Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- partiële vrijspraak van het onder 1. sub 4 (misbruik maken van iemand in een uitbuitingssituatie) en sub 6 (opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1. sub 2 (medeplegen van mensenhandel van een minderjarige), 2. (medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen van de Opiumwet), 3. primair (medeplegen van wederrechtelijk verblijven op een haventerrein) en 4. (verkopen, vervoeren en opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden met aftrek van voorarrest;
- verbeurdverklaring van een mobiele telefoon en het in beslaggenomen geldbedrag.
4.Waardering van het bewijs
gedropt”, “
blijf daar hè”, “
broer blijf daar een uurtje ik geef je nog 250”, “
nog eventjes, dan mag je weg”, “
en verstop je in je auto”, “
niet weggaan”, “
jo scotoe reed hier weer langs”, “
die boys doen hun ding”, “
broer niet weggaan, die jongens zijn nog werkende, blijf kalm, je gaat verdienen”, “
rij na waar je die boys gedropt hebt, hun zijn daar op die weg, rij met hun”, “
wat moet ik ze daar ophalen?”, “
Hun hebben niks, haaal ze op”, “
kan nu gelijk die 250 komen halen.”
hij in de periode 19 tot en met 20 november 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen
een ander, te weten
oogmerk van uitbuiting van die [persoon A] , terwijl die [persoon A] de leeftijd van achttien
jaren nog niet heeft bereikt (lid 1, sub 2),
door
[adres 2] te Rotterdam;
tezamen en in vereniging met anderen
wederrechtelijk
distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten de UWT Terminal, gelegen
aan [adres 2] te Rotterdam
tot en met 20 november 2024 te Rotterdam,
de goederen die zij bij zich hadden naar de UWT Terminal te vervoeren met de auto
voorzien van [kenteken] ;
hij op 30 oktober 2024 te Gouda
opzettelijk
heeft verkocht en/of
afgeleverd en/of vervoerd,
een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering opheffing schorsing voorlopige hechtenis
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 4:
hij in of omstreeks de periode 19 tot en met 20 november 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland,
een ander, te weten
Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een
andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door
afpersing en/of door fraude en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare
positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de
instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [persoon A] heeft,
oogmerk van uitbuiting van die [persoon A] , terwijl die [persoon A] de leeftijd van achttien
jaren nog niet heeft bereikt (lid 1, sub 2),
verrichten van arbeid of diensten (te weten: het plegen van strafbare feiten en/of
activiteiten) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die
[persoon A] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten (te weten: het plegen van strafbare feiten en/of activiteiten) (lid 1 sub 4),
sub 6),
met geweld of een andere feitelijkheid en/of de misleiding en/of misbruik van
voortvloeiend overwicht en/of van kwetsbare positie heeft/hebben bestaan uit:
- Het aanwezig hebben en/of het tonen van een vuurwapen bij de ontmoeting met
die [persoon A] , en/of
- Het dwingen althans bewegen van die [persoon A] om het haventerrein in Rotterdam op
te gaan en op zoek te gaan naar een container en/of verdovende middelen uit een
container in de Rotterdamse haven te halen, en/of
- Het dwingen althans bewegen van die [persoon A] om zijn kleding binnenstebuiten te
dragen en/of de logo’s van zijn kleding af te snijden, en/of
- Het onder controle houden van die [persoon A] door de locatie van [persoon A] en/of zijn
mededaders te monitoren met een open telefoonverbinding gedurende de periode
van de opdracht van [persoon A] om de verdovende middelen uit de container te halen.
haven en hem de ontvangst van enig geldbedrag in het vooruitzicht te stellen voor
het succesvol uitvoeren van die klus, en/of
- Het in contact brengen van die [persoon A] met één of meerdere medeverdachte(n) ten
behoeve van het uithalen van verdovende middelen, en/of
- Het regelen en/of beschikbaar stellen van hulpmiddelen ten behoeve van het
uithalen van verdovende middelen (sporttas en/of bigshopper en/of powerbank
en/of oplaadkabel en/of kniptang en/of ratel en/of dop-ratelset en/of afbreek mes)
voor die [persoon A] , en/of
- het geven van instructies aan die [persoon A] ten behoeve van het uithalen van
verdovende middelen, en/of
- het vervoeren van die [persoon A] van de Barton Wiltonkade en/of Rotterdam West naar
[adres 2] te Rotterdam
(art. 273f lid 1 sub 2, sub 4 en sub 6 Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
hij in of omstreeks de periode 19 tot en met 20 november 2024 te Rotterdam,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor
te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van
de Opiumwet
plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en)
of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen
van dat feit,
- één of meer (organisatie)telefoon(s) voorhanden te hebben, en/of
- één of meer sporttas(sen) en/of bigshopper(s) voorhanden te hebben, en/of
- een powerbank en/of oplaadkabel en/of kniptang en/of ratel en/of dop-ratelset
en/of afbreek mes en/of
- met één of meer mededader(s) (telefonisch en/of via een chatdienst(en))
contacten te onderhouden en/of informatie uit te wisselen en/of afspraken te
maken en/of instructies te geven en/of te ontvangen en/of
- het voertuig met [kenteken] te gebruiken om één of meer mededader(s)
bij het terrein van het UWT af te zetten;
(art 10a lid 1 ahf/sub 1 Opiumwet,
art 10a lid 1 ahf/sub 2 Opiumwet,
art 10a lid 1 ahf/sub 3 Opiumwet,
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
hij in of omstreeks de periode 19 tot en met 20 november 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen
gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te
weten het terrein van de UWT Terminal, gelegen aan [adres 2] te
Rotterdam
(art 138aa lid 1 Wetboek van Strafrecht,
art 138aa lid 3 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht,
art 138aa lid 3 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht,
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
wederrechtelijk
distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten de UWT Terminal, gelegen
aan [adres 2] te Rotterdam
tot en met 20 november 2024 te Rotterdam,
inlichtingen heeft verschaft, door een of meer van de voornoemde personen en/of
de goederen die zij bij zich hadden naar de UWT Terminal te vervoeren met de auto
voorzien van [kenteken]
(art 138aa lid 1 Wetboek van Strafrecht,
art 138aa lid 3 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht,
art 138aa lid 3 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 19,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet)