Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 40 uren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 maanden.
4.Waardering van het bewijs
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op de voor
het openbaar verkeer openstaande weg, de Laan van 1940-1945 en de P.C.
Hooftlaan, zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die wegen werd
veroorzaakt, en het verkeer op die wegen
werd gehinderd, welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat zij, verdachte, toen daar, terwijl zij,
verdachte, de rotonde – gelegen op de Laan van 1940-1945 – verliet in de richting
van de P.C. Hooftlaan,
- zich niet of in onvoldoende mate ervan heeft vergewist dat zich geen voetgangers
op/nabij de op de P.C. Hooftstraat gelegen voetgangersoversteekplaats bevonden
en
oversteekplaats voor voetgangers gebruik te maken en
Verkeerstekens 1990 geen voorrang aan die [slachtoffer] heeft verleend en
- daardoor tegen die [slachtoffer] is aangebotst , ten gevolge waarvan
die [slachtoffer] is overleden.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
geldboete van € 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis;
geldboetein 4 (vier) gedeelten van
€100,00 (honderd euro) en 1 (één) gedeelte van
€ 50,00 (vijftig euro) mag worden voldaan; de termijn voor de betaling van het tweede en volgende gedeelte wordt gesteld op één maand;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
2 (twee) maanden;
motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld
te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door met dat motorrijtuig
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend
en/of onachtzaam en/of met verwaarlozing van de te dezen geboden
zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Laan
van 1940-1945 en/of de P.C. Hooftlaan,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat zij, verdachte, toen daar, terwijl zij,
verdachte, de rotonde – gelegen op de Laan van 1940-1945 – verliet in de richting
van de P.C. Hooftlaan,
- een of meer mobiele telefoon(s) heeft bediend en/of haar blik (continu) gericht
hield op die mobiele telefoon(s) en/of (aldus doende) haar aandacht niet
voortdurend op de weg vóór zich heeft gehouden en/of
- haar snelheid niet zodanig heeft aangepast dat zij, verdachte haar motorrijtuig tot
stilstand kon brengen binnen de afstand waarover zij, verdachte, de weg kon
overzien en/of waarover die weg vrij was en/of
- zich niet of in onvoldoende mate ervan heeft vergewist dat zich geen voetgangers
op/nabij de op de P.C. Hooftstraat gelegen voetgangersoversteekplaats bevonden
en/of
- (vervolgens) die voetgangersoversteekplaats is opgereden en/of niet, althans niet
tijdig heeft opgemerkt dat een voetganger, te weten [slachtoffer] , doende was van die
oversteekplaats voor voetgangers, bezien vanuit verdachtes rijrichting, van rechts
naar links gebruik te maken en/of
- (aldus), in strijd met artikel 49 lid 2 van het Reglement Verkeersregels en
Verkeerstekens 1990 geen voorrang aan die [slachtoffer] heeft verleend en
- daardoor tegen die [slachtoffer] is aangebotst en/of aangereden, ten gevolge waarvan
die [slachtoffer] is overleden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
zij, op of omstreeks 12 februari 2024 te Maassluis, als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op de voor
het openbaar verkeer openstaande weg, de Laan van 1940-1945 en/of de P.C.
Hooftlaan, zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die weg/wegen werd
veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt en/of het verkeer op die weg/wegen
werd gehinderd, althans kon worden gehinderd,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat zij, verdachte, toen daar, terwijl zij,
verdachte, de rotonde – gelegen op de Laan van 1940-1945 – verliet in de richting
van de P.C. Hooftlaan,
- een of meer mobiele telefoon(s) heeft bediend en/of haar blik (continu) gericht
hield op die mobiele telefoon(s) en/of (aldus doende) haar aandacht niet
voortdurend op de weg vóór zich heeft gehouden en/of
- haar snelheid niet zodanig heeft aangepast dat zij, verdachte haar motorrijtuig tot
stilstand kon brengen binnen de afstand waarover zij, verdachte, de weg kon
overzien en/of waarover die weg vrij was en/of
- zich niet of in onvoldoende mate ervan heeft vergewist dat zich geen voetgangers
op/nabij de op de P.C. Hooftstraat gelegen voetgangersoversteekplaats bevonden
en/of
- (vervolgens) die voetgangersoversteekplaats is opgereden en/of niet, althans niet
tijdig heeft opgemerkt dat een voetganger, te weten [slachtoffer] , doende was van die
oversteekplaats voor voetgangers, bezien vanuit verdachtes rijrichting, van rechts
naar links gebruik te maken en/of
- (aldus), in strijd met artikel 49 lid 2 van het Reglement Verkeersregels en
Verkeerstekens 1990 geen voorrang aan die [slachtoffer] heeft verleend en
- daardoor tegen die [slachtoffer] is aangebotst en/of aangereden, ten gevolge waarvan
die [slachtoffer] is overleden.