ECLI:NL:RBROT:2025:7140

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
10.376074.24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging van ex-partner met veelvuldig contact via digitale middelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van haar ex-partner. De verdachte heeft gedurende een periode van twintig maanden haar ex-partner belaagd door veelvuldig (video)belcontact en berichten te sturen via verschillende digitale platforms. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen en opgelegde contactverboden, haar gedrag heeft voortgezet. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van negen maanden geëist, alsook de oplegging van een terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met de oplegging van een tbs-maatregel met voorwaarden, waarbij de dadelijke uitvoerbaarheid is bevolen. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar psychische problemen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar is, maar dat de veiligheid van anderen een tbs-maatregel noodzakelijk maakt. De uitspraak benadrukt de noodzaak van behandeling en begeleiding voor de verdachte, gezien het risico op herhaling van haar gedrag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10.376074.24
Datum uitspraak: 13 juni 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1971,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [postcode 1] te [plaats 1] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [penitentiaire inrichting] ,
raadsvrouw mr. J.C.G.J. van der Linden, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 mei 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kort en zakelijk weergegeven, komt de verdenking er op neer dat de verdachte haar [ex-partner] gedurende twintig maanden heeft belaagd.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L.M. Kuiper heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest,
  • oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsadvies, met de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel;
  • oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM) als bedoeld in artikel 38z Sr.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging refereert zich voor de bewezenverklaring van stalking aan het oordeel van de rechtbank, zij het dat de verdachte heeft meegedeeld dat niet de berichten van
alletelefoonnummers in het dossier van haar afkomstig zijn.
4.1.2.
Beoordeling
Het wettige en overtuigende bewijs voor dit feit volgt uit de aan dit vonnis gehechte bewijsmiddelen.
De rechtbank stelt vast dat uit de aangifte en de bevindingen van de politie blijkt dat er via meerdere telefoonnummers contact is gezocht met de aangeefster. Twee van deze nummers zijn direct te herleiden naar de verdachte en haar nieuwe partner. Gelet op de inhoud en strekking van de berichten van de andere nummers acht de rechtbank bewezen dat deze berichten eveneens afkomstig zijn van de verdachte.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij op tijdstippen in de periode van 6 maart 2023 tot en met 29 oktober 2024 te Rotterdam en/of [plaats 1] , althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [ex-partner] ,
door veelvuldig,
- via Whatsapp (spraak)berichten naar die [ex-partner] en de partner van die [ex-partner] en de broer van die [ex-partner] te sturen en- te bellen naar die [ex-partner] en de partner van die [ex-partner] en de broer van die [ex-partner] en- te videobellen naar die [ex-partner] en de partner van die [ex-partner] en- de voicemail van die [ex-partner] in te spreken en- een
briefnaar die [ex-partner] te sturen met het oogmerk die [ex-partner] te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
belaging.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer twintig maanden schuldig gemaakt aan belaging van haar [ex-partner] . Zij was al twee keer eerder voor belaging van die ex-partner veroordeeld en mocht op grond van twee verboden überhaupt geen contact met haar opnemen of hebben. Niettemin heeft de verdachte ook nu weer veelvuldig contact gezocht met [ex-partner] door via verschillende telefoonnummers berichten te versturen naar [ex-partner] en haar partner. In deze berichten worden [ex-partner] en haar partner ook bedreigd en uitgescholden. Zelfs de broer van [ex-partner] heeft meerdere berichten ontvangen en is meermaals gebeld door de verdachte.
De verdachte heeft hiermee de ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [ex-partner] voortgezet. Blijkens zowel de aangifte als hetgeen door [ex-partner] ter zitting is voorgedragen, heeft het gedrag van de verdachte grote impact op haar leven en dat van haar partner.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 februari 2025. Zoals gezegd is de verdachte eerder, in 2019 en in 2023, veroordeeld voor belaging en ook bedreiging van haar ex-partner. Aan haar zijn toen naast onvoorwaardelijke gevangenisstraffen ook contactverboden opgelegd.
7.3.2.
Rapportages
De rechtbank heeft kennisgenomen van het
Pro Justitia-rapportvan 28 februari 2025, opgesteld door drs. [psychiater] , psychiater, en drs. [psycholoog] , psycholoog. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Uit het psychologisch en psychiatrisch onderzoek is naar voren gekomen dat de verdachte lijdt aan een autismespectrumstoornis, ADHD en een bipolaire stoornis. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van de gepleegde feiten. De autismespectrumstoornis en ADHD waren van invloed maar er is geen verband vast te stellen tussen de bipolaire stoornis en het delict.
De deskundigen adviseren om het ten laste gelegde feit bij een bewezenverklaring in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Gezien de problematiek van de verdachte en de lange duur van het stalken, zal het voor haar niet gemakkelijk zijn dit lang bestaande gedragspatroon zonder hulp te doorbreken. Het risico op een terugval in stalkingsgedrag wordt als hoog ingeschat. Het risico op geweld wordt als matig ingeschat.
Om het hoge risico op herhaling van stalkingsgedrag te verminderen is een behandeling noodzakelijk, waarbij het advies is om deze te starten binnen een kliniek. Wanneer de verdachte met minder wantrouwen en boosheid kan terugkijken op haar verleden, en nieuwe copingvaardigheden heeft aangeleerd, kan de behandeling in ambulant kader worden voortgezet. De aanbeveling is dat er een forensisch FACT-team betrokken raakt, zodat er ook huisbezoeken plaats kunnen vinden om goed zicht te houden op het functioneren van de verdachte.
De hierboven beschreven interventies zouden gerealiseerd kunnen worden binnen het kader van een tbs met voorwaarden. De verdachte toont zich gemotiveerd voor behandeling en toont zich bereid om zich aan voorwaarden te houden.
[GGZ 1]heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 mei 2025. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering adviseert positief over een tbs met voorwaarden, daar er een kliniek voorhanden is, waarin langdurig de ruimte is om de aanwezige complexe problematiek te bewerken. Het is van belang dat de gevangenisstraf aansluit aan de opnamedatum in de kliniek. Het is van groot belang dat de verdachte zich blijft conformeren aan het traject, haar behandeling afmaakt en geresocialiseerd terugkeert in de samenleving. De problematiek is ernstig en hardnekkig wat vraagt om een langdurig kader. Het kader TBS met voorwaarden biedt hiervoor meer mogelijkheden. De reclassering heeft in haar rapport de voorwaarden geformuleerd die daarbij opgelegd zouden moeten worden.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekening
Nu de conclusie van de psychiater en psycholoog gedragen wordt door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over. De verdachte wordt in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht.
Straf
Gelet op de ernst van het feit, de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, de lange periode waarin de belaging heeft plaatsgevonden en de hardnekkigheid waarmee de verdachte haar schadelijke gedrag heeft voortgezet is de door de officier geëiste gevangenisstraf van negen maanden passend. Ook als daarbij de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte in acht wordt genomen.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, zoals de verdediging heeft gevraagd, zou daaraan onvoldoende recht doen.
Maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden
Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk is. De veiligheid van anderen eist de terbeschikkingstelling van de verdachte. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van het bewezen verklaarde feit en het gevaar voor herhaling. Het bewezen verklaarde feit is een misdrijf als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Sr. Aan de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van een TBS-maatregel is dan ook voldaan.
Eerdere strafrechtelijke kaders om de verdachte van haar stalkingsgedrag af te houden zijn tot nu toe niet toereikend gebleken. Het gevaar dat de verdachte dit voortzet moet zo veel mogelijk worden beperkt en de rechtbank is het met de gedragsdeskundigen en officier van justitie eens dat nu een TBS met voorwaarden is aangewezen om dit te voorkomen en de verdachte de begeleiding te bieden die zij nodig heeft. De verdachte heeft zelf aangegeven dat zij het daar mee eens is en dat zij zich aan de voorwaarden wil houden.
Het bewezenverklaarde feit betreft geen misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat in geval van een omzetting van de maatregel, de totale duur van de tbs met verpleging van overheidswege een periode van vier jaar niet te boven kan gaan.
