweken van de wettelijke verjaringstermijn van artikel 8:1740 BW van negen maanden. Die afwijking is in het voordeel van Quooker en is daarom geoorloofd. De contractuele verjaringstermijn heeft in die situatie voorrang op de wettelijke termijn.
5.25.
Het beroep van Quooker op de verjaringstermijn van artikel 32 lid 1 CMR (verjaring na drie jaar) faalt. De rechtbank volgt Quooker namelijk niet in haar stelling dat de CMR van toepassing is omdat op grond van artikel 8:63 lid 3 BW moet worden uitgegaan van de situatie dat DPD zelf het vervoer heeft uitgevoerd. Dat DPD op grond van die wetsbepaling aansprakelijk is alsof zij een vervoerder was, houdt namelijk niet in dat de contractuele hoedanigheid van DPD als expediteur wijzigt in die van een vervoerder en/of dat op het geschil tussen partijen dan de CMR (met een ruimere verjaringstermijn) van toepassing is.
5.26.
De conclusie is dan ook dat de verjaringstermijn, conform hetgeen DPD en Quooker zijn overeengekomen, één jaar bedraagt.
Aanvang verjaring
5.27.
De exacte aanvangsdatum van de verjaringstermijn is niet vast te stellen. Daarvoor is namelijk kennis vereist over de dag waarop de Quooker-systemen zouden moeten zijn bezorgd c.q. door de vervoerder in ontvangst zijn genomen en die kennis ontbreekt in deze zaak omdat daarover geen concrete stellingen worden ingenomen. Duidelijk is wel dat de vermeende diefstal/verduistering van de Quooker-systemen volgens Quooker c.s. in het jaar 2021 moet zijn voorgevallen.
Stuiting verjaring
5.28.
De verjaring van een rechtsvordering kan onder meer worden gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming (waaronder ook een vordering tot schadevergoeding valt) voorbehoudt (artikel 3:317 lid 1 BW).
5.29.
Bij de beoordeling of de mededeling aan de in artikel 3:317 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, dient niet alleen te worden gelet op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en op de overige omstandigheden van het geval. Bij deze beoordeling kan onder omstandigheden mede betekenis toekomen aan de verdere correspondentie tussen partijen. Het komt erop aan of gelet op alle omstandigheden van het geval de schuldenaar de handeling redelijkerwijs de betekenis heeft moeten toekennen dat de schuldeiser ondubbelzinnig zijn recht op nakoming heeft voorbehouden.
5.30.
De stelling van DPD dat Quooker pas op 24 juli 2023 voor het eerst aanspraak zou hebben gemaakt op haar (schadevergoedings)vordering is feitelijk onjuist. Als niet dan wel onvoldoende weersproken staat namelijk vast dat Quooker c.s. al op 21 februari 2022 in een e-mail aan DPD aanspraak heeft gemaakt op haar (schadevergoedings)vordering (productie 7 bij conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie).
5.31.
Naar het oordeel van de rechtbank komt aan die e-mail stuitende werking toe. Bij akte houdende overlegging aanvullende producties hebben Quooker c.s. (productie 21) onder verwijzing naar relevante stukken een tijdlijn overgelegd waaruit blijkt dat Quooker sindsdien steeds aanspraak bleef maken op haar (schadevergoedings)vordering. Uitgaande van een verjaringstermijn van één jaar en een aanvangsmoment van 1 januari 2021 betekent dit dat de vordering van Quooker c.s. slechts is verjaard voor zover die ziet op de periode 1 januari 2021 tot 21 februari 2021.
Beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
5.32.
Quooker c.s. hebben zich erop beroepen dat het beroep of verjaring van DPD naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij stellen daartoe het volgende. DPD en [eiseres 2] hebben het doen voorkomen alsof zij de schade van Quooker c.s. zouden vergoeden, maar uiteindelijk niets meer laten weten. Zij hebben aangifte gedaan van verduistering, maar ontkennen nu dat sprake is geweest van verduistering. Zij hebben allerlei belangrijke informatie en documenten die Quooker c.s. hadden kunnen gebruiken om haar schade te verhalen, achtergehouden. Ook hebben Quooker c.s. vergaand meegewerkt aan het door DPD gewenste onderzoek door EMN, hetgeen tot aanzienlijke vertraging heeft geleid. Bovendien heeft DPD het onderzoek door EMN zonder verklaring of mededeling aan Quooker c.s. laten staken, hetgeen pas blijkt na lezing van het door DPD achtergehouden finale rapport van EMN.
