ECLI:NL:RBROT:2025:6862

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
11 juni 2025
Zaaknummer
11443657 CV EXPL 24-31485
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van vordering uit koopovereenkomst en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Alektum Capital II AG en een gedaagde uit Rotterdam. Alektum, vertegenwoordigd door Deurwaarderskantoor Van Lith B.V., vorderde een bedrag van € 573,97 van de gedaagde, die verschillende kledingstukken had besteld via de webshop van Nike. De gedaagde had de koopprijs achteraf betaald via Klarna, die de vordering op haar had overgedragen aan Alektum. De gedaagde had echter een aantal kledingstukken geretourneerd en stelde dat de vordering van Alektum verjaard was. De kantonrechter oordeelde dat de vordering inderdaad verjaard was, omdat de verjaringstermijn van twee jaar was verstreken na de laatste aanmaning van Alektum. Hierdoor werd de eis van Alektum afgewezen. Daarnaast werd Alektum veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 337,50 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11443657 CV EXPL 24-31485
datum uitspraak: 23 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Alektum Capital II AG,
vestigingsplaats: Zug (Zwitserland),
eiseres,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.H. Bargeman.
De partijen worden hierna ‘Alektum’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 21 november 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de brief van Alektum van 5 maart 2025.
1.2.
Op 23 april 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren [gedaagde] en haar gemachtigde aanwezig. Namens Alektum is, zoals van tevoren al door Alektum was aangegeven, niemand verschenen.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] heeft op 19, 21 en 23 november 2020 verschillende kledingstukken besteld via de webshop van Nike voor een totaalbedrag van € 1.294,10. [gedaagde] heeft er daarbij voor gekozen de koopprijs achteraf (in één keer) te betalen aan Klarna, een aanbieder van een ‘achteraf betaalmethode’. Direct na het sluiten van de koopovereenkomsten heeft Nike haar vordering op [gedaagde] middels cessie aan Klarna overgedragen. Klarna heeft op haar beurt de vordering op [gedaagde] middels cessie overgedragen aan Alektum. [gedaagde] heeft, nadat zij de bestelde kledingstukken van Nike had ontvangen, verschillende kledingstukken geretourneerd.
2.2.
Alektum stelt dat [gedaagde] de facturen voor bovenstaande bestellingen niet volledig heeft betaald. Alektum eist daarom dat [gedaagde] een bedrag van € 573,97 aan haar moet betalen. Omdat [gedaagde] niet op tijd heeft betaald, eist Alektum dat zij ook een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten en de rente aan haar moet betalen.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis van Alektum. [gedaagde] stelt primair dat de vordering van Alektum verjaard is. Voor zover de vordering van Alektum niet verjaard is, stelt [gedaagde] dat Alektum bij het berekenen van het nog openstaande bedrag ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een aantal kledingstukken die door haar geretourneerd zijn en die nog verrekend moeten worden met het nog openstaande bedrag.
2.4.
De kantonrechter wijst de eis van Alektum af. Dit wordt hieronder uitgelegd.
De kantonrechter wijst de eis van Alektum af omdat de vordering verjaard is
2.5.
De tussen [gedaagde] en Nike gesloten koopovereenkomsten vallen onder de regeling voor de consumentenkoop (artikel 7:5 BW). Op grond van artikel 7:28 BW verjaart de rechtsvordering tot betaling van de koopprijs bij een consumentenkoop door verloop van twee jaren. Wanneer de consument door de verkoper schriftelijk wordt aangemaand tot betaling van de koopprijs, wordt de verjaring gestuit en gaat een nieuwe verjaringstermijn lopen (artikel 3:319 BW). Alektum heeft de stelling van [gedaagde] dat zij na de aanmaning van 23 december 2021 tot aan de dagvaarding niks meer van Alektum (of Klarna) heeft vernomen niet betwist en daartegen ook geen verweer gevoerd. Dit betekent dat de verjaringstermijn voor het laatst op 23 december 2021 door Alektum is gestuit. Nu tussen deze laatste aanmaning en het moment van dagvaarden meer dan twee jaar is verstreken, is de vordering van Alektum verjaard. De kantonrechter wijst daarom de eis van Alektum af.
[gedaagde] hoeft geen incassokosten en rente te betalen
2.6.
Omdat de door Alektum gevorderde hoofdsom wordt afgewezen, bestaat er geen aanleiding voor toewijzing van de daaraan gekoppelde rente en buitengerechtelijke incassokosten. Ook die vorderingen worden daarom afgewezen.
Alektum moet de proceskosten betalen
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van Alektum, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Alektum aan [gedaagde] moet betalen op € 270,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 135,00) en € 67,50 aan nakosten. Dat is in totaal € 337,50. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De kantonrechter ziet geen aanleiding om het geldende liquidatietarief met factor twee te vermeerderen, zoals door [gedaagde] is verzocht. Er bestaat namelijk alleen aanleiding om van het geldende liquidatietarief af te wijken indien sprake is van buitengewone omstandigheden, zoals misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Dit kan niet snel worden aangenomen, omdat iedereen het recht heeft om een zaak te laten beoordelen door de rechter (artikel 6 EVRM). [1] In dit geval is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van zulke buitengewone omstandigheden.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [gedaagde] dat eist en Alektum daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de eis van Alektum af;
3.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 337,50;
3.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
62828

Voetnoten

1.Hoge Raad 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2360, 5.3.3 en 5.3.4.