Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 oktober 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de repliek, met bijlage;
- de dupliek, met bijlagen;
- de reactie op de dupliek.
2.De beoordeling
€ 2.000,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) en een lid, aangeduid als [gedaagde]. De VvE eist betaling van een aantal bedragen van [gedaagde], die voortkomen uit besluiten genomen tijdens een vergadering op 2 juli 2024. [gedaagde] is eigenaar van een appartementsrecht en is van rechtswege lid van de VvE. De VvE stelt dat [gedaagde] verplicht is om bij te dragen aan de kosten van onderhoud en vernieuwing van gemeenschappelijke delen van het gebouw, zoals de opstalverzekering en dakreparaties. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat er geen rechtsgeldige besluiten zijn genomen tijdens de vergadering, omdat hij geen volmacht had gegeven aan de persoon die hem vertegenwoordigde.
De kantonrechter oordeelt dat, hoewel er geen schriftelijke volmacht is, [gedaagde] de schijn heeft gewekt dat de vertegenwoordiger bevoegd was om hem te vertegenwoordigen. De rechter concludeert dat de besluiten van de vergadering rechtsgeldig zijn genomen en dat [gedaagde] zijn betalingsverplichtingen niet kan ontlopen. De vordering van de VvE wordt grotendeels toegewezen, met uitzondering van de bestuursvergoeding, omdat daarover geen besluit is genomen. [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 1.984,58 aan de VvE, inclusief rente en proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.