5.33.
De rechtbank verwerpt dit beroep van Quooker c.s. op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 BW), op grond van het navolgende.
5.34.
De gedachte achter verjaring – is kort gezegd – dat iemand die een vordering heeft, niet te lang moet wachten om deze in te dienen. Tijdig indienen zorgt er niet alleen voor dat alle relevante informatie nog voorhanden is en het gesprek over de vordering inhoudelijk kan worden gevoerd, maar ook dat de vordering niet ‘in de lucht blijft hangen’: op een zeker moment moet duidelijk worden of de vordering wordt doorgezet of niet. De wet bevat verjaringstermijnen om duidelijkheid te scheppen. De lengte van die termijnen is deels arbitrair, maar omwille van de duidelijkheid wordt er streng de hand aan gehouden, ook in gevallen waarin dat uit oogpunt van individuele gerechtigheid misschien moeilijk te begrijpen is.
5.35.
Voorop staat dat alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden aangenomen dat een beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en dat terughoudendheid dus is vereist. In de door Quooker c.s. genoemde handelswijze van DPD is naar het oordeel van de rechtbank geen argument gelegen voor de conclusie dat DPD het recht moet worden ontzegd zich ter afwending van de schadevordering van Quooker c.s. te verweren met een beroep op verjaring.
5.36.
Dat DPD begin 2022 onder de indruk was van de beschuldigingen van Quooker c.s. en zich (mede in het belang van behoud van de goede commerciële relatie) welwillend heeft opgesteld, is niet gelijk te stellen met een situatie waarin (bindende) toezeggingen omtrent schadevergoeding zijn gedaan en kan in de context van een beroep op verjaring niet in het nadeel van DPD worden uitgelegd.
5.37.
De stelling dat DPD allerlei belangrijke informatie en documenten zou hebben achtergehouden is - behalve het hiervoor gehonoreerde beroep aangaande de expediteursverklaringen - niet, althans onvoldoende onderbouwd en wordt om die reden gepasseerd. Hetzelfde geldt voor de stelling dat DPD het onderzoek door EMN zonder verklaring of mededeling aan Quooker c.s. heeft laten staken. Ook als dat laatste waar is legt dat, in deze relatie tussen twee bedrijfsmatig handelende partijen, onvoldoende gewicht in de schaal. Aan bewijslevering op deze punten wordt dan ook niet toegekomen.
Conclusie verjaring
5.38.
De conclusie luidt dat het beroep van DPD op verjaring deels slaagt, en wel voorzover de vordering ziet op de periode van 1 januari 2021 tot 21 februari 2021.
De vordering van Quooker c.s.
5.39.
Quooker c.s. baseren hun vordering op schade die zij lijden door stelselmatige diefstal/verduistering van Quooker-systemen door chauffeurs van [eiseres 2] en/of andere door DPD ingeschakelde vervoerders in 2021. Dat die stelselmatig plaatsvond baseren zij op de pseudokoop, de Italië-casus (zie 3.16) en de omstandigheid dat vijf (retour)pakketten, die op 4 februari 2022 door de chauffeur zijn afgetekend, zouden zijn afgeleverd op een tijdstip waarop blijkens camerabeelden van het magazijn van Quooker te Ridderkerk niets is gebeurd. Om de omvang van die stelselmatige diefstal/verduistering te bepalen, hebben Quooker c.s. een vergelijking gemaakt tussen de in 2021 door hen verstrekte creditfacturen aan klanten in Duitsland (1447 stuks) en de daadwerkelijk retour ontvangen Quooker- systemen (657 stuks). Dit komt neer op 790 Quooker-systemen die vermist zijn geraakt (ter onderbouwing wordt verwezen naar productie 12 van de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie). Hierbij merken Quooker c.s. op dat het op de weg van de vervoerder ligt om aan te tonen dat de door hem vervoerde systemen daadwerkelijk zijn afgeleverd en dat op de vervoerder een verzwaarde motiveringsplicht rust. Voor zover op Quooker c.s. enige verdere bewijslast rust stellen zij dat de bewijsnood die is ontstaan doordat de chauffeurs maandenlang zelf zendingen hebben afgetekend en de omstandigheid dat Quooker de track & trace informatie van DPD slechts tot drie maanden terug kan inzien, voor rekening van DPD dient te blijven en tot omkering van de bewijslast dient te leiden.
5.40.
DPD spreekt tegen dat er sprake was van stelselmatige diefstal/verduistering en dat die gedurende het hele jaar 2021 plaatsvond. De chauffeur die betrokken was bij de pseudokoop was pas vanaf 7 december 2021 bij [eiseres 2] in dienst. Er is geen bewijs dat het Quooker-systeem van de Italië-casus tijdens het vervoerstraject is gestolen/verduisterd en evenmin dat dat in 2021 is gebeurd. De overgelegde videobeelden van 4 februari 2022 zijn te beperkt om te kunnen concluderen dat de vijf pakketten niet daadwerkelijk zijn afgeleverd. Verder, en dat is wezenlijk, is de administratie van Quooker niet op orde. De getallen waarmee Quooker komt wisselen en de deskundige van EMN kon op basis van die administratie niet tot een behoorlijke reconstructie van de goederen c.q. geldstromen van de retourzendingen komen. Per saldo kan uit de administratie van Quooker c.s. niet worden afgeleid dat en hoeveel Quooker-systemen waarvoor DPD als expediteur is opgetreden in 2021 zijn gestolen, verduisterd of anderszins niet bij Quooker zijn aangekomen of vermist geraakt. De daarvoor noodzakelijke koppeling tussen de creditfacturen en de oorspronkelijke facturen ontbreekt en Quooker hield ook geen administratie van verwachte retouren en van daadwerkelijk fysiek aangekomen retouren bij. De bewijslast rust op Quooker c.s. en er bestaat geen aanleiding om haar tegemoet te komen, aldus DPD.
5.41.
De rechtbank oordeelt dat Quooker c.s. hun vordering onvoldoende hebben onderbouwd en dat de vordering daarom moet worden afgewezen. De rechtbank licht dit toe als volgt.
5.42.
Als de partij die DPD ingevolge art. 8:63 BW als ware zij vervoerder aansprakelijk stelt voor de diefstal of verdwijning van Quooker-systemen moeten Quooker c.s. feiten stellen waaruit volgt dat zij, een gelieerde vennootschap en/of een klant van haar de bewuste Quooker-systemen daadwerkelijk bij de vervoerder voor transport heeft aangeboden en dat die Quooker-systemen niet zijn aangekomen. Ook moeten zij die feiten bewijzen, indien DPD die met goede argumenten tegenspreekt (hoofdregel van art. 150 Rv). Op een vervoerder rust in zoverre een verzwaarde motiveringsplicht, dat van de vervoerder (hier DPD) mag worden verwacht dat, als vast staat dat de goederen ter vervoer zijn aangeboden, hij feitelijke gegevens over het vervoer van de aangeboden verzending verstrekt, omdat die feitelijke gegevens in zijn domein liggen. Aan die verzwaarde motiveringsplicht wordt daarom pas toegekomen als Quooker eerst aan haar stelplicht en bewijslast aangaande het aanbieden van de zending heeft voldaan.
5.43.
Ten aanzien van de beweerdelijk in 2021 gestolen of verdwenen Quooker-systemen hebben Quooker c.s. niet aan hun voormelde stelplicht voldaan. Zij stellen namelijk niet wat, waar en wanneer bij DPD (of een door haar ingeschakelde vervoerder) voor transport is aangeboden en niet is aangekomen. Bij gebrek daaraan kan niet worden vastgesteld dat die Quooker-systemen onder verantwoordelijkheid van DPD zijn gestolen of verdwenen en strandt de vordering van Quooker c.s. Niet ter discussie staat dat de vordering uitsluitend Quooker-systemen betreft die in 2021 zijn gestolen of verdwenen. De rechtbank gaat daarom bij gebrek aan belang niet nader in op de pseudokoop, de Italië-casus en het al dan niet daadwerkelijk bij Quooker afleveren van vijf Quooker-systemen op 4 februari 2022.
