ECLI:NL:RBROT:2025:6987

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 juni 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
11284895 CV EXPL 24-21566
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de overeenkomst van opdracht tussen Smart Marketing B.V. en gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Smart Marketing B.V. en een gedaagde die ontkende een overeenkomst met eiseres te hebben gesloten. Smart Marketing, vertegenwoordigd door een incassobureau, heeft bewijs gepresenteerd in de vorm van een schriftelijke overeenkomst en een verklaring van een getuige, de heer [persoon A]. De gedaagde betwistte de handtekening op de overeenkomst, maar heeft geen tegenbewijs geleverd. De kantonrechter oordeelde dat het bewijs van de overeenkomst voldoende was, ondanks de betwisting van de handtekening. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 4.207,18 aan Smart Marketing, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Smart Marketing het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van Smart Marketing begroot op € 1.326,38.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11284895 CV EXPL 24-21566
datum uitspraak: 6 juni 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Smart Marketing B.V.,
vestigingsplaats: Woerden,
eiseres,
gemachtigde: [incassobureau] ,
tegen
[gedaagde], die handelde onder de naam [handelsnaam] ,
woonplaats: [plaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Smart Marketing’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 14 maart 2025 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte van Smart Marketing, met bijlagen.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] met Smart Marketing een overeenkomst van opdracht heeft gesloten. Smart Marketing heeft een kopie van een schriftelijke overeenkomst overgelegd waarop de naam en contactgegevens van [gedaagde] staan en waarop namens ‘de abonnee’ een handtekening is gezet. [gedaagde] betwist dat die handtekening door hem is gezet en heeft zijn rijbewijs laten zien. De handtekening die daarop staat wijkt af van de handtekening onder de overeenkomst die Smart Marketing heeft overgelegd.
2.2.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter overwogen dat Smart Marketing moet bewijzen dat [gedaagde] met haar een overeenkomst heeft gesloten. De kantonrechter heeft Smart Marketing er daarbij op gewezen dat zij de mogelijkheid heeft om de kantonrechter te verzoek een handschriftdeskundige te benoemen en dat zij dan moet aangeven of zij de originele overeenkomst aan de deskundige kan geven.
2.3.
Smart Marketing heeft een verklaring overgelegd van de heer [persoon A] . Hij verklaart dat hij namens Smart Marketing bij [gedaagde] is geweest op het [adres] in [plaats] (het adres van [gedaagde] ) en dat hij persoonlijk heeft gezien dat [gedaagde] toen de overeenkomst heeft ondertekend. [gedaagde] heeft de mogelijkheid gehad om op deze verklaring te reageren en/of tegenbewijs te leveren, maar dat heeft hij niet gedaan.
Smart Marketing heeft bewijs geleverd van de overeenkomst
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat Smart Marketing met het overleggen van de verklaring van de heer [persoon A] voldoende aanvullend bewijs heeft geleverd dat [gedaagde] de overeenkomst met Smart Marketing heeft gesloten. De heer [persoon A] verklaart dat hij op 12 april 2023 op het adres van [gedaagde] geweest is en dat [gedaagde] bij die gelegenheid zijn handtekening onder de overeenkomst heeft gezet. [gedaagde] heeft de gelegenheid gekregen om op deze getuigenverklaring te reageren, maar dat heeft hij niet gedaan. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat wat in deze verklaring staat, klopt. Door deze verklaring, in combinatie met de door Smart Marketing overgelegde telefoonnotitie van 16 juni 2023 waaruit volgens haar blijkt dat [gedaagde] toen heeft aangegeven het welkomstgesprek samen met zijn dochter te willen voeren en waarvan de inhoud niet langer door [gedaagde] is weersproken, acht de kantonrechter voldoende bewezen dat een overeenkomst tussen [gedaagde] en Smart Marketing tot stand is gekomen. Dat de handtekening onder de overeenkomst niet hetzelfde lijkt als de handtekening op het rijbewijs van [gedaagde] , is dan niet meer relevant. Het benoemen van een handschriftdeskundige is dan ook niet nodig.
[gedaagde] moet € 3.711,07 betalen
2.5.
Smart Marketing heeft naar eigen zeggen met [gedaagde] een overeenkomst gesloten voor de duur van een jaar. Op de overeenkomst staat vermeld dat [gedaagde] maandelijks € 170,- exclusief btw moet betalen voor ‘SEO (7 zoektermen)’ en € 79,- exclusief btw voor website profit. Daarnaast zouden eenmalige dossierkosten van € 79,- exclusief btw in rekening worden gebracht. [gedaagde] heeft geen van deze bedragen betaald.
2.6.
Smart Marketing heeft [gedaagde] tot en met januari 2024 maandelijks een factuur gestuurd voor de overeengekomen kosten. In februari 2024 brengt zij, nadat zij de overeenkomst wegens wanbetaling heeft beëindigd, (nog) zes keer een bedrag van € 170,- exclusief btw voor maandelijkse dienstverlening (de SEO) in rekening en achttien keer € 79,- exclusief btw voor website profit. Smart Marketing heeft op de zitting, toen de kantonrechter daarnaar vroeg, niet kunnen uitleggen waarom voor de website profit nog achttien keer een maandbedrag in rekening is gebracht, terwijl de overeenkomst een looptijd van een jaar had.
2.7.
Omdat de overeenkomst maar voor een jaar is aangegaan en Smart Marketing niet heeft uitgelegd waarom [gedaagde] meer dan de afgesproken kosten voor die periode van een jaar zou moeten betalen, wijst de kantonrechter de volgende bedragen toe:
  • SEO: 12 maanden × € 170,- € 2.040,00
  • Website profit: 12 maanden × € 79,- € 948,00
  • Eenmalige dossierkosten € 79,00
  • Btw
Totaal € 3.711,07
[gedaagde] moet incassokosten van € 496,11 betalen
2.8.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt € 496,11 toegewezen. Aan alle voorwaarden om een vergoeding voor deze kosten te krijgen is voldaan (artikel 6:96 BW). Wel zijn de buitengerechtelijke incassokosten alleen berekend over het bedrag dat is toegewezen.
[gedaagde] moet rente betalen
2.9.
De wettelijke rente over de hoofdsom wordt toegewezen, met dien verstande dat [gedaagde] rente moet betalen vanaf de vervaldata van de facturen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Smart Marketing moet betalen op € 116,38 aan dagvaardingskosten, € 496,- aan griffierecht, € 595,- aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 238,-) en € 119,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.326,38. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
2.11.
De hoogte van het griffierecht past bij het deel van de eis dat is toegewezen. Het bedrag dat Smart Marketing meer aan griffierecht heeft betaald hoeft [gedaagde] niet te betalen, omdat dat is gebaseerd op het deel van de eis dat is afgewezen. Die kosten waren dus onnodig.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Smart Marketing dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Smart Marketing te betalen € 4.207,18 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het saldo dat aan hoofdsom heeft uitgestaan vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen, tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Smart Marketing worden begroot op € 1.326,38;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
51909