Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 januari 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlaten proces-verbaal van Stephenson Operations;
- de akte uitlating na tussenvonnis en wijziging van eis van [eisers];
- de akte uitlaten tussenvonnis tevens inbrengen productie 12 van Stephenson Operations, met productie 12.
2.De verdere beoordeling
off shore-industrie. Zo heeft Stephenson Operations verklaard dat zij opdrachtgevers ontzorgt bij de selectie van geschikte kandidaten voor projectmatig werk en bij de controle op hun kwalificaties. Stephenson Operations heeft ook gesteld zich toe te leggen op werving, (voor)selectie, recruitment en
screeningvan kandidaten voor haar opdrachtgevers. Uit de stellingen van partijen en de door hen overgelegde stukken blijkt dat [eiser 1] door Stephenson Operations is geworven voor Saipem. Stephenson Operations heeft verklaard dat zij in opdracht van Saipem actief naar kandidaten heeft gezocht voor het project van Saipem, via LinkedIn op [eiser 1] is gestuit, hem heeft benaderd en hem aan Saipem heeft voorgedragen. Stephenson Operations heeft vervolgens ook de overeenkomst met [eiser 1] gesloten, waarin is bepaald dat [eiser 1] werkzaamheden zou verrichten onder leiding en toezicht van Saipem. Deze handelingen kwalificeren in onderlinge samenhang bezien als het ter beschikking stellen van [eiser 1] aan Saipem in het kader van de bedrijfsuitoefening van Stephenson Operations. De stelling van Stephenson Operations dat [eiser 1] uiteindelijk, na voordracht van Stephenson Operations, is goedgekeurd door Saipem als geschikte kandidaat maakt dat niet anders.
Deliveroo-arrest [3] , geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. De rechtbank volgt dit betoog niet. In
Deliverooheeft de Hoge Raad vooropgesteld dat het antwoord op de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst afhangt van alle omstandigheden van het geval, in onderling verband beschouwd. Naar het oordeel van Hoge Raad kunnen onder meer de omstandigheden van belang zijn die zijn uiteengezet in 3.2.5 van het arrest. Zoals Stephenson Operations terecht opmerkt, is de door de Hoge Raad gegeven opsomming niet limitatief. Bovendien heeft de Hoge Raad geen rangorde aangebracht in de verschillende omstandigheden die in
Deliveroozijn genoemd. [4]
Deliveroo-arrest, op zichzelf beschouwd, steun bieden aan de stelling van Stephenson Operations dat [eiser 1] als zelfstandige opereert. Zo heeft Stephenson Operations onweersproken gesteld dat [eiser 1] zelf verantwoordelijk was voor het afsluiten van een WA-verzekering en commerciële en ondernemersrisico’s droeg. Daarnaast werd de beloning van [eiser 1] betaald na maandelijkse facturatie van een brutobedrag, waarin volgens Stephenson Operations de kosten voor door [eiser 1] af te dragen sociale lasten waren verdisconteerd. Ook stelt Stephenson Operations dat [eiser 1] zich op LinkedIn heeft gepresenteerd als zelfstandig ondernemer en voor zijn werkzaamheden voor Saipem gebruik maakte van een eigen, privé-emailadres.
The Freelancer/Seafarer has agreed to work under the instructions and supervision of Client”), maar ook – en vooral – uit wat partijen hebben verklaard over de feitelijke uitvoering daarvan. Beide partijen hebben gesteld dat [eiser 1] zijn werkzaamheden verrichtte onder leiding en toezicht van Saipem. Zoals in het tussenvonnis is overwogen, doet de mate van zelfstandigheid en vrijheid die [eiser 1] in zijn functie als ‘client representative’ genoot bij de uitvoering van zijn werkzaamheden niet af aan de feitelijke gezagsverhouding. Ook de stellingen van Stephenson Operations dat [eiser 1] zelf kon bepalen of hij zijn werkzaamheden thuis of op locatie verrichtte en wanneer hij vakantie opnam, staan niet in de weg aan de conclusie dat sprake was van een gezagsverhouding. Van belang blijft dat [eiser 1] ook volgens Stephenson Operations gehouden was de instructies van Saipem op te volgen en regelmatig door middel van rapportages verantwoording aflegde over de voortgang van zijn werkzaamheden.
Deliveroogeoordeeld dat de partijbedoeling niet bepalend is voor de kwalificatie van de overeenkomst.
Care4Care-arrest [5] , waarin de Hoge Raad het volgende heeft overwogen:
offshore-industrie, onvoldoende onderbouwd.
3.De beslissing
woensdag 9 juli 2025 om 10:00 uur;