5.44.
Het beroep van Quooker c.s. op de bewijsnood die het gevolg zou zijn van de praktijk dat chauffeurs van de door DPD ingeschakelde vervoerders in 2021 de zendingen zelf aftekenden en de omstandigheid dat Quooker de track & trace informatie van DPD slechts tot drie maanden terug kan inzien, leidt niet tot een ander oordeel. Deze omstandigheden worden namelijk pas relevant bij het tweede onderdeel waarvan Quooker c.s. de bewijslast dragen, te weten dat de systemen niet zijn aangekomen bij Quooker. Het is de verantwoordelijkheid van Quooker c.s. om eerst gegevens aan te leveren waaruit blijkt dat de beweerdelijk gestolen of verdwenen Quooker-systemen voor vervoer zijn aangeboden. Kennelijk is hun administratie daarop niet of onvoldoende ingericht. Die inrichting is een eigen keuze en die dient in de verhouding tussen partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor rekening van Quooker c.s. te blijven, althans kan niet aan DPD worden tegengeworpen. Dat DPD verzekerd is doet daarbij niet ter zake.
5.45.
Dit alles leidt er toe dat de vordering van Quooker c.s. op DPD bij gebrek aan voldoende onderbouwing moet worden afgewezen. Daarbij komt nog dat op dit moment onvoldoende duidelijk is dat Quooker c.s. (en niet, bijvoorbeeld, haar Duitse groepsvennootschap op wier naam een aantal facturen staan) de daadwerkelijk schadelijdende partijen zijn.
Ten aanzien van [eiseres 2]
5.46.
Ten aanzien van [eiseres 2] geldt hetzelfde als onder 5.39 t/m 5.44 is overwogen. Dit betekent dat ook als de vordering van Quooker c.s. op [eiseres 2] niet is verjaard, die vordering moet worden afgewezen. Op de vraag of die vordering al dan niet is verjaard en de rol van het CMR-verdrag in die context, gaat de rechtbank daarom bij gebrek aan belang niet in. Slechts ten overvloede overweegt de rechtbank dat Quooker c.s. vanzelfsprekend [eiseres 2] kunnen houden aan haar aanbod om de schade te vergoeden die Quooker c.s. hebben geleden doordat de heer [persoon A] op 18 januari 2022 een Quooker-systeem te koop aanbood.
Slotsom en proceskosten
5.47.
Het vorenstaande leidt tot toewijzing van de in conventie gevorderde verklaringen voor recht dat DPD en [eiseres 2] niet aansprakelijk zijn als na te melden en tot afwijzing van de vorderingen in reconventie. De gevorderde verklaringen voor recht dat (ondergeschikten van) DPD en [eiseres 2] niet betrokken zijn bij de vermissingen, wijst de rechtbank af omdat zij dit bij gebrek aan voldoende feitelijke onderbouwing niet kan vaststellen.
5.48.
Quooker c.s. zijn grotendeels in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten betalen. In conventie worden de proceskosten van DPD en [eiseres 2] (inclusief nakosten) begroot op:
- kosten van dagvaarding
106,73
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten x € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.188,73
5.49.
In reconventie worden de proceskosten van DPD en [eiseres 2] begroot op nihil aan verschotten en € 3.502,00 aan salaris advocaat (2 punten x factor 0,5 x € 3.502,00). De daarover gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
5.50.
De proceskostenveroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
verklaart voor recht dat DPD niet aansprakelijk is voor de vermogensschade die Quooker c.s. stellen te hebben geleden vanwege de vermissing van de 790 Quooker-systemen;
6.2.
verklaart voor recht dat [eiseres 2] niet aansprakelijk is voor de vermogensschade die Quooker c.s. stellen te hebben geleden vanwege de vermissing van 790 Quooker-systemen, behoudens ten aanzien van het Quooker-systeem dat de heer [persoon A] op 18 januari 2022 te koop heeft aangeboden;
6.3.
veroordeelt Quooker c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 2.188,73, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Quooker c.s. niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
6.6.
wijst de vorderingen af;
6.7.
veroordeelt Quooker c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 3.502,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.8.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2025. [1]

Voetnoten

1.801/2515/106