Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 mei 2025, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van Fien Wonen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door een eiser die samenwoonde met de huurder van een woning. De huurovereenkomst tussen de verhuurder, Stichting Fien Wonen, en de huurder is ontbonden door een verstekvonnis van de kantonrechter. De huurder heeft de woning vrijwillig verlaten, maar de eiser, die in de woning is blijven wonen, komt op tegen het verstekvonnis. De eiser vordert dat de ontruiming van de woning, die is aangezegd door de verhuurder, wordt verboden of geschorst. De kantonrechter oordeelt dat de eiser als derde belanghebbende een executiegeschil kan voeren, ondanks dat hij geen procespartij was in het eerdere vonnis. De rechter stelt vast dat de belangen van de verhuurder zwaarder wegen dan die van de eiser, die geen gebruiksvergoeding heeft betaald en wiens situatie niet als een noodtoestand kan worden aangemerkt. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.