Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10.049332.25 en parketnummer 10.109433.25 ten laste gelegde;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD) ex artikel 38m Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) voor de duur van twee jaar.
4.Waardering van het bewijs
‘I speak English’, waarna de vraag in het Engels wordt herhaald. De verdachte zegt dat hij geen vervoersbewijs heeft. Hierna wordt het identiteitsbewijs gevorderd. De verdachte kan hieraan evenmin voldoen. Aan de verdachte wordt gevraagd om mee te lopen naar een plaats waar fouillering buiten het zicht van de reizigers kan plaatsvinden, te weten de Etos tunnel. De verdachte loopt aanvankelijk mee richting de tunnel. Halverwege wil de verdachte niet verder lopen. De verdachte wordt door een van de verbalisanten lichtelijk aan de linkermouw getrokken. De verdachte werkt niet mee en rukt zijn armen los. Vervolgens wordt de verdachte meegedeeld dat hij is aangehouden ter zake van het niet op eerste vordering tonen van een geldig identiteitsbewijs. De verdachte blijft zich verzetten en de verbalisanten brengen daarop de verdachte naar de grond. Ook op de grond staakt de verdachte zijn verzet niet. Hij stopt zijn armen onder zijn lichaam en maakt trappende bewegingen. De verdachte wordt een pijnprikkel gegeven door hem knokkels in zijn zij te zetten en vervolgens een draaiende beweging te maken met de vuist. Uiteindelijk wordt de verdachte opgetild en naar de Etos tunnel gedragen. Tijdens het optreden heeft een van de verbalisanten een gezwollen wijsvinger opgelopen en een andere verbalisant een kneuzing aan de oogkas en knieën.
politieceldie aan de Politie Eenheid Rotterdam toebehoorde
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering ISD-maatregel
Strafblad
Rapportages
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
€ 200,- (zegge: tweehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 februari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [verbalisant 2] te betalen
€ 200,-(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 200,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
4 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 februari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [verbalisant 1] te betalen
€ 750,-(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 750,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
15 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 82,43 (zegge: tweeëntachtig euro en drieënveertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 februari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;