Gelet op het voorgaande zal aan de verdachte terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd.
Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen. De rechtbank zal daarom de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden bevelen.
Geen gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (ex artikel 38z Sr)
De rechtbank ziet naast het opleggen van de maatregel van TBS met voorwaarden geen noodzaak in oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
Voorlopige hechtenis
De officier van justitie heeft gevraagd niet de voorlopige hechtenis op te heffen in geval de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf oplegt die de periode van zestig (60) dagen na de einduitspraak niet te boven gaat, maar die dan te schorsen. Die situatie doet zich gelet op de op te leggen straf echter niet voor.
De rechtbank onderkent het belang van een op de detentie aansluitende opname in de kliniek. Zij gaat ervan uit dat als plaatsing in de kliniek van de indicatiestelling niet tijdig gerealiseerd kan worden, de door de reclassering bedoelde overbruggingszorg geregeld wordt.
Voorzover de officier van justitie daarnaast vordert dat de rechtbank de voorlopige hechtenis schorst met het oog op een mogelijke omzetting naar TBS met dwang op een moment dat dit vonnis van de rechtbank nog niet onherroepelijk is, wijst de rechtbank dat van de hand. Zij vindt het, gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit en het door de PJ-deskundigen als matig ingeschatte risico op geweld, niet proportioneel dat de verdachte alsdan weer (langdurig) in voorlopige hechtenis zou moeten doorbrengen.
Afsluiting
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 38, 38a en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij als voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
a. de ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
b. de ter beschikking gestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de ter beschikking gestelde vast te stellen;
c. de ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
d. de ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
e. de ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;
f. de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
g. de ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
h. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
3. Als de reclassering dat nodig vindt en de ter beschikking gestelde daarmee instemt, kan de ter beschikking gestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de ter beschikking gestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
4. de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
5. de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in [zorginstelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zo spoedig mogelijk. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
6. de ter beschikking gestelde laat zich behandelen door een forensische polikliniek, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend aan de klinische behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
7. de ter beschikking gestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [ex-partner] , geboren op [geboortedatum 2] 1968 te [plaats 1] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
8. de ter beschikking gestelde bevindt zich gedurende de maatregel niet in Rotterdam, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De ter beschikking gestelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatieverbod;
9. de ter beschikking gestelde is gedurende de maatregel op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het verblijfadres, zolang het Openbaar Ministerie dat nodig vindt. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met de ter beschikking gestelde en afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start van het locatiegebod hoeft de ter beschikking gestelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 12/14/17 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft de ter beschikking gestelde een aaneengesloten blok van [4/8/17] uur per dag vrij te besteden. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen. De ter beschikking gestelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is bij de [zorginstelling] (en indien zij bij haar partner mag zijn: [adres 2] , [postcode 2] te [plaats 2] ). Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft;
10. de ter beschikking gestelde krijgt ambulante woonbegeleiding van een instelling voor woonbegeleiding, te bepalen door de reclassering. De ambulante woonbegeleiding start aansluitend aan de klinische behandeling. De begeleiding duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
geeft aan [GGZ 2] opdracht (elektronisch) toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de
dadelijke uitvoerbaarheidvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Shahani, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en A.M.G. van de Kragt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.D. Bijl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 13 juni 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2023 tot en met 29 oktober 2024 te Rotterdam en/of [plaats 1] , althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [ex-partner] ,
door veelvuldig, althans een- of meermalen
- via Whatsapp en/of Facebook (spraak)berichten naar die [ex-partner] en/of de partner van die [ex-partner] en/of de broer van die [ex-partner] te sturen en/of
- te bellen naar die [ex-partner] en/of de partner van die [ex-partner] en/of de broer van die [ex-partner] en/of
- te videobellen naar die [ex-partner] en/of de partner van die [ex-partner] en/of
- de voicemail van die [ex-partner] in te spreken en/of
- een of meerdere brieven naar die [ex-partner] te sturen en/of
met het oogmerk die [ex-partner